De Europese Unie begint voorzichtig opnieuw contact op te bouwen met Afghanistan. De EU wil terug een delegatie naar het land sturen, om daar de organisatie van humanitaire hulp te faciliteren.
De Europese Unie probeert met mondjesmaat terug een aanwezigheid op te bouwen in Afghanistan. Sinds de omwenteling in september 2021 hebben zo goed als alle landen hun banden met Afghanistan verbroken. Sindsdien is het land in crisis en is de bevolking er volledig afhankelijk van humanitaire hulp.
Ambassade
Volgens Abdul Qahar Balkhi, woordvoerder voor het ministerie van Buitenlandse Zaken van de taliban, is de EU van plan een ambassade op te richten in Kaboel. Vandaar uit zou de Europese Unie een permanente aanwezigheid opbouwen.
De Europese Unie is iets minder enthousiast. Daar is (nog) geen sprake van een ambassade: “De EU is begonnen met de heropbouw van een internationale EU-delegatie. Daar zal een klein aantal personeelsleden actief zijn. Zij moeten de levering van humanitaire hulp faciliteren en de humanitaire situatie monitoren”, laat de woordvoerder van Buitenlandse Zaken bij de EU, Peter Stano, weten.
Geen erkenning taliban
Stano beklemtoont dat dit niet wil zeggen dat de EU de taliban erkent als legitieme machthebber in Afghanistan. Sinds de omwenteling weigeren de VN-staten de talibanregering in Afghanistan te erkennen. Hierdoor heeft de internationale gemeenschap alle banden met het land losgesneden.
Terwijl de taliban hun uiterste best proberen te doen om internationale erkenning te krijgen, kijken veel landen met argusogen naar de activiteiten van de moslimextremisten. Al beweert de taliban te zijn gemoderniseerd, nog steeds krijgen Afghaanse vrouwen het bijzonder hard te verduren.
Voor de omwenteling was het land volledig afhankelijk van buitenlandse steunpakketten om de economie draaiende te houden. Hierdoor is de economie van Afghanistan in een coma beland: banken zitten zonder geldreserves en overheidspersoneel krijgt geen salaris meer.
Verschillende huporganisaties, waaronder de VN, maken daarom miljoenen vrij om de lokale bevolking bij te staan met humanitaire hulp en ontwikkelingshulp.
(lb)