Tijdens de jaren 1960 vochten de Sovjet-Unie en de VS de eerste race naar de ruimte uit. Uiteindelijk slaagde dat laatste erin om voor het eerst een mens op de maan te plaatsen. Maar een derde speler, Zambia, had ook ambities om naar het hemellichaam te reizen. Of die plannen serieus waren, valt nog altijd sterk te betwijfelen.
Het verhaal begon begin de jaren 1960, toen de excentrieke Edward Makuka Nkoloso het Zambiaanse ruimteprogramma opstartte. Het is nog altijd niet duidelijk hoe serieus hij dit nam, maar hij kreeg er alvast de nodige media-aandacht voor.
Nkoloso zei geïnspireerd te zijn geweest door de eerste vlucht die hij nam als kind. Toen ontstond zijn droom: Zambia, toen nog het Britse protectoraat Noord-Rhodesië, moest het eerste land worden dat de maan (en Mars) zou bereiken. Dat zou, om redenen die duidelijk zullen zijn als u de rest van dit artikel leest, niet lukken.
Astronauten “getraind” in olievaten en bomen
In 1964, tevens het jaar waarin Noord-Rhodesië onafhankelijk werd en omgedoopt werd tot Zambia, rekruteerde Nkoloso een tiental kandidaat-astronauten. Zij werden op een unieke manier getraind.
Om ze voor te bereiden op een gewichtloze omgeving, plaatste hij ze in lege olievaten, waarna hij ze van een heuvel rolde. Ook werden de vaten aan “hoge snelheden” rond bomen gedraaid, een budgetversie van NASA’s centrifuges, waarin astronauten worden blootgesteld aan hoge G-krachten om een lancering te simuleren.
Tijdens sommige tests werden de vaten zelfs losgeknipt, zodat een vrije val kon worden gesimuleerd. Verder werd rekruten aangeleerd om op hun handen te wandelen, omdat Nkoloso ervan overtuigd was dat dit nodig zou zijn op de maan.
17-jarige op de maan
De eerste persoon op de maan zou de 16-jarige Matha Mwambwa moeten worden. Zij zou samen met twee katten naar het hemellichaam reizen. Later zou er nog een ruimtevaarder bijkomen, Nkoloso’s eigen hond, Cyclops. Dat was een reactie op de ruimtevlucht van de Sovjet-hond Laika, die in 1957 het eerste levende wezen in een baan rond de aarde werd (tot ze zeer kort na het bereiken van de ruimte overleed).
Het gezelschap zou zowel de VS als de Sovjet-Unie verslaan naar de maan, hoopte Nkoloso, waarna eind de jaren 1960 ook Mars moest worden bereikt. Op Mars moest vervolgens een christelijke missie worden gebouwd. Dat zou nodig zijn om de “primitieve” Marsmannetjes te bekeren. Nkoloso bleek echter een gematigde christen te zijn: hij droeg de missionaris die hij uitkoos op om de Marsmannetjes niet onder dwang te bekeren.
Lancering op onafhankelijkheidsdag
De raket die de ruimtevaarders naar de maan moest brengen, een object dat opvallend hard op een ton van 2 op 3 meter leek, gemaakt uit “ruimtewaardig’ aluminium en koper, moest op 24 oktober 1964 gelanceerd worden, tevens de dag waarop Zambia onafhankelijk werd. De lancering werd uiteindelijk afgeschaft, omdat de regering die “ongepast” vond.
Nog een gebeurtenis gooide daarna roet in het eten. Mwamba, toen 17, raakte zwanger. Daardoor werd zij uit het ruimteprogramma gehaald door haar ouders. Haar carrière als astronaut was dus gedaan voordat die echt begon. Ook het feit dat het Zambiaanse programma er maar niet in slaagde investeerders aan te trekken, zorgde er steeds meer voor dat de resterende kandidaat-astronauten ontmoedigd raakten.
Nadat in 1969 voor het eerst een Amerikaan op de maan landde, was het verhaal helemaal gedaan. Nkoloso’s dromen om van Zambia de eerste natie op de maan te maken, werden aan diggelen geslagen. Het enige wat ervan overblijft, zijn een paar (niet-ongrappige) beelden, die u hieronder kan bekijken.
(kg)