Waterniveau van de Rijn begint terug te stijgen, maar crisis is nog niet voorbij

Het waterniveau van de Rijn, een van de transportslagaders van Europa, zal dit weekend waarschijnlijk terug beginnen stijgen. De lage waterstand zorgde ervoor dat essentiële goederen zoals steenkool de voorbije weken moeilijk konden worden verscheept. 

De markering van de waterstand in Kaub, een smal en ondiep punt van de rivier dat als ijkpunt voor de bevaarbaarheid wordt gebruikt, zal in de komende dagen terug stijgen tot 67 centimeter. Momenteel staat die daar gevaarlijk laag, op slechts 38 centimeter, waardoor het voor schepen niet meer economisch is om er langs te varen. 

Op het punt wordt niet de ware diepte van het water gemeten, dat een stuk dieper is. Het dient voornamelijk als referentiepunt voor schepen. Als de markering zich onder de 40 centimeter bevindt, is het voor veel boten immers niet economisch rendabel om langs het punt te varen, omdat zij dan minder vracht kunnen vervoeren. Anders lopen zij het risico te verzanden.

Door de lage waterstand dreigde de levering van essentiële goederen af te nemen. Zo kondigde de Duitse energiereus Uniper vorige week bijvoorbeeld aan dat het mogelijk niet genoeg steenkool zou kunnen verkrijgen om een aantal elektriciteitscentrales op volle capaciteit te laten draaien. Ook andere bedrijven, onder andere producenten van staal en chemische goederen, moesten andere manieren vinden om grondstoffen te leveren. 

Crisis nog niet gedaan

Ondanks de prognose dat het waterniveau nu terug zal stijgen, is de crisis nog lang niet gedaan en wordt verwacht dat sommige boten nog altijd minder vracht zullen vervoeren. Zelfs na het weekend zal het waterniveau immers nog een stuk lager liggen dan het jaarlijkse gemiddelde van 1,7 meter. Intussen wordt verwacht dat de prijs om goederen te vervoeren via de Rijn nog altijd hoger zal blijven dan normaal. 

Woensdag werd het waterverkeer zelfs even tegengehouden, toen een schip vast kwam te zitten. Dat incident zou echter niet door de lage waterstand komen, maar door een technisch defect met het schip. Intussen is het verkeer terug in beide richtingen geopend.

Energiecrisis

De situatie verergert de energiesituatie in het land en Europa, die al niet denderend is. Door de oorlog in Oekraïne en de nazinderende effecten van de COVID-pandemie, bereikten de energieprijzen de voorbije maanden recordhoogtes. 

Het ongebruikelijk warme weer dit jaar heeft bovendien ook in andere Europese landen een impact op de energieproductie. Zo zou Noorwegen, normaal gezien een netto-exporteur van energie, maatregelen nemen om de eigen energieproductie te verzekeren, nadat de waterniveaus in de bassins die gebruikt worden om waterkrachtcentrales aan te drijven, lager dan normaal lagen na een droge winter en lente.

Ook in Frankrijk heeft de hittegolf gevolgen. Daar werd de elektriciteitsproductie aangetast, omdat het rivierwater dat normaal gezien wordt gebruikt om kernreactoren af te koelen, te heet was. Het land exporteert in normale omstandigheden grote hoeveelheden elektriciteit naar andere Europese landen. 

(fjc)

Meer