Schuldencrisis in Zambia zegt veel over de staat van de wereld

Afrika wordt opnieuw met een zware schuldencrisis bedreigd. De voorbije zes jaar hebben de regeringen uit de Sub-Sahara voor 81 miljard dollar obligaties uitgeschreven. Bovendien hebben de landen grote schulden aan China, waaraan ze door grote infrastructuurprojecten zijn gebonden. Deze situatie houdt grote gevaren in. Dat schrijft het magazine The Economist.

Er wordt op gewezen dat de staatsschuld in de helft van de landen uit de Sub-Sahara tot meer dan 50 procent van het bruto binnenlandse product is opgelopen. Het risico op een crisis wordt volgens The Economist dan ook steeds groter.

Zambia

“Zambia is van die dreigende problemen een typisch voorbeeld,” betoogt The Economist. “Zes jaar geleden kon Zambia goedkoper lenen dan Spanje. Nu moet Zambia echter 16 procent meer betalen dan Spanje. Hieruit moet worden afgeleid dat vele investeerders vrezen dat het land failliet zal gaan. Er kunnen echter verschillende oorzaken worden aangewezen voor de nieuwe achteruitgang.”

“In eerste plaats is er de kwijtschelding van schulden. In het midden van het voorbije decennium besliste het Internationaal Monetair Fonds een programma op te zetten om arme landen met een zware schuldenlast te helpen. Daardoor kon Zambia, samen met negenentwintig andere Afrikaanse landen, het grootste deel van zijn schulden schrappen.”

“Sceptici zoals econoom William Easterly waarschuwden voor zware gevolgen. Volgens hen zou de kwijtschelding van de schulden er alleen maar voor zorgen dat frauduleuze Afrikaanse regimes nog meer risicovolle kredieten zouden aangaan, tenzij een hervormingsprogramma voor een economische groei en een verbeterde regering werd geïmplementeerd.”

“De schuldverlichting heeft ongetwijfeld geld vrijgemaakt voor de bouw van scholen en ziekenhuizen, maar de waarschuwingen van Easterly bleken heel terecht,” aldus nog The Economist. “Op amper één decennium verzamelde Zambia opnieuw een schuldenlast die opliep tot 59 procent van het bruto binnenlandse product.”

“De Zambiaanse president Edgar Lungu wijst daarbij naar de val van de koperprijzen zeven jaar geleden, maar in werkelijkheid moet worden vastgesteld dat het land geleid wordt door een ondeskundige en corrupte elite, die het gemakkelijk krediet in hun eigen kluizen lieten verdwijnen.”

“Het geld van de kredieten werd vaak gestolen of uitgegeven aan allerlei prestigeprojecten met opvallend hoge kostprijzen,” zegt het magazine. “De aanleg van wegen en andere infrastructuur bleek op een mysterieuze manier twee keer duurder te zijn dan in de buurlanden. Op de luchthaven werd een nieuwe terminal gebouwd voor een gigantische massa aankomsten die het land nooit zal boeken.”

“Zambia gleed tegelijkertijd af naar een grotere corruptie. De belangrijkste onafhankelijke krant van Zambia, die de inhaligheid van de elite geregeld aan de kaak stelde, werd door de autoriteiten gesloten.”

China

Daarnaast moet volgens The Economist worden opgemerkt dat steeds meer kredietverstrekkers de onverantwoorde leningen aanmoedigen. “Het Internationaal Monetair Fonds waarschuwde het land twee jaar geleden nieuw leningen te beperken,” aldus het magazine.

“Toen moest echter worden vastgesteld dat een aantal regeringen – vooral China – maar al te graag bereid waren tussenbeide te komen. Inmiddels is ongeveer een kwart van de Zambiaanse schulden in Chinese handen. Zambia heeft daarnaast bovendien ook leningen gevraagd aan Turkije, een land dat in Afrika eveneens ambities koestert.”

“Er moet dan ook worden geconcludeerd dat de regels voor de aanpak van de Afrikaanse schuldencrisis zijn gewijzigd,” aldus The Economist. “In het verleden waren de Wereldbank, het Internationaal Monetair Fonds en de Club van Parijs de belangrijkste schuldeisers.”

“Dat gaf het muntfonds de macht om economische hervorming te eisen als voorwaarde voor verdere hulp. Dat is met de grotere invloed van China echter duidelijk veranderd. China legt immers veel minder nadruk op deugdelijk beheer. Daardoor heeft het Internationaal Monetair Fonds in de regio veel van zijn macht verloren.”

Aangezien zoveel concurrerende belangen aanwezig zijn, zou het volgens The Economist wel eens veel moeilijker kunnen worden om een volgende Zambiaanse schuldencrisis aan te pakken. Wanneer het land zijn financiële verplichtingen niet meer zou kunnen nakomen, zouden de Chinese geldschieters immers wel eens grote delen van de Zambiaanse infrastructuur – zoals belangrijke nutsvoorzieningen – als compensaties kunnen opeisen.

“Een crisis zal alleen kunnen worden vermeden indien alle landen, China inbegrepen, het Internationale Monetair Fonds de macht geven om in te grijpen,” aldus The Economist. “Helaas lijkt een dergelijke uitkomst heel onwaarschijnlijk.”

Meer