Leven na Covid: Europese Unie heroverweegt begrotingsregels

De Europese Unie begint dinsdag met de herziening van de regels voor de nationale begrotingen. Die moet aangepast worden aan een post-pandemische realiteit van hogere overheidsschulden en de enorme kosten van de overgang naar een nulemissie-economie.

Waarom is dit belangrijk?

Een nationaal begrotingsbeleid voeren met een gemeenschappelijke munt is niet altijd zonder gevaar. In 2010 leende Griekenland enorme bedragen. Die werden vervolgens verborgen voor het bureau voor de statistiek van de EU en de Commissie die de regels handhaaft. Die staatsschuld veroorzaakte een crisis die de munt bijna om zeep hielp.

Tijdens deze ingrijpende herziening – die waarschijnlijk minstens tot eind 2022 zal duren – zullen regeringen, economen en academici ook bespreken hoe het zogeheten stabiliteits- en groeipact kan worden vereenvoudigd. Dat is ondertussen zo complex geworden dat slechts weinigen het nog volledig begrijpen.

Wat in 1997 begon als twee verordeningen en een resolutie van in totaal zo’n twaalf bladzijden, is sindsdien vele malen vermenigvuldigd. Tegenwoordig zit er ook een gebruikershandleiding van 108 bladzijden bij, die elk jaar door de Europese Commissie wordt bijgewerkt.

Het belangrijkste doel van het pact is de waarde van de euro te beschermen. Dat kan door minder geld te lenen aan overheden. Een hele taak, aangezien de eurozone één monetair beleid voert dat de munt ondersteunt, en elk van de negentien eurolanden zijn eigen begrotingsbeleid bepaalt.

Het pact is tot dusver drie keer gewijzigd: in 2005, toen Frankrijk en Duitsland de regels niet op zichzelf wilden toepassen, en in 2011 en 2013, tijdens de schuldencrisis, om de markten ervan te verzekeren dat investeringen in de euro veilig waren.

Herzieningen voor het post-Covid-19-tijdperk

De wijzigingen die nu worden besproken, zijn ook een reactie op een crisis. Deze keer gaat het om de crisis veroorzaakt door de Covid-19-pandemie. Die heeft de gemiddelde schuld in de eurozone opgedreven van 60-70 procent van toen de regels werden opgesteld, tot ongeveer 100 procent.

De jaarlijkse schuldreducties die volgens de huidige regels vereist zijn, zijn gewoonweg niet realistisch voor landen met een schuld van 160 procent van het bbp zoals Italië of meer dan 200 procent zoals Griekenland.

“Een schulddoelstelling van 60 procent was zinvol toen over het Verdrag van Maastricht werd onderhandeld, maar is nu niet meer zinvol”, zegt Klaus Regling, hoofd van het reddingsfonds voor de eurozone en voormalig hoofd van de economische afdeling van de Commissie.

“Het vermogen van regeringen om schulden te dragen is tegenwoordig groter dan werd aangenomen in het Verdrag van Maastricht, dus dit zijn elementen waarnaar moet worden gekeken”, zei Regling.

Maar hoewel veel ministers van Financiën van mening zijn dat de eisen inzake schuldvermindering te streng zijn in de post-pandemische wereld, is er nog geen overeenstemming over de vraag of die eisen kunnen worden aangepakt op een andere manier. Zoals door de bestaande wetten te interpreteren of alleen door wijzigingen in wetteksten aan te brengen.

En ook nog het klimaat

De andere grote uitdaging is ervoor te zorgen dat de regels de handen van de regeringen niet binden inzake het Klimaatakkoord van Parijs. De EU moet met 27 lidstaten honderden miljarden euro’s mobiliseren om de netto CO2-uitstoot tegen 2050 tot nul te brengen.

In september maakte de denktank Bruegel een analyse op voor de EU-ministers van Financiën. Daaruit blijkt dat de extra overheidsinvesteringen om de klimaatdoelstellingen van de EU te halen, alleen al in dit decennium jaarlijks 0,5 tot 1 procent van het bbp zullen moeten bedragen. Bruegel stelde voor om investeringen in de strijd tegen klimaatverandering niet mee te rekenen bij de berekening van het EU-tekort.

Hoewel het idee de algemene steun heeft van Spanje, Frankrijk en andere landen, wijzen ambtenaren ook op de moeilijkheid om te definiëren wat wel en wat niet een “groene” investering is. Vicevoorzitter van de Commissie Valdis Dombrovskis heeft gezegd dat het idee van vrijstelling van investeringen zeker deel zal uitmaken van de komende discussie.

Maar sommige ambtenaren zijn ook van mening dat het pact al flexibel genoeg is en dat een verdere versoepeling in de toekomst tot problemen kan leiden.

(am)

Meer