IJsland sloot zijn bankiers op en liet zijn banken failliet gaan. En toen gebeurde dit…

Eén van de landen die het zwaarst door de bankencrisis werden getroffen, is die problemen ondertussen helemaal te boven. Meer nog, het land deed dat zonder in te boeten op zijn sociale systeem en overheidsuitgaven. IJsland stond enkele jaren geleden nog op het randje van het faillissement toen zijn banken, die zich de jaren daarvoor veel te ambitieus hadden gedragen, plots onderuit gingen.

Zonder steun van de Europese Unie, want daarvan maakt IJsland geen deel uit, moest het land het zelf oplossen. Het land koos voor een heel eigenzinnige, maar effectieve aanpak.

Dat is ook de financieel-economische blog Zerohedge opgevallen. De mini-staat IJsland heeft gedaan waartoe de rest van de wereld niet in staat leek.

Het land liet zijn banken failliet gaan – om de instellingen te redden was er sowieso geen geld – en veroordeelde de directeurs van Kaupthing, één van de belangrijkste banken van IJsland, niet enkel tot geldboetes, maar tot gevangenisstraffen van vier tot vijf jaar.

Volledig hersteld

Maar dat is niet alles. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) bevestigde onlangs dat IJsland volledig hersteld is van de crisis, zonder te hebben moeten inboeten op zijn sociale systeem met onder andere gratis ziekteverzekering en onderwijs.

IJsland zal dit jaar de eerste Europese natie zijn dat echt helemaal hersteld is van de financiële crisis, die zeven jaar geleden begon. Volgens Zerohedge moet die realisatie een doorn in het oog zijn van talloze economen. Het land nam immers maatregelen die volgens klassieke economische theorieën geen enkele uitweg uit de crisis zouden bieden.

In de rest van Europa werden talloze banken genationaliseerd omdat ze zogezegd niet failliet mochten gaan. IJsland garandeerde enkel het spaartegoed van zijn eigen inwoners. Buitenlanders die hun geld bij IJslandse banken hadden ondergebracht, kregen daar niets van terug toen de instellingen failliet gingen.

Tegelijk introduceerde het land regels voor kapitaalcontrole. Daardoor konden IJslanders hun geld niet langer vrijuit in het buitenland investeren of op een spaarrekening zetten, wat volgens veel economen tegen de regels van de vrije markt was.

Maar het plan lijkt gewerkt te hebben. De staatsschuld bedroeg vorig jaar nog 82 procent van het bruto binnenlands product van het land, tegenover 95 procent vier jaar geleden.

Tegen het einde van dit decennium zou de schuld verder tot 54 procent moeten zijn ingekrompen. Ook de werkloosheid zakte spectaculair. Op dit ogenblik is er nog sprake van een werkloosheidsniveau van 4 procent, tegenover bijna 8 procent zes jaar geleden.

Inflatie stimuleerde export

IJsland koos er ook voor zijn nationale munt waarde te laten verliezen. Het land accepteerde de inflatie die zorgde voor hogere prijzen in het binnenland, maar die ook de export naar het buitenland stimuleerde, omdat de waarde van de munt op de wisselmarkten was ingestort. Daarmee deed het land iets wat de Europese Unie niet kon.

De eurozone vecht momenteel vooral tegen deflatie, wat de afbetaling van de staatsschulden erg bemoeilijkt. De inflatie in IJsland was trouwens enkel op het hoogtepunt van de financiële crisis bijzonder. De daaropvolgende jaren was er duidelijk sprake van een vertraging en was er nog sprake van hooguit 5 procent.

Die cijfers doen vragen rijzen over de juistheid van het economische beleid in de rest van Europa of de Verenigde Staten als antwoord op de crisis. Konden de banken daar echt niet opdraaien voor de gevolgen van de crisis die ze zelf veroorzaakt hadden?

De IJslandse speciale procureur Olafur Hauksson vroeg het zich indertijd ook af. “Waarom zou een deel van onze maatschappij niet onderworpen moeten zijn aan de rechtsstaat en verantwoordelijk gehouden worden?” wierk Hauksson op. “Het is gevaarlijk om te denken dat iemand te groot is om te onderzoeken. Het geeft hen het gevoel overal veilig te zijn.”

Meer