Het Oostenrijks parlement heeft ingestemd met een vaccinatieverplichting vanaf de leeftijd van 18 jaar. De wet werd goedgekeurd met een aanzienlijke meerderheid van de stemmen: 137 parlementsleden stemden voor, 33 tegen. De wet gaat in vanaf 1 februari; wie tegen dan nog niet geprikt is krijgt een boete tussen 600 en 3600 euro, afhankelijk van het inkomen.
Zwangere vrouwen krijgen echter een uitzondering op de verplichting, net zoals mensen die een medische reden kunnen aantonen waarom ze geen vaccin kunnen krijgen. Ook krijgen de Oostenrijkers nog één maand respijt: vanaf maart starten de controles en bijhorende boetes.
Formaliteit
In Oostenrijk was de goedkeuring door het parlement eigenlijk maar een formaliteit. Niet enkel de fracties van de regeringspartijen, de ÖVP en de Groenen, maar ook veel leden van de sociaaldemocraten en van het liberale NEOS toonden zich voorstander van de maatregel. De nationalistische FPÖ had het meeste bezwaar tegen de prikplicht, omdat hiermee de meest wezenlijke grondrechten van burgers werden geschonden, en ze niet langer een gelijke behandeling krijgen.
Voor de wet helemaal rond is, moet ook de Bondsraad nog over de wet stemmen, maar ook dit lijkt maar een formaliteit. Buurland Tsjechië leek ook lang op weg naar een vaccinatieplicht, maar zal die uiteindelijk toch niet invoeren. De nieuwe regering beoordeelt dat de diepe maatschappelijke verdeeldheid enkel nog zal verergeren als vaccins worden verplicht. Desondanks ziet het vaccins wel nog steeds als de beste manier om Covid-19 te bestrijden.