Het is onwaarschijnlijk dat de uitgaven van Chinese consumenten aan luxeproducten op korte termijn zullen kunnen terugkeren naar het niveau dat voor de uitbraak van de coronacrisis werd opgetekend. Een snelle heropleving wordt immers afgeremd door de lage activiteit in de internationale reiswereld en een pessimistische kijk op de economie. Dat staat in een rapport van consultant Bain & Company.
Pas eind dit jaar of begin volgend jaar zal volgens Bain een echt herstel zich kunnen manifesteren. Het probleem kan ervoor zorgen dat ook de versterking van de Chinese nationale economie minder snel gaat dan werd verwacht.
Groeiende middenklasse
De laatste jaren van het voorbije decennium vertegenwoordigde de Chinese middenklasse, gesteund door de stijgende welvaart, ongeveer een derde van de wereldwijde aankopen van luxegoederen. Drie jaar geleden kochten Chinese consumenten in eigen land en op buitenlandse markten luxegoederen – variërend van horloges tot lederen tassen en cosmetica – ter waarde van ongeveer 120 miljard dollar.
De buitenlandse aankopen zijn sinds de uitbraak van de coronapandemie, die de internationale reissector nagenoeg tot stilstand heeft gebracht, bijna geheel verdwenen.
Drie jaar geleden, voor de uitbraak van de coronacrisis, reisden 155 miljoen Chinezen naar het buitenland. Daarmee toonden ze zich de grootste drijvende kracht op de wereldwijde luxemarkt. Door de uitbraak van het virus Covid-19 is daarvan momenteel nog maar weinig overgebleven. Die bescheiden activiteit zou volgens Bain ook de heropleving van de Chinese economie kunnen hinderen.
Vorig jaar kende de Chinese luxemarkt nog een groei met 36 procent tot 471 miljard yuan (74 miljard dollar). De omzet van de sector bedroeg nog ongeveer twee derde van de inkomsten drie jaar geleden, voor de uitbraak van de pandemie. Dit jaar zal volgens Bain nog slechts een lage dubbelcijfere groei mogen worden verwacht.
Omikron-variant
Sporadische uitbraken van de Omikron-variant van het coronavirus in steden zoals Peking, Tianjin en Hangzhou hebben de Chinese autoriteiten het voorbije jaar aangezet om opnieuw een aantal beperkende maatregelen in te voeren, zodat een verspreiding van de besmettingen zou kunnen worden ingedamd.
“Dit heeft een negatieve impact gehad op de binnenlandse consumptie”, merkt Bain op. Er wordt voor China dit jaar nog een economische groei met 4,8 procent in het vooruitzicht gesteld. In oktober vorig jaar was daarbij nog gewag gemaakt van een stijging met 5,6 procent.
Bain merkt nog op dat in alle categorieën van luxegoederen tijdens de eerste helft van vorig jaar een groei tussen 40 procent en 100 procent kon worden opgetekend. Tijdens de volgende zes maanden vielen die cijfers echter terug tussen 0 procent en 25 procent. “Vooral de afkoeling van de aandelenmarkten en de vastgoedsector remde de bestedingen aan luxegoederen af”, merkt de consultant op.
Lederwaren vormden vorig jaar in China met een stijging van 60 procent de snelst groeiende categorie luxeproducten, gevolgd door mode en lifestyle, die elk ongeveer een toename met 40 procent lieten optekenen.
Bain zegt nog weinig hoop te hebben dat de internationale reissector dit jaar al een herstel kan tonen. “Chinese consumenten zullen dan ook in China blijven kopen’, luidt. “Pas eind dit jaar of begin volgend jaar mag op een geleidelijke heropening van de internationale reissector, eerst in Azië en vervolgens wereldwijd, worden gerekend.”
(ns)