De Europese Centrale Bank verhoogt haar rente met 50 basispunten, wat forser is dan wat de meeste waarnemers verwacht hadden.
De meest richtinggevende rente, de zogeheten herfinancieringsrente, stijgt van 0,00 procent naar 0,50 procent. Het gaat om de eerste renteverhoging in elf jaar.
Vooraf werd er druk gespeculeerd of de ECB de rente met 25 basispunten, dan wel met 50 basispunten zou verhogen. Tot begin deze week was de consensus dat de centrale bank voor de geleidelijke weg (+25 punten) ging kiezen, maar in de aanloop naar het rentebesluit, gokten almaar meer analisten erop dat de centrale bank toch meteen voor een verhoging met 50 punten zou kiezen.
Er zijn daar drie argumenten voor:
- De verhoopte kalmering van de inflatie in de eurozone blijft uit.
- De euro zakte tot de pariteit met de dollar, waardoor in dollar verhandelde energieproducten duurder worden voor de eurozone. Een forse renteverhoging zou de euro weer sterker maken.
- In september zou de eurozone wel al eens in een recessie kunnen zitten, waardoor een grote renteverhoging dan ongelegen zou komen. Misschien is het beter de bitterste pil nu al door te slikken.
De twee andere beleidsrentes gaan mee omhoog: de depositorente komt op 0,00 procent en de strafrente op 0,75 procent. Dat betekent dat het tijdperk van de negatieve rentes voorbij is.
De euro verdapperde in een eerste reactie wat tegenover de dollar en steeg met 0,8 procent tot 1,0265 dollar.
Anti-fragmentatie-instrument
De ECB keurde ook het anti-fragmentatie-instrument goed dat de renteverschillen tussen eurolanden moet beperken. De definitieve naam is Transmission Protection Instrument of TPI. Daar komt later op de dag meer uitleg over.
(ns)
