Mensen die op straat komen om te protesteren tegen de militaire staatsgreep in Myanmar en die de veiligheidstroepen hinderen, riskeren celstraffen tot 20 jaar. Dat meldt de BBC.
Het leger, dat begin deze maand een voorlopig einde maakte aan de lange transitie naar democratie van het Zuidoost-Aziatische land, heeft een reeks wetswijzigingen aangekondigd. Daarbij worden lange gevangenisstraffen en boetes worden opgelegd aan iedereen die haat zaait tegen het leger ‘door middel van woorden – gesproken of geschreven -, of door tekens, of door illustraties’.
In een verklaring die maandag op de website van het leger is geplaatst, valt onder andere ook te lezen hoe betogers die veiligheidstroepen hinderen zeven jaar gevangenisstraf kunnen krijgen. Mensen die in het openbaar angst of onrust stoken riskeren celstraffen tot drie jaar.
De waarschuwingen kwamen er enkele uren nadat het internet opnieuw was hersteld. Het leger schakelde de afgelopen weken namelijk geregeld de toegang tot het internet uit om de activiteiten van betogers te verstoren en om hun controle over het land te verstevigen.
Schoten gelost
Zondag demonstreerden in Myanmar honderdduizenden betogers voor de negende dag op rij tegen de militaire staatsgreep in hun land. Volgens waarnemers en lokale media loste het leger in de noordelijke stad Myitkina schoten op betogers. Er zouden toen ook vijf journalisten zijn opgepakt door veiligheidstroepen.
Daarnaast liet de Amerikaanse ambassade in het land weten dat er zondag troepenbewegingen waren in de grootste stad Yangon, waarbij ook gepantserde voertuigen in het straatbeeld te zien waren.
Arrestatiebevelen
Verschillende westerse ambassades hebben zondag de militaire junta opgeroepen om het geweld tegen de betogers een halt toe te roepen. ‘We roepen de militairen op om geen geweld te gebruiken tegen demonstranten en burgers’, schreven diplomatieke vertegenwoordigers van onder meer de Verenigde Staten, Canada en de Europese Unie.
Zaterdag heeft het leger nog arrestatiebevelen uitgevaardigd tegen zeven prominente oppositieactivisten en waarschuwden ze de bevolking om geen onderdak te bieden aan oppositieactivisten die op de vlucht zijn. De junta heeft toen ook wetten opgeschort waardoor het nu mogelijk is om mensen langer dan 24 uur vast te houden en om privé-eigendommen te doorzoeken.
