Een op de drie werknemers in april tijdelijk werkloos

Tijdens de maand april is in België meer één derde van de totale arbeidsbevolking minstens één dag tijdelijk werkloos geweest. Dat betekent een toename met 50 procent tegenover de maand maart.

Dat blijkt uit een analyse van Acerta, aanbieder van personeelsdiensten, gebaseerd op de loongegevens van meer van 32.000 werkgevers.

De grootste tijdelijke werkloosheid werd opgetekend bij arbeiders. In die groep viel 56 procent van de werknemers minstens één dag zonder werk. Bij de bedienden was er een tijdelijke werkloosheid van 33 procent. Bij de kaderleden daalde dat cijfer verder tot 22 procent. Uit de cijfers van Acerta blijkt verder dat ruim 11 procent van de arbeidspopulatie in april een volledige maand met tijdelijke werkloosheid werd geconfronteerd.

Horeca

De dienstensector, de handel en de maakindustrie werden het hardst getroffen. In de handel, de horeca inbegrepen, staat helemaal bovenaan. In die sector was 15 procent een volledige maand werkloos.

‘Positief is wel dat meer en meer tijdelijk werklozen een gedeelte van loon door hun werkgever bijgepast krijgen,’ zegt Acerta. ‘Indien de tijdelijke werkloosheid wordt vergeleken met het aantal dagen waarop werknemers op basis van hun arbeidsregime theoretisch arbeidsprestaties moesten leveren, komt men voor werknemers met een baan aan een globale tijdelijke werkloosheid van 23 procent.’

‘Dit betekent dat bijna een kwart van de arbeidstijd door de coronapandemie niet is gepresteerd,’ betoogt Kathelijne Verboomen, directeur van het Kenniscentrum Acerta. ‘Dit is een zeer hoog percentage, maar niet zo onverwacht. De heropstart van bedrijven en de heropening van winkels in mei zal dit cijfer gelukkig in grote mate doen dalen.’

‘Maar ook in die maand mag verwacht worden dat nog een belangrijk deel van het volledige pakket arbeidsdagen onder invloed van de coronacrisis niet gepresteerd zal worden.’

Meer