Saudi’s betalen 15 miljoen dollar per jaar voor rally ‘Parijs-Dakar’

Op 5 januari gaat in Saudi-Arabië de 41ste editie van de bekende motorrally Parijs-Dakar rally van start. De rally begint in de havenstad Djedda aan de Rode Zee en eindigt op 17 januari in Qiddiya, niet ver van de Saudische hoofdstad Riyadh. Net als het voetbal, de Formule E, de atletiek en golf, lijkt nu ook de motorsport te vallen voor het geld van de Golfstaten. Mensenrechtenorganisaties hebben vele vragen bij deze trend.

De allereerste Parijs-Dakar startte in 1979 in de Franse hoofdstad en eindigde 2 weken later in het Senegalese Dakar. Hoewel de naam werd behouden hebben beide steden nog weinig met de rally te maken. In 2009 verhuisde de rally met start en finish naar Zuid-Amerika. De politieke onrust in dat continent heeft organisator ASO echter doen besluiten om de editie 2020 te laten starten in Saoedi-Arabië.

Image – ASO

15 miljoen dollar per jaar

Dat zal ook de volgende 5 jaar het geval zijn. De Saudi’s zouden organisator Amaury Sport Organisation (ASO) daarvoor 15 miljoen dollar (13,4 miljoen euro) per jaar overmaken. ASO is ook de organisator van o.a. de Ronde van Frankrijk, Paris-Roubaix, Parijs – Nice en het PGA-golftoernooi Open de France.

Na de recente organisatie van de wereldbeker atletiek in Qatar en de toewijzing van het WK Voetbal 2022 aan datzelfde land, rijzen ook nu vragen over de drijfveer van buurland Saudi-Arabië om de organisatie van ‘le Dakar’ naar zich toe te trekken. Activisten blijven gewag maken van ernstige inbreuken op de mensenrechten in dat land.

Mensenrechten

Dat heeft vooral te maken met de moord op de Saudisch-Amerikaanse journalist Jamal Khashoggi in oktober vorig jaar. Ondanks een reeks veroordelingen vorige week, blijven buitenlandse inlichtingendiensten ervan overtuigd dat de opdrachtgever de Saudische kroonprins Mohammed bin Salman was. Dan is er de oorlog in Jemen. Daar zijn volgens de ngo Acled sinds 2015 ruim 12.000 burgers gedood door een door de Saudi’s geleide coalitie. Ook de VN blijven herhalen dat het conflict in Jemen 3,3 miljoen mensen op de vlucht heeft gejaagd. In totaal zou 80% van de lokale bevolking van alle internationale hulp zijn afgesneden.

Vraag is dus of grote sportevenementen vandaag aan rijke landen moeten worden toevertrouwd. Vooral wanneer die het met de democratie en de mensenrechten niet al te nauw nemen. Sport ademt wel degelijk belangrijke waarden uit: tolerantie, samenhorigheid en gelijkheid. Die waarden moeten volgens mensenrechtenactivisten niet worden verkocht aan de hoogste bieder. Zeker niet als die bieder aan mensenrechten geen boodschap heeft en gewoon sportevenementen opkoopt om zijn blazoen op te poetsen.

Meer