Als Nigeria erin slaagt om zichzelf socio-economisch op de rails te krijgen, wordt het de eerste echte Afrikaanse supermacht. Hoe is dat gekomen?
Het is middernacht in een middeleeuws paleis in de oudste stad van West-Afrika: Kano in Nigeria.
Duizend jaar geleden was dit een van de rijkste steden ter wereld: het eindstation van de trans-Saharaanse handelsroute dat zout ruilde voor slaven, goud en ivoor. Het paleis heeft muren van anderhalve meter dik, boekenrekken die van de vloer tot het plafond reiken, stenen paden en rijkelijk versierde mozaïeken koepels. Aan de muren hangen grote kleurenfoto’s van een ernstig uitziende man met een witte tulband en een sluier over het onderste deel van zijn gezicht. De twee staarten van de ceremoniële knoop die de sluier op zijn plaats houden, lijken op konijnenoren.
Het is Muhammadu Sanusi II, de 14de emir van Kano: het op één na belangrijkste religieuze ambt in Nigeria. Ik kijk toe hoe zijn assistent op handen en knieën over het tapijt schrijdt. Met zijn hoofd naar de vloer gericht overhandigt hij mijn visitekaartje aan de emir en kruipt achterwaarts terug. Sanusi geeft aan dat ik mag plaatsnemen.

Ik ben hier om uit te zoeken wat de toekomst voor Nigeria in petto heeft. Mijn bronnen verzekerden me dat de emir een van de drie of vier mensen was die daarop antwoord konden bieden. Het is een belangrijke vraag, en niet alleen voor Nigerianen. Binnen 30 jaar zal Nigeria een grotere bevolking hebben dan de Verenigde Staten. Tegen het einde van deze eeuw zal het land de derde grootste natie ter wereld zijn, na China en India, en ook het dichtst bevolkte land, met zelfs meer mensen per vierkante meter dan India. Er zullen meer moslims wonen dan waar ook ter wereld, en ook meer christenen. En als de puzzelstukken ook socio-economisch in elkaar klikken, kan het de eerste supermacht van het continent worden. Het land beschikt over ontzettend veel troeven die daar een bijdrage aan kunnen leveren: grondstoffen, grootte, talent, arbeidsethos en een democratische regering. Maar daar hoeft de lijst met uitdagingen niet voor onder te doen.
Ik hoop dat Sanusi me kan vertellen welke van de twee doorslaggevend zal zijn.
De emir heeft een diploma in sharia, de islamitische wetgeving, en een master in economie. Voor hij emir werd, stond hij aan het hoofd van de Nigeriaanse centrale bank. Zijn hervormingen aldaar waren zo agressief dat ze bekendstonden als de Sanusi-tsunami. Het leverde hem erkenning op als de beste centrale bankier ter wereld. Zijn plannen voor zijn emiraat zijn al even ambitieus. Ik luister aandachtig terwijl hij een toekomst beschrijft met betere rechten voor vrouwen en kinderen. Hij legt ook uit hoe onderwijswetten en kinderbijslag een halt kunnen toeroepen aan kindhuwelijken en de vertraging van de bevolkingsgroei in de hand kunnen werken. Hij heeft het over de modernisering van de landbouw en investeringen in de waardeketen ervan. Zou het kunnen?
De staat van de staat
Als je in een stoffige straat tot aan je enkels in het afval staat en toekijkt hoe jonge mannen een kar volladen met enorme flessen water van 20 liter om deur aan deur te verkopen aan gezinnen zonder stromend water, is het moeilijk om je in te beelden dat Nigeria de volgende supermacht wordt. Het is niet de eerste keer dat de verwachtingen voor dit land hoog zijn: dat was ook zo net na de onafhankelijkheid in 1960 en tijdens de golf van enthousiasme voor de Africa Rising-beweging een decennium geleden.
