Maltese kaas op weg naar Europese bescherming; proces zorgt voor onenigheid in eigen land

Malta heeft bij de Europese Commissie een aanvraag ingediend om de ġbejna, de kaas die op het eiland wordt geproduceerd, te beschermen. Een bescherming zou de kaas internationaal een grotere bekendheid kunnen bezorgen, maar vooral kleine producenten tonen zich ongelukkig over de aanvraag. Er zouden immers teveel toegevingen aan de grote melkproducenten zijn gedaan.

Malta is momenteel de enige lidstaat van de Europese Unie die geen enkel voedingsproduct met een geografische bescherming heeft. Producenten streven al vele jaren naar een Europese erkenning van de kaas.

Traditionele keuken

De ġbejna is een kleine ronde kaas die op Malta en diens zustereiland Gozo wordt vervaardigd op basis van schapenmelk, stremsel en zout. De kaas vormt een essentieel onderdeel van de traditionele Maltese keuken en wordt gebruikt in soep, pizza of hobz biz-zejt, een brood met tonijn, tomatenpuree, uien en olijven.

De aanvraag om de ġbejna een beschermde oorsprongsbenaming toe te kennen is naar de Europese Commissie verstuurd. De lidstaten van de Europese Unie zullen zich nu over de bescherming moeten uitspreken.

Er wordt vanuit die hoek echter weinig verzet verwacht, want het dossier van de ġbejna geeft geen aanleiding tot geografische controverses, zoals dat onder meer bij feta, ricotta of brie wel het geval is geweest.

De erkenning geeft aan dat producten in een specifieke regio zijn ontwikkeld, geproduceerd en verwerkt, waarbij van specifieke lokale methodes en ingrediënten gebruik is gemaakt. Voorbeelden van beschermde geografische producten zijn Champagne, Camembert, Rioja en Parmezaanse kaas. Maar de erkenning van de ġbejna heeft op Malta zelf tot hevig oplopende meningsverschillen aanleiding gegeven.

Kleine kaasboeren merken op dat de grote producenten al hun invloed hebben proberen aan te wenden om de beschermingsprocedure stop te zetten, omdat ze zich bij hun productie niet door specifieke regels geremd wilden voelen.

Schadelijk

De grotere producenten blijken daarbij ook gedeeltelijk hun slag thuisgehaald te hebben. Op het allerlaatste ogenblik voor de indiening van het dossier werd op de aanvraag immers nog een belangrijke wijziging aangebracht.

De bescherming heeft immers alleen betrekking op ġbejna tan-nagħaġ, kaas die uit schapenmelk is vervaardigd. Dit betekent dat de productie van de variant met koemelk ongestoord kan worden verder gezet en toch onder de naam ġbejna op de markt worden gebracht.

Indien de bescherming op de algemenere naam ġbejna betrekking zou hebben gehad, zouden alle alternatieven onder een andere benaming op de markt moeten worden gebracht. Dat zou commercieel voor de grote producenten een streep door de rekening zijn geweest.

“De bescherming heeft geen betrekking op ġbejna tal-baqar, de kaas die op basis van koemelk door de grote producenten wordt vervaardigd”, verduidelijken de schaapherders. “Volgens de huidige omschrijving kunnen ook producten met additieven, moderne droogmethodes en zelfs melkpoeder onder de naam ġbejna worden verkocht.”

Woordvoerders van de kleine Maltese kaasboeren voeren aan dat de erkenning op het eerste gezicht het streekproduct lijkt te beschermen, maar in werkelijkheid op langere termijn een schadelijke invloed zal hebben.

(as)

Meer