Meerderheid van vliegtuigen wordt nu door leasingmaatschappijen gekocht

Leasemaatschappijen hebben de voorbije periode hun aandeel in de aankoop van nieuwe vliegtuigen sterk opgevoerd. Voor de eerste keer in de geschiedenis van de luchtvaart hebben deze bedrijven een groter aantal toestellen gekocht dan de traditionele luchtvaartmaatschappijen. Dat hebben een aantal experts tijdens de Airline Economics Conference in Londen gezegd.

Daarbij wordt verwezen naar de impact van de coronacrisis op de luchtvaartsector. De pandemie heeft er immers toe geleid dat het luchtvaartverkeer in sterke mate is teruggevallen. Die problemen hebben de financiële reserves van vele maatschappijen ondermijnd.

Historische verschuiving

“De experts merken op dat deze historische verschuiving, na een periode van decennia geleidelijke groei, in belangrijke mate te danken is aan het feit dat grote leasebedrijven toegang krijgen tot goedkopere financiering dan de luchtvaartmaatschappijen”, benadrukt het persbureau Reuters. “Ook dit is een signaal van de financiële problemen waarmee een groot deel van de luchtvaartindustrie wordt geconfronteerd.”

“Voor de uitbraak van de coronacrisis lag het aandeel van de leasemaatschappijen in de aankoop van vliegtuigen op een niveau tussen 40 procent en 45 procent”, verduidelijkt Steven Udvar-Hazy, voorzitter van Air Lease Corp. “Dat cijfer is inmiddels echter opgelopen tot ongeveer 60 procent.”

De leasebedrijven kopen vliegtuigen bij grote fabrikanten zoals Boeing of Airbus en verhuren de toestellen vervolgens aan individuele luchtvaartmaatschappijen. De leasesector maakte rond het begin van de jaren zeventig van de voorbije eeuw in de luchtvaart voor het eerst zijn opwachting.

Udvar-Hazy merkt daarbij op dat de activiteiten van de sector zowel financiële als operationele leases omvatten. Ook wordt soms de vloot van een vliegtuigmaatschappij overgenomen en vervolgens aan diezelfde partij opnieuw verhuurd.

Financiering

“Wellicht is het industriële duopolie van Airbus en Boeing tevreden met de verschuiving in hun klantenbestand van de luchtvaartmaatschappijen naar de leasemaatschappijen”, voert hij aan. “Het is voor de fabrikanten veel beter om een ​​financieel betrouwbare koper te hebben”, zei hij. “Leasebedrijven beschikken over de nodige middelen om de vliegtuigbouwers snel te betalen.”

Udvar-Hazy benadrukt daarbij dat sommige leasebedrijven voor hun financiering minder dan 2 procent moeten betalen, vergeleken met meer dan 4 procent voor sommige grote luchtvaartmaatschappijen in de Verenigde Staten en Europa.

“Het is echter moeilijk in te schatten of de sector nog een verdere groei kan verwachten”, oppert hij. “Er is momenteel wellicht een evenwichtige verhouding bereikt.”

“Ik had nooit verwacht dat onze sector op de vliegtuigmarkt een aandeel van 40 procent of 50 procent zou kunnen verwerven. Wanneer de luchtvaartsector zich herstelt, zullen de luchtvaartmaatschappijen bovendien mogelijk opnieuw zelf in staat zijn om de aankoop van een eigen vloot te financieren.”

Volgens Peter Anderson, commercieel directeur van vliegtuigverhuurder AerCap, heeft de sector – die jaarlijks 150 miljard dollar aan vliegtuigen helpt financieren – echter nog aanzienlijke groeimogelijkheden. Hij zegt te geloven dat de industrie nog voldoende ruimte heeft voor een aantal bijkomende grote partijen.

(bzg)

Meer