Al weken probeert staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole de Moor de rest van de regering mee in bad te sleuren, om de asielcrisis te baas te blijven. Daarbij rolde ze een ‘winterplan’ uit, dat vooral een noodkreet was naar Defensie, Binnenlandse Zaken, Ambtenarenzaken en de Regie der Gebouwen, om mensen en plekken bij te krijgen.
De Vivaldi-coalitie reageerde in stapjes. Maar zowel Petra De Sutter (Groen) als Ludivine Dedonder (PS) konden er moeilijk nog naast kijken: na een aankondiging vorige week van Defensie, dat er 1.500 plekken bij zouden komen, besliste men gisteren dat er van Ambtenarenzaken nu tot 200 ambtenaren vrijgemaakt kunnen worden. Op twee locaties zou tijdelijke noodopvang bijkomen. De donkere wolken leken zo toch al behoorlijk opgeklaard voor de Moor.
Maar dat is buiten de eigen partij gerekend, waar in West-Vlaanderen Frank Casteleyn, cd&v-burgemeester van Jabbeke helemaal door het lint gaat. In zijn gemeente, en in Glons in Wallonië, komen die nieuwe opvangplekken bij. In Jabbeke is dat overigens in een gesloten centrum: erg veel last gaan ze hoe dan ook niet hebben van asielzoekers die er terecht kunnen.
Maar in de lokale krant en vanmorgen op Radio 1, hield hij een vurig discours, dat niet altijd te verstaan was wegens een wel zeer stevig West-Vlaams accent. “Men moet de afspraken naleven. Niet met mij.”
Ook heel duidelijk te verstaan: hij gooide de plannen van zijn partijgenote de Moor helemaal onder de bus, omdat hij “beloften had gekregen van Sammy Mahdi”, de voorganger van de huidige staatssecretaris en sindsdien partijvoorzitter.
“Ik ben op 1 februari uitgenodigd op het kabinet van Mahdi. Men wilde een terugkeercentrum in Jabbeke. De afspraak was dat het daarmee voldoende was voor Jabbeke”, zegt Casteleyn, een lokaal erg populaire burgemeester die bekend staat als een tikje excentriek: hij heeft een gigantische collectie kleurrijke schoenen.
Daarbij gooide Casteleyn de hele conversatie tussen het kabinet en hemzelf op de radio. Hij beweerde daar dat hij” de kans niet had gekregen zich deftig te verzetten”. “Ze hadden eerst zelfs niet gebeld.” “Uiteindelijk heeft de kabinetschef gebeld en dan een communicatiemedewerker. Ze hebben waarschijnlijk gezegd, daar in Brussel, ‘we gaan die burgemeester ne keer pakken, en ne keer van jet geven’”.
Op het kabinet van de Moor kan men niet anders dan sussen, via De Standaard: “We moeten plaatsen creëren om mensen zo snel mogelijk van straat te halen. We zullen opnieuw in gesprek gaan met burgemeester Casteleyn om de situatie uit te leggen.”