Onafhankelijkheid ECB bestaat alleen op papier: EU heeft wel degelijk een minister van Financiën

In 2018 legde de Franse president Macron een voorstel neer om van de eurozone een transferunie te maken. Duitsland reageerde ondubbelzinnig. “Een transferunie, zoals ik het begrijp, zou een automatische financiële gelijkschakeling zijn. En ik ben ervan overtuigd dat zoiets niet bestaat” zei Angela Merkel. Ook haar minister van Financiën Schäuble wilde niet weten van wat onze oosterburen “een Europese superstaat” noemden. Een Europese minister van Financiën zou er nooit komen. Analisten en journalisten waren overtuigd dat de door Parijs gewenste centrale toegang tot het geld dat in de natiestaten wordt verdiend, was afgewend. Vier jaar later weten we beter.

Er is wel degelijk een Europese minister van Financiën. Alleen is die dat niet in naam. Maar de benoeming van Christine Lagarde aan het hoofd van de Europese Centrale Bank heeft haar meer administratieve macht en recht van toegang tot de bezittingen van de Europeanen gegeven dan om het even welke minister van Financiën in de wereld.

Lagarde kan vrijwel onbeperkt geld drukken en naar eigen goeddunken staats- en bedrijfsobligaties opkopen. De ECB heeft tijdens de ambtstermijn van Christine Lagarde al meer dan 2.000 miljard euro uitgegeven, berekent de Duitse website The Pioneer.

ECB heeft 21,1 procent van de Italiaanse schulden in handen

Volgens bepaalde quota wordt de staatsschuld van Europese staten opgekocht. Wat betekent dat deze Europese minister van Financiën is overgestapt op rechtstreekse staatsfinanciering. Sinds begin 2020 heeft deze onofficiële Europese schatkist volgens de OESO 21,1 procent van de schuld van Italië in handen. Het gaat om schulden die onder een normaal vrijemarktregime zo goed als onverkoopbaar zouden zijn. De ECB bezit ongeveer 140 miljard euro van de Belgische schuld, 730 miljard euro van de Franse schuld, 360 miljard euro van de Spaanse schuld en 675 miljard euro van de Italiaanse schuld.

Dan is er het jarenlange nulrentebeleid dat in cadans met het onbeperkt drukken van geld een galopperende inflatie veroorzaakt. (De Belgische inflatie steeg in november tot meer dan 7%). Wat op zijn beurt het effect van een Europese vermogensbelasting heeft. Maar dan zonder dat een politicus daar ooit zijn hand voor heeft moeten opsteken. Bij een inflatie van vijf procent zullen spaarders over twee jaar bijna tien procent van hun cash en bankdeposito’s verliezen.

Après Weidmann, le déluge…

Nu Bundesbank-president Jens Weidmann een tijd geleden aankondigde er de brui aan te geven is er binnen de ECB geen noemenswaardige interne oppositie meer. Christine Lagarde werd zo de enige minister van Financiën die aan geen enkel parlement verantwoording hoeft af te leggen.

De macht van deze Europese minister van Financiën blijkt ook uit het feit dat zij het Europese publiek bijna naar believen met cijfers om de tuin leidt. De inflatievoorspellingen van de ECB worden stelselmatig te laag ingeschat. Begin dit jaar had de bank het over een inflatieprognose van 0,9 procent voor 2021. Die prognose is ondertussen met meer dan 180 procent overschreden.

De Bank of England voerde deze week een eerste renteverhoging door; de Amerikaanse Federal Reserve plant rentestijgingen in voor 2022. In Europa niets van dat alles. De ECB handhaaft nog steeds een basisrente van nul procent. Ook moeten banken die geld bij de ECB parkeren nog steeds een negatieve rente van minus 0,5 procent betalen. De de facto vermogensbelasting voor geheel Europa blijft dus gewoon van toepassing.

Een verbijsterende vaststelling

De Franse krant Les Echos komt tot een verbijsterende vaststelling. De ECB kent de precieze oorzaak van de inflatie niet eens. “Sommigen geloven dat energie de belangrijkste factor is. … Anderen zien meer structurele oorzaken: de uittreding van miljoenen werknemers uit de arbeidsmarkt, de wereldwijde daling van de beroepsbevolking, de voortdurende stijging van de energieprijzen als gevolg van de ecologische transitie. Zolang de ECB niet meer weet, koopt ze enkel tijd. Zij kan haar expansieve beleid voor een korte periode handhaven en ervoor zorgen dat staten met een te hoge schuldenlast solvabel blijven. … Het is echter een riskante gok om de houdbaarheid van de overheidsfinanciën boven de koopkracht van de Europeanen te stellen.”

Met andere woorden: De onafhankelijkheid van de centrale bank ten opzichte van de politieke belangen en behoeften van de lidstaten van de eurozone bestaat alleen op papier. Economen wijzen er al langer op dat de ECB niet alleen haar officiële inflatiedoelstelling als maatstaf hanteert, maar er ook naar streeft om het schuldenbeleid van veel eurolanden zo draaglijk mogelijk te maken. … Hoe langer het beleid van goedkoop geld wordt voortgezet, hoe moeilijker het zal zijn om het te beëindigen.

Zoals wijlen de Beierse politicus en CDU-voorzitter Franz Josef Strauß ooit zei: “Ook al zet je een roze bril op, ijsberen veranderen niet in frambozen.”

(jvdh)

Meer