Kunnen we wel rekenen op de elektrische wagen als ‘groen’ alternatief?

Onder impuls van de Europese Unie trekken autoproducenten steeds meer de kaart van elektrisch. Tegen 2035 moeten namelijk alle nieuwe wagens elektrisch zijn. Daarmee wil de EU de klimaatverandering aanpakken en de uitstoot van broeikasgassen naar omlaag krijgen, maar elektrische wagens zijn lang niet zo ‘groen’ als men beweert. Dat schrijft La Dernière Heure.

Valse start

De elektrische wagen wordt soms naar voren geschoven als een redmiddel voor onze opwarmende aarde. De Belgische regering wil het wagenpark vergroenen door vanaf 2026 enkel elektrische of hybride bedrijfswagens toe te laten. De EU verbiedt autoproducenten vanaf 2035 nog auto’s met verbrandingsmotors te verkopen en hoopt dat tegen 2050 de diesel- of benzinewagens voltooid verleden tijd zijn. Op die manier moet onze uitstoot van broeikasgassen naar omlaag. Al zitten we op een verkeerd spoor als we denken die problematiek met elektrische wagens op te lossen.

Volgens berekeningen uit La Dernière Heure blijkt dat een elektrische wagen, wanneer hij van de productieband rolt, tot 75 procent meer heeft uitgestoten dan een diesel- of benzinewagen. Die extra uitstoot is te wijten aan de productie van de batterij, een proces dat op zich ongeveer 3,15 ton CO2 uitstoot. Voor die productie zijn zeldzame metalen nodig. Die moeten uiteraard ontgonnen en getransporteerd worden. De zeldzame metalen vind je niet direct in je achtertuin. Daarom zorgt de productie van zo’n lithium-ion-accu voor een hogere uitstoot.

Omslag na 39.000 kilometer

Elektrische wagens compenseren die slechte start wel, aangezien de uitstoot per gereden kilometer in principe nihil is. In principe, want de elektriciteit waar elektrische wagens op rijden moet ergens vandaan komen. Volgens de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB bereikt een elektrische wagen op vlak van CO2-uitstoot zijn kantelpunt met een verbrandingsmotor na 39.000 kilometer.

De ANWB schat de gemiddelde levensduur van een auto op 220.000 kilometer. Als de uitstoot daarbij constant blijft schatten ze dat op het einde van zijn leven, een elektrische wagen ongeveer 35 tot 55 procent minder uitstoot veroorzaakt dan een verbrandingswagen. Volgens de berekeningen van de Franstalige krant zou het na 150.000 kilometer zelfs om een verschil van 60 procent gaan.

Betere richting, maar werk aan de winkel

Op termijn zien we dus een verbetering, maar van CO2-neutraliteit is absoluut geen sprake. Enkele bijkomende problemen hebben ook met de lithiumbatterijen te maken. Achter de recyclage van de zware lithiumbatterijen die elektrische auto’s aandrijven zit een behoorlijk arbeidsintensief proces. Die recyclage ervan is niet evident. Daarnaast kunnen de batterijen 10 tot 30 procent van hun vermogen verliezen bij winterse temperaturen, dat concludeert La Libre Belgique na een factcheck.

Pas vanaf een bepaalde termijn zijn elektrische wagens dus properder dan wagens met een verbrandingsmotor, maar volledig CO2-neutraal autorijden is met de huidige technologie onmogelijk.

(am)

Meer
Auto