Rusland, China en Iran probeerden presidentscampagnes te hacken

Hackersgroepen uit Rusland, China en Iran hebben geprobeerd binnen te dringen in de presidentiële campagnes van Joe Biden en Donald Trump. Dat meldt Microsoft.

De techgigant heeft met 77 procent van de markt het grootste besturingssysteem voor computers en heeft dus een goed zicht op infrastructuur die hackers gebruiken. Via zijn Threat Intelligence Center speurt het naar cyberaanvallen en pogingen tot hacking.

In een blogpost legt het bedrijf nu uit dat drie hackersgroepen hebben geprobeerd zich toegang te verschaffen tot de Amerikaanse presidentscampagnes, twee maanden voor de verkiezingen.

Europese Volkspartij

Het Russiche Strontium, Zirconium uit China en Phosphorus uit Iran – alledrie genoemd naar elementen uit de tabel van Mendelejev – stuurden voorlopig vooral phishing-mails, soms zelfs naar persoonlijke accounts van medewerkers. Een phishing-mail is een e-mail met een link in die u naar een valse website leidt. Daar worden uw gegevens afgenomen. De pogingen waren tot nu toe vruchteloos.

Het is niet de eerste keer dat een presidentscampagne onder vuur van hackers komt te liggen. In 2016, bij de vorige presidentsverkiezingen, drongen hackers binnen in de campagne van de Democrate Hillary Clinton. Het Russische Strontium, dat ook bekend staat als Fancy Bear, zat daar voor iets tussen.

Maar Fancy Bear heeft nog veel meer op zijn kerfstok. Zo kon Microsoft achterhalen dat de hackers ook hebben geprobeerd binnen te dringen bij de Europese Volkspartij, waar ook onder andere CD&V deel van uitmaakt, en politieke partijen in het VK.

Meer