Europese meerjarenbegroting is nog niet voor morgen (of donderdag)

Komende donderdag ligt de nieuwe Europese meerjarenbegroting, lopende van 2021 tot 2027, op tafel tijdens een extra Europese top. Het zal daarbij nog wat voeten in de aarde hebben voor Europees president Charles Michel om alle lidstaten op eenzelfde lijn te krijgen.

Alles draait rond de jaarlijkse bijdrage van elke lidstaat aan de Europese begroting. Momenteel ligt het plafond op ruim 1 procent van het bruto binnenlands product van de 27 lidstaten. Door het vertrek van de Britten ontstaat er echter een leegte in de begroting, die opvulling vereist. De verschillende betrokken partijen legden intussen verschillende begrotingsscenario’s op tafel:

  • De vijf netto-betalers (Nederland, Oostenrijk, Zweden, Denemarken en tot voor kort het Verenigd Koninkrijk) willen dat het plafond behouden blijft. Zij kregen ‘de vrekkige vier’ als bijnaam, omdat ze vinden dat de Europese Unie soberder door het leven moet. Dat betekent: 1 procent. Ook Duitsland durft zich al eens aan te sluiten bij dit clubje.
  • Europees president Charles Michel kwam vorige week zelf aangelopen met een voorstel waarbij de Europese Unie 1,074 procent van het Europese bruto binnenlands product mag uitgeven. Hij snoeit stevig in het landbouwbudget, ten voordele van onderzoek, ontwikkeling,migratie en defensie.
  • De Europese Commissie zag heil in een meerjarenbegroting van 1,11 procent van het bruto binnenlands product van de Europese Unie.
  • Het Europees Parlement pleit ten slotte voor een maximaal budget van 1,3 procent, oftewel 1324,1 miljard dollar. Dat geld zou in ieder geval welkom zijn om zaken als migratie en defensie aan te pakken. En ook de Green Deal, het Europese plan om de klimaattransitie te bewerkstelligen, kost handenvol geld.

Opnieuw veto

Maandag kwam het onderwerp van de Europese meerjarenbegroting al op het bord van de 27 ministers van Europese Zaken. Naar verluidt kwam er uit alle hoeken kritiek op het voorstel van Michel. ‘Een bewijs dat hij een goede positie heeft ingenomen om verder te onderhandelen’, stelde Johannes Hahn, Europees commissaris voor Begroting.

Het valt dus positief te noemen dat Michel zich niet voor de kar van één van de grote landen liet spannen. Maar hij moet ook het Europees Parlement te vriend houden, want de parlementsvoorzitter dreigde vorige week een veto uit te spreken als er onvoldoende geld vrijgemaakt wordt.

De verwachting is nu dat er op de top van donderdag stevig onderhandeld zal worden, maar een eindoplossing zal nog niet uit de bus komen. Waarnemers vermoeden dat er een tweede bijeenkomst met de lidstaten zal nodig zijn. Dat zou niet uitzonderlijk zij: het ontwerp van de vorige meerjarenbegroting liep ook niet van een leien dakje.

Het parlement dreigde toen, net zoals nu, met een veto, maar voegde de daad nooit bij het woord. In ieder geval zal geen enkele lidstaat de onderhandelingen langer tegenhouden dan nodig, want zonder akkoord dreigt de geldstroom in 2021 stil te vallen. Daar is uiteraard niemand vragende partij voor.

En België?

Intussen komt de discussie ook in ons land voorzichtig op gang. Binnen het plan van de Europese Commissie zou de Belgische bijdrage tussen 2020 en 2027 stijgen van 4 miljard euro naar 4,5 miljard euro. Het voorstel van Michel houdt dan weer een budgettaire impact van 1,2 miljard euro per jaar in, zei premier Sophie Wilmès (MR) dinsdag in de Kamer.

N-VA-Kamerlid Sander Loones is daar niet over te spreken over de stijging van de bijdrage. Het voormalige Europees Parlementslid liet op Twitter verstaan dat zijn partij daar niet mee zal instemmen. Premier Sophie Wilmès benadrukte in de Kamer dat ‘het natuurlijk nog maar een onderhandelingstekst is, die nog op belangrijke punten zal evolueren’.

Meer