Verbod op Afghaanse papaverteelt brengt voorlopig weinig zoden aan de dijk

In Afghanistan is de papaverteelt door de Taliban officieel verboden, maar tot dusver blijkt die maatregel nog geen echt resultaat te hebben gehad. Dat zegt Daniel Simms, professor geografische dataverzameling aan de Cranfield University in de Engelse stad Bedford, op basis van cijfers van het United Nations Office on Drugs and Crime (UNODC).

Waarom is dit belangrijk?

Opium is voor Afghanistan een belangrijke economische tak. Cijfers van de Verenigde Naties drie jaar geleden gaven aan dat Afghanistan 85 procent van de wereldwijde opiumproductie voor zijn rekening neemt. De sector biedt werk aan meer dan een half miljoen mensen en is de grootste pijler van de Afghaanse economie. Het land produceerde twee jaar geleden 6.800 ton opium. Het voorbije jaar nam dat volume nog met 8 procent toe. De totale inkomsten van de Afghaanse opiumproductie liepen daarbij op tot een bedrag tussen 1,8 miljard dollar en 2,7 miljard dollar.

Complexe relatie: Professor Simms wijst erop dat de Taliban met de opiumhandel altijd al een ingewikkelde relatie hebben gehad.

  • Opium is een verdovend middel en volgens de islamitische wet dus officieel verboden. Maar tegelijkertijd vormt de handel een cruciale pijler van de economie in de gebieden die door de Taliban worden gecontroleerd.
    • Lokale leiders van de Taliban verzamelen bovendien de financiële middelen voor hun activiteiten door een belasting op te leggen aan de boeren die de papavers verbouwen en de partijen die de opium produceren.
  • Toen de Taliban anderhalf jaar geleden de macht in Afghanistan heroverden, beloofden ze de opiumproductie te zullen verbieden. Dat verbod werd in april vorig jaar daadwerkelijk afgekondigd.
    • Dat initiatief werd vooral bestempeld als een tactiek van de Taliban om een internationale erkenning te verkrijgen, in de hoop dat de buitenlandse tegoeden van Afghanistan – die nog steeds aan internationale sancties onderhevig zijn – zouden worden vrijgegeven.
    • De recente cijfers van het drugsbureau van de Verenigde Naties tonen echter aan dat dit verbod tot dusver nog geen effect heeft gehad.
      • Het Afghaanse opiumareaal is het voorbije jaar nog met 56.000 hectare toegenomen tegenover het jaar voordien. Dat betekende een stijging met 32 procent op amper een jaar tijd.
      • Ook de Afghaanse opiumoogst genereert steeds meer opbrengsten. Sinds het drugsbureau van de Verenigde Naties de opiumteelt bijna drie decennia geleden geleden begon te controleren, kon slechts twee keer – in 2017 en 2018 – een grotere oogst worden gemeld dan vorig jaar.

Moeilijke strijd: Eerdere pogingen om de teelt onder controle te krijgen, hebben eveneens weinig succes gekend.

  • De Verenigde Staten lanceerden twintig jaar geleden een actie om de papavervelden te vernielen. Die campagne kostte bijna 300 miljoen dollar.
    • Dat komt neer op meer dan 31.000 dollar per hectare, maar toen de campagne zes jaar later werd afgerond bleek vooral dat het bijzonder moeilijk is om de teelt te bestrijden.
  • Er werden verschillende redenen geciteerd voor het mislukken van de inspanningen om de illegale teelt te beteugelen.
    • In eerste instantie moet rekening gehouden worden met de omvang van de teelt. In de provincie Helmand wordt ongeveer 20 procent van de landbouwgrond voor de teelt van papaver gebruikt.
    • Bovendien kunnen er aan de lokale boeren ook slechts weinig rendabele alternatieven worden gepresenteerd.
    • Daarnaast moesten de operaties in een vijandig gebied worden uitgevoerd, wat bijkomende problemen op het gebied van veiligheidsmaatregelen opleverde.
  • Er zijn aan de teelt van papaver nog meer problemen gebonden. “De druk op de opiumproductie in de meer gevestigde gebieden zorgde voor een uitbreiding van de teelt naar regio’s die vroeger tot de woestijn behoorden”, verduidelijkt Simms.
    • “De telers gebruiken in dat nieuwe areaal voor de irrigatie water uit diepe putten, waardoor de toekomstige waterbevoorrading van het hele gebied in het gedrang kan komen.”
  • “De Afghaanse boeren zijn nu meer dan ooit afhankelijk van opium voor hun levensonderhoud, omdat er geen haalbare alternatieven beschikbaar zijn om inkomsten te genereren”, geeft de onderzoeker nog aan.
    • “De ontwikkeling van de reguliere landbouw in deze marginale gebieden vereist investeringen in duurdere landbouwtechnieken, zoals pompen om water voor irrigatie beschikbaar te maken, maar dat materiaal kan alleen met opiumgeld worden betaald”, betoogt de Britse wetenschapper.
    • “Vermoed werd wel dat de Taliban erin zou kunnen lukken de teelt uit roeien, zoals zij dat ook in het begin van deze eeuw hadden gedaan. Dat was toen het resultaat van een brutale handhaving van het verbod, onder meer met lijfstraffen en een opsluiting in de gevangenis.”

Weinig signalen van succes: Tot nu toe blijken er volgens Simms echter geen aanwijzingen dat de teelt ook dit keer is ingekrompen.

  • “Dat moet misschien wel gedeeltelijk worden toegeschreven aan het tijdsverloop dat nodig is vooraleer het wettelijk verbod zich ook op het terrein weerspiegelt”, werpt hij op.
    • De opiumteelt in het zuiden van Afghanistan gaat elk jaar in oktober van start. De zaailingen van de papaver brengen de winter slapend door en beginnen te groeien wanneer de temperaturen in de lente beginnen te stijgen.
    • De bloei volgt in maart of april, waarna de teelt kan worden geoogst. Er kan dus mogelijk over enkele maanden meer duidelijkheid volgen over de reële impact van het verbod.
  • “De Taliban heeft na de uitvaardiging van het verbod wel een aantal publiciteitsstunts uitgehaald, onder meer door de distributie van beelden over acties om de papavers te vernietigen, maar dat maakte uiteindelijk weinig verschil voor de Afghaanse economie, die diep in het narcoterrorisme is geworteld”, betogen deskundigen.
Meer