Het klinkt tegenstrijdig: vennootschappen die geconfronteerd worden met bijkomende kosten doordat hun omzet stijgt. Toch gebeurt het, doordat bepaalde indicatoren niet geïndexeerd werden. Unizo pleit ervoor dat dit snel wordt doorgevoerd, zo klinkt het bij Julie Leroy, fiscaal adviseur bij de ondernemersorganisatie.
Beluister hier het volledige gesprek met Julie Leroy:
- Leroy legt uit: “Door alle kosten die vennootschappen hebben, moesten zij hun prijzen laten stijgen. In bepaalde ondernemingen is daardoor ook de omzet gestegen. Het probleem is dat de omzet samen met je balanstotaal en het aantal werknemers belangrijke indicatoren zijn om te bepalen of een vennootschap klein of groot is.”
- “Die indicatoren zijn niet meer aangepast aan de realiteit sinds eind 2015 en de bedragen werden niet meer geïndexeerd. Daardoor zijn er veel bedrijven die nu als een grote vennootschap worden beschouwd, terwijl ze volgens de huidige economische omstandigheden als een kleine vennootschap zouden moeten worden beschouwd, met alle gevolgen van dien.”
Indexeren van de drempels
De definitie: De bewuste drempels staan in het wetboek vennootschappen: 50 werknemers, een jaaromzet van 9 miljoen euro en een balanstotaal van 4,5 miljoen euro. Zodra een vennootschap twee opeenvolgende boekjaren twee of drie van die drempels overschrijdt, wordt het een grote vennootschap.
- “Ons voorstel is om die drempels terug aan te passen aan de economische realiteit en deze met 25 procent te indexeren“, aldus Leroy. “Wat dat dan zou neerkomen op een omzet van 11.250.000 euro en een balanstotaal van 5.625.000 euro. Die 25 procent stellen we voor omdat we hebben gekeken naar de consumptieprijsindex die we als indicator daarvoor gebruiken.”
Volgt België Europa?
- “We hebben ook een Europese KMO-definitie, die binnen de Europese Unie wordt bepaald. De EU heeft eerder deze maand besloten om die drempels ook te indexeren met 25 procent, om zo ook de inflatie sinds 2013 te weerspiegelen. Dat lijkt mij een sterk signaal waardoor we in België niet kunnen achterblijven.”
- “Volgens onze berekeningen gaat het over minstens 550 vennootschappen. Je zou kunnen zeggen dat dit niet zoveel is, maar het weerspiegelt ook wel veel mensen. Die mensen tewerkstellen is toch belangrijk voor de economie.”
(nd)