Debutanten schieten meteen 100 procent hoger: is nieuwe beursbubbel in de maak?

‘Is dit terug een feestje zoals de dotcomhype van 1999?’, vragen beleggers zich af na de spectaculaire koerswinsten voor beursdebutanten als Airbnb en DoorDash. Twintig jaar geleden eindigde dat feestje slecht af.

Eerst de cijfers van de afgelopen dagen op een rij:

  • Airbnb eindigde donderdag na zijn eerste beursdag op Nasdaq 113 procent hoger dan zijn introductieprijs, of ruim een verdubbeling. Daarmee is het verhuurplatform een slordige 86 miljard dollar waard, of ruim een verviervoudiging tegenover de geschatte waarde in april, bij het uitbreken van de wereldwijde coronacrisis.
  • DoorDash, een bezorgdienst vergelijkbaar met Just Eat Takeway, