Is het opnieuw interessant om te beleggen in termijnrekeningen of kasbons?

Door de recente renteverhoging van de Europese Centrale Bank (ECB) hebben enkele kleinere banken de rente op termijnrekeningen en kasbons verhoogd. Zijn dergelijke beleggingsproducten een goed alternatief voor het laagrentende spaarboekje?

De ECB heeft vorige maand voor de eerste keer in elf jaar de rente opgetrokken. De toezichthouder pakte toen uit met een verhoging met 50 basispunten. De eerste effecten van die beleidsbeslissing zijn vandaag al zichtbaar. De grootbanken KBC en BNP Paribas hebben bijvoorbeeld deze maand afscheid genomen van de negatieve rente. ING volgt in september.

Hogere rente termijnrekening en kasbons

NIBC Direct was dan weer de eerste bank om de spaarrente op een gereglementeerde spaarrekening te verhogen. De internetbank trok in juli de rente op de Getrouwheidsrekening op van 0,15 naar 0,2 procent.

Nu sleutelt die bank ook aan de rente op de termijnrekening. Dat meldt De Tijd. Op 9 augustus stijgt de brutorente op termijnrekeningen met looptijden van twee tot tien jaar naar 0,75 procent. Tot nu bood de bank maar 0,1 procent op looptijden vanaf vijf jaar en nog minder voor kortere looptijden.

NIBC Direct is overigens niet de eerste bank die zo’n beslissing neemt. VDK Bank verhoogde begin deze maand al de rente op de kasbons. Bij de Gentse bank krijg je bijvoorbeeld voortaan 0,85 procent bruto als je belegt in een kasbon met een looptijd van zes jaar. De termijnrekeningen van CKV bieden sinds 3 augustus 1 procent op één tot drie jaar, 1,25 procent op vijf jaar en 1,50 procent op tien jaar. De Tijd merkt op dat de grootbanken de rente op termijnrekening en kasbons momenteel ongemoeid laten.

Alternatief voor het spaarboekje?

Waarom zijn de banken bereid om de rente op de termijnrekeningen sneller te verhogen dan de spaarrente? Een termijnrekening heeft een langere looptijd dan een spaarboekje. Het kapitaal wordt vastgeklikt voor een bepaalde termijn, bijvoorbeeld vijf jaar. De banken kijken daarbij naar de marktrentes met een soortgelijke looptijd. De zogenaamde OLO (afkorting voor Obligation Linéaire/Lineaire Obligatie) op vijf jaar bedraagt momenteel 0,9 procent. Die op tien jaar is één basispunten verwijderd van 1,5 procent

Ons spaargeld daarentegen is op elk moment beschikbaar. Daarom wordt er gesproken van kortlopende deposito’s. De banken baseren zich daarbij op de depositorente van de ECB. Die bedraagt na de recente renteverhoging 0 procent. De kortermijnrente stijgt dus minder snel dan de langetermijnrentes.

Indien je geen risico’s wil nemen door bijvoorbeeld in aandelen te beleggen, kan je overwegen om te beleggen in kasbons of termijnrekeningen. De vergoeding ligt hoger dan bij de spaarboekjes, waar je doorgaans tevreden moet zijn met een rente van 0,11 procent. De deposito’s worden overigens ook beschermd door het depositogarantiestelsel tot 100.000 euro per persoon en per financiële instelling.

Belangrijke kanttekening: de vergoedingen die we hierboven hebben vermeld zijn bruto. Daarop moet je dus 30 procent roerende voorheffing betalen. Als je bij bijvoorbeeld een termijnrekening opent met een looptijd van 10 jaar hou je van de brutovergoeding (1,5 procent) netto 1,05 procent over, wat nog altijd bijna een tienvoud is van wat je krijgt op een spaarboekje. Dat gezegde zijnde, schieten die vergoedingen nog altijd tekort om de torenhoge inflatie te compenseren. Het leven in ons land is vorige maand bijvoorbeeld 9,6 procent duurder geworden.

Hou er wel rekening mee dat je je kapitaal vastklikt voor een bepaalde looptijd. De banken kunnen weigeren om het kapitaal voor de eindvervaldag uit te betalen.

(kg)

Meer