Strenge houding Duitsland ten aanzien van “green-washing” kan regels voor EU-fondsen bepalen

De financiële wereld ondergaat een historische ommekeer. Particuliere en institutionele beleggers proberen hun geld te gebruiken in de strijd tegen klimaatverandering en sociale onrechtvaardigheid. Tegelijkertijd keren ze zich af van bedrijven die als schadelijk worden gezien voor die doelen. Vermogensbeheerders wijzen op de duurzaamheid van hun portefeuilles, maar omdat duidelijke definities ontbreken, is die trend vatbaar voor misbruik.

De strenge regels die Duitsland voorbereidt om green-washing in beleggingsfondsen te voorkomen, zullen Europa’s inspanningen om kapitalisme groener te maken, helpen vormgeven. Dat zegt de Duitse waakhond voor de financiële markten. “De Duitse maatregelen zijn waarschijnlijk een goede stap richting de Europese regels”, zegt Thorsten Poetzsch, hoofd effectentoezicht van BaFin, in een interview met Bloomberg. “Ik denk dat we vroeg of laat een Europees ontwerp op dit gebied zullen zien.”

Vage voorwaarden

Duitse beleggingsondernemingen beheerden eind juni 361 miljard euro in duurzame fondsen. Dat is 10 procent van de totale fondsenmarkt van het land, volgens de BVI, de lobbygroep van de sector.

“We hebben verschillende fondsen gevonden waarvan de voorwaarden zo vaag zijn dat je niet meer zeker weet of ze ook duurzaam zijn,” zei Poetzsch.

Een voorbeeld: een fonds dat zegt dat 75 procent van zijn activa in converteerbare obligaties zit.

  • Een converteerbare obligatie, of schuldbewijs, is een obligatie die omgezet kan worden in aandelen.

Het fonds beweert dat die activa geselecteerd zijn “op basis van milieu, maatschappij en ondernemingsbestuur (ESG)”. Poetzsch zegt dat de beschrijvingen te algemeen zijn en dat er meer details nodig zijn over hoe de activa worden gekozen.

Zo omschreef een andere vermogensbeheerder duurzaamheid simpelweg als “het streven naar commercieel succes op de lange termijn, rekening houdend met ESG-principes”. “Dat is te vaag en kan van alles betekenen.” zegt Poetzsch.

Hogere lat

De Europese Unie heeft dit jaar nieuwe normen omtrent openbaarmaking ingevoerd. Die normen verplichten fondsbeheerders gegevens te publiceren over fondsen die groen zijn of aspecten van duurzaam beleggen omvatten. De regels zullen volgend jaar nog worden uitgebreid.

BaFin mag dan niet de eerste nationale toezichthouder in Europa zijn die regels opstelt voor duurzaam beleggen, ze legt de lat op sommige vlakken wel hoger dan in andere landen. De geplande regels van de Duitse toezichthouder vereisen een minimumdrempel van 75 procent voor activa die ESG-doelstellingen helpen verwezenlijken. Dat is strenger dan in andere landen die scoringssystemen of kwalitatieve vereisten hanteren.

Kernpunten van de geplande duurzaamheidsrichtlijn van Bafin voor publiek toegankelijke fondsen

  • Minstens 75 procent van de beleggingen moet worden gedaan in activa die ESG-doelstellingen helpen verwezenlijken
  • Fondsen kunnen ook een duurzame beleggingsstrategie hebben
  • Plafonds voor bepaalde activa: zoals een beperking van 10 procent voor activa die verbonden zijn met fossiele brandstoffen
  • In de geplande regels van BaFin wordt de EU-definitie van ESG-doelstellingen gehanteerd. Onder die definitie vallen onder andere een efficiënter gebruik van energie en grondstoffen en de vermindering van afval en koolstofemissies. 
  • Duurzaamheid heeft betrekking op het aanpakken van ongelijkheid, het bevorderen van sociale samenhang en arbeidsverhoudingen, en investeringen in menselijk kapitaal of in economisch of sociaal achtergestelde gemeenschappen.

De sector heeft tot 6 september de tijd om feedback te geven op de plannen van BaFin. De lobby van de Duitse fondsensector heeft gezegd dat de drempel voor ESG-activa zo hoog is dat vermogensbeheerders er wellicht voor zullen kiezen om duurzame fondsen in Luxemburg te starten in plaats van in Duitsland.

“We willen een zo hoog mogelijke kwaliteit van toezicht creëren”, zei Poetzsch. “Dat kan een voordeel zijn bij de marketing van deze fondsen.”

(lb)

Meer