EU en VS begraven de stalen strijdbijl: na vier jaar komt een einde aan Trumpiaans handelsconflict

Vanaf 1 januari 2022 zal de VS geen invoerheffingen meer doorvoeren op Europees staal. Daarmee komt een einde aan een handelsconflict dat sinds 2018 aan de gang was. Het conflict was een restant van de Trump-administratie, met de strijdbijl te begraven willen de EU en de VS zich sterker verenigen tegenover China. Maar wat hield het conflict nu weer in?

De VS zal vanaf 2022 geen extra taksen meer heffen op een bepaald volume Europees staal en aluminium. Daarmee sluiten de VS en de EU een compromis om een jarenlang handelsconflict op te lossen dat zijn oorsprong kende bij de Trump-administratie. In ruil voor de gedeeltelijke opheffing van de belastingen zal de EU hetzelfde doen voor enkele belastingen op goederen uit de VS, en komt er niks van de geplande verstrenging in huis. Hiermee is een escalatie van het conflict definitief van de baan.

Opvallend: dit akkoord symboliseert volgens beide partijen een hernieuwde vertrouwensband en een versterkte samenwerking tegen China.

America First

Tijdens zijn presidentiële campagne in 2016 maakte Donald Trump reeds duidelijk een protectionistische en mercantilistische koers te willen varen. Met zijn slogan ‘Make America Great Again’ teerde Trump vooral op Amerika’s industriële verleden. Zijn doel was om terug glans te geven aan de ‘rust belt’ in het midwesten van de VS, het industriële hart van het land. Naast de ecologische maatregelen van Obama aan de kant schuiven, keek Trump ook in de richting van economisch protectionisme om de industrie terug op gang te trekken in de VS.

Met dat protectionisme droomde Trump van een soort mercantilisme. Door tarieven te heffen op geïmporteerde goederen zou hij zelfgemaakte producten aantrekkelijker maken op de binnenlandse markt. Zo zou de VS min of meer zelfvoorzienend kunnen worden: in plaats van afhankelijk te zijn van Europees of Chinees staal zouden fabrikanten voortaan Amerikaans staal aankopen, dat zou de binnenlandse economie en industrie doen heropleven, aldus Trumps economische logica.

Om daad bij woord te voegen, maakte Trump op maart 2018 bekend voortaan invoerheffingen in te voeren op geïmporteerd staal en aluminium. “Mensen hebben geen idee hoe slecht andere landen ons land hebben behandeld. Ze hebben onze staalindustrie, aluminiumindustrie en andere industrieën vernietigd. We brengen het allemaal terug”, zei de toenmalige president. Daarmee voerde hij een taks van 25 procent op staal en 10 procent op aluminium in.

De beslissing zorgde spoedig voor verbitterde relaties tussen de VS en zijn bondgenoten. Als reactie trok de EU naar de Wereldhandelsorganisatie (WTO) om de tarieven aan te klagen en voerde het op zijn beurt een belasting van 25 procent in op 180 ingevoerde producten uit de VS, waaronder bourbon, maïs en Harley-Davidsonmotoren, in totaal kwam het neer op meer dan 3 miljard dollar aan goederen die een extra belasting kregen.

Krachten bundelen

Het vertrek van Trump deed vele diplomaten en Eurocraten een zucht van opluchting blazen. Met Biden kwam iemand in de plaats die een duidelijk pro-atlantisch engagement toonde. Velen hoopten dan ook dat Biden per direct komaf zou maken met de invoerheffingen, maar daar kwam verrassend weinig van in huis. In de plaats daarvan zal slechts een deel van de taksen verdwijnen, een bittere pil om te slikken voor de EU.

In ruil zal de EU geen invoerheffingen meer voeren op de eerder vermelde producten uit de VS en ziet de EU af van de geplande verstrenging van de taksen. Indien het niet tot een akkoord kwam voor 1 december zou de EU namelijk de belasting verdubbelen, wat het conflict nog verder zou escaleren. Amerikaanse producenten die zich getroffen zagen met de maatregelen kunnen dus op hun twee oren slapen.

Met dit compromis willen de VS en de EU echter voor een vernieuwde samenwerking zorgen. Zo willen beiden economische machten hun krachten bundelen en hun markten beschermen tegen goedkoop staal uit China.

(NS)

Meer