En toch, ondanks de wind in de zeilen bleef Nigeria aan de onderkant van de vergelijkende nationale indexen bengelen op het gebied van sociale vooruitgang, humanitaire ontwikkeling, vrede, beleid, innovatie, stabiliteit, corruptie en zakelijke omstandigheden; terwijl de Aziatische landen zich bovenin begonnen te nestelen. Nigeria is geen failed state, maar evenmin een succesvolle staat.
Ondertussen explodeert de bevolking, met een dubbel zo snelle groei als het wereldwijde gemiddelde. Dat is vooral in het noorden zo. Daar ligt het geboortecijfer rond de zeven kinderen per vrouw. Behalve in Lagos slagen lokale besturen er niet in om belastingen te heffen en basisvoorzieningen ter beschikking te stellen. De term ‘middenklasse’ wordt gedefinieerd als het vermogen om flessenwater en een generator aan te schaffen.

Nog een grotere bron van zorgen voor de meeste Nigerianen is veiligheid. Gemiddeld worden elke dag zeven Nigerianen uit de middenklasse en oliearbeiders gekidnapt en gegijzeld voor losgeld. Volgens velen is de veiligheidssituatie gerelateerd aan de economie. Wie zich schuldig maakt aan cyberfraude, afpersing, piraterij en overvallen doet dat omdat er geen legale manier is om aan de economie deel te nemen. Het zijn handelaars in geweld.
Het is nergens eenvoudig om vooruit te raken in het leven, maar in Nigeria is het nog moeilijker. Een complexe reeks beleidsmaatregelen en verdragen bewaart de vrede tussen de vele districten – met een bevolking bestaande uit 250 etnische groepen, waarvan de helft moslim en de andere helft christen. Dat maakt het moeilijk om ook maar iets gedaan te krijgen.
Veel problemen en een grote oorzaak van de impasse zijn terug te leiden tot olie. De aarde stort elke dag olie ter waarde van ruwweg 100 miljoen dollar uit de grond. Verspreid over de hele bevolking komt dat neer op 50 cent per persoon per dag. Dat is niet voldoende om iedereen rijk te maken, maar meer dan genoeg om enkelingen onmetelijk rijk te maken. Er wordt geschat dat 80 procent van de olieopbrengsten bij 1 procent van de bevolking terechtkomt. Voldoende geld om voor te strijden, en dat doen de Nigerianen dan ook op elk niveau van de economie. Door de olie wint de politiek buitenmaats aan belang.
Olie is goed voor 97 procent van de Nigeriaanse export. Tijdens de voorbije 21 jaar ging de referentieprijs van een vat olie onophoudelijk op en neer tussen de 15 en 130 euro. Hoge olieprijzen zetten aan tot fiscaal onverantwoord beleid, zoals buitensporige uitgaven, zelfingenomen openbare werken, gesubsidieerde import van verfijnde olieproducten, manipulatie van wisselkoersen en een grote mate van protectionisme. In periodes van hoogconjunctuur gooide Nigeria oliegeld over de balk en in periodes van lagere olieprijzen zag het zich genoodzaakt om geld te lenen.
Olie werkte ook vernietigend op het milieu. Hoewel er al vooruitgang geboekt is, draagt het land een lange geschiedenis met zich mee van allesbehalve milieuvriendelijke werkmethodes van internationale bedrijven, zoals het affakkelen van gas, dat enorm bijdraagt aan de klimaatverandering. Daarnaast werden verschillende milieurampen veroorzaakt door misdadigers die olie stalen uit de pijpleidingen, en ondernemers die werkten met illegale (en gevaarlijke) kerosine- en dieselraffinaderijen en hun afvalproducten op het land en in de waterwegen dumpten.

Een nieuw economisch mirakel?
Val nu niet van je stoel, maar ondanks het geweld, de bureaucratie en de hebzucht kan de Nigeriaanse economie even succesvol worden als die van China. Het land zou de enorme verwachtingen eindelijk kunnen inlossen. En de weg naar succes is dezelfde als die van China: de economie. Dat lijkt haast ondenkbaar, maar dat komt omdat we alleen het China van vandaag kennen. Weinigen herinneren zich nog de slapende panda die China veertig jaar geleden was. We zijn getuige geweest van vijf Oost-Aziatische economische mirakels. Daardoor beschouwen we China nogal makkelijk als onderdeel van een trend. Anderzijds maakt dat het moeilijk om ons een Afrikaans economisch mirakel in te beelden, simpelweg omdat we er nog nooit een meegemaakt hebben.
Een economie transformeren is niet eenvoudig, maar het is niet onmogelijk. Toen Mao Zedong in 1976 aan zijn einde kwam, was China een van de meest achtergestelde en verarmde naties. Tegenwoordig bedraagt de armoedegraad in China bijna 0 procent, en is 97 procent van de bevolking geletterd.
‘Nigeria heeft een geheim wapen: democratie.’
Als de vergelijking met China te ambitieus lijkt, komt India misschien meer in aanmerking? Vóór 1991 had India een sterk gereguleerde, socialistische economie, gekenmerkt door een hoge graad van protectionisme voor binnenlandse industrieën en door beruchte bureaucratische procedures. Op de rand van het faillissement begonnen eerste minister P. V. Narasimha Rao en minister van Financiën Manmohan Singh aan een hervormingsprogramma met verminderde invoertarieven. Dat stelde de economie open voor concurrentie en buitenlandse investeringen, die de bureaucratie in sneltempo sloopten. Het bbp per capita schoot omhoog van 332 naar 1.812 euro. Tussen 2014 en 2018 groeide India sneller dan China.
Zoals bij China en India kan het potentieel van Nigeria herleid worden tot één woord: grootte. Grote landen hebben enorme voordelen ten opzichte van kleine landen, zowel op het gebied van economische efficiëntie als het vermogen om investeringen aan te trekken.
Er wonen ongeveer 200 miljoen mensen, tien keer meer dan een gemiddeld Afrikaans land en bijna twee keer zoveel als het tweede grootste, Ethiopië. Een op de zeven Afrikanen is Nigeriaans. De bevolking van Nigeria is nu al groter dan die van Rusland en binnen 30 jaar zal ze de Verenigde Staten inhalen. Volgens de VN zullen er tegen het einde van deze eeuw 733 miljoen Nigerianen zijn.
Geheime wapens
Sommige stukjes van de puzzel beginnen al in elkaar te passen. Nigeria heeft een goed functionerende aandelenbeurs en kapitaalmarkt. Ongeveer vijf miljoen Nigerianen leven in het buitenland, vooral in het Verenigd Koninkrijk en de VS. De diaspora is hoogopgeleid en hartstochtelijk loyaal. Nigeria verdient elk jaar erg veel aan geldtransfers, afkomstig van Nigerianen in het buitenland. Nigeria beschikt ook over een bloeiende kunst- en entertainmentindustrie; niet alleen interessant voor verdiensten uit export, maar ook een bron van trots. De Nigeriaanse film- en televisie-industrie, of Nollywood, wordt ingeschat als de derde grootste ter wereld, na het Amerikaanse Hollywood en India’s Bollywood. Er worden zowat vijftig films per week geproduceerd in elk genre.

Maar er zijn zelfs nog meer pluspunten. Olie, films en de diaspora zijn gevestigde waarden. De toekomst is echter aan bedrijven die zelfs nog niet op de radar staan. Nigeria heeft een robuust en levendig ecosysteem van ondernemers. Yaba in Lagos is Nigeria’s Silicon Valley. Het trok de steun aan van internationale tech-ondernemers zoals Mark Zuckerberg van Facebook. Nigeria is bepaald sterk in financiële technologie en telecom.
Overal voel je het enthousiasme van kleine ondernemers. Ook de informele sector – straatverkopers, lokale bedrijven en handelaars – bloeit volop, vooral in Lagos. Nigerianen hebben een arbeidsethos waar zelfs Scandinaviërs niet aan kunnen tippen. Niemand zit ooit neer in Nigeria. Het is onmogelijk om op straat te wandelen zonder dat iemand je iets probeert te verkopen, van pindanoten tot ruitenwissers, zelfs tot manicure op straat. Nigerianen zijn gepassioneerd bezig met onderwijs en zelfontwikkeling.
Dat is allemaal fantastisch, maar films, high-tech en straatverkoop volstaan niet om driekwart miljard mensen te onderhouden. Maar Nigeria heeft een geheim wapen: democratie. Nigeria’s democratie mag wel niet perfect zijn, het blijft een democratie. Sinds het einde van de militaire heerschappij in 1999 waren er vijf verkiezingen met een toenemende mate van geldigheid. In 2015 won een oppositiekandidaat die daarna vredevol de macht overnam – in Sub-Saharaans Afrika is dat een prestatie om u tegen te zeggen. Een volledige generatie Nigerianen heeft geen herinneringen meer aan een ondemocratische regering. Het is een voornamelijk vrije en levendige burgermaatschappij.
‘Nigeria belandt van de ene crisis in de andere, maar altijd als je denkt dat het kopje-onder zal gaan, krabbelt het weer recht.’
De investeerders happen voorlopig nog niet toe, maar volgen de situatie wel op de voet. Vroeger ging het gesprek steeds over het economische potentieel van de BRICS-landen – Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika. Nu gaat het over MINT – Mexico, Indonesië, Nigeria en Turkije. Belangrijk om te weten is ook dat de corruptie in Nigeria, volgens de corruptieperceptie-index, niet erger is dan in medeoliestaat Rusland en er slechts een beetje erger aan toe is dan in China. De huidige president Muhammadu Buhari werd verkozen met de belofte van een anticorruptiecampagne.
Klaar of niet?
De weg naar het statuut van een supermacht is niet gemakkelijk. De economie kan de katalysator zijn, maar er zal meer voor nodig zijn dan een economische hervorming om het Nigeria te creëren dat de Nigerianen voor ogen hebben. Sanusi gelooft dat een maatschappelijke verandering aan de orde is. Gevraagd waarom hij de rol van emir accepteerde in plaats van in de politiek te gaan, zegt hij: ‘Ik heb dit niet alleen aanvaard, ik ging er actief naar op zoek. Ik probeer het volledige wereldbeeld van de maatschappij te veranderen. Dat kan alleen vanuit deze rol.’
Nigeria zal ook enkele netelige sociale thema’s zoals vervuiling, klimaatverandering en inclusie moeten aanpakken. Vele prominente Nigeriaanse vrouwen hebben een zitje in de bedrijfswereld en de overheid, maar in het algemeen hebben vrouwen er niet dezelfde rechten en kansen als mannen. Maar Sanusi zegt dat er al dingen aan het veranderen zijn. ‘Een generatie geleden zou een emir zijn dochter opgelegd hebben met wie ze moest trouwen. Maar mijn dochter is naar school gegaan. Voor haar is er al veel veranderd. Niettemin’, zegt hij, ‘is Afrika nog niet klaar voor lgbt-rechten.’
Nigeria kan een vlucht nemen. Maar zal het dat doen? En zo ja, wanneer? Dat is natuurlijk moeilijk te zeggen. Of de grote doorbraak er ooit komt, hangt af van leiderschap. President Buhari staat er niet voor bekend een economisch beleid te voeren dat de groei de hoogte in doet schieten.
Nigeria zou het volgende China kunnen worden, maar misschien ook niet. Het kan ook iets ertussenin worden. Misschien zal mijn kleindochter over 50 jaar hetzelfde artikel als ik schrijven. Misschien zal Nigeria voor altijd het land van de toekomst blijven. Maar iets aan Nigeria blijft intrigeren. Een X-factor. Voelbare bonzende energie. Een uitzonderlijk hoog zelfbeeld en geloof in de eigen exceptionaliteit, en een geloof in het Nigeriaans-zijn. Ik zou het geloof erin in elk geval niet opgeven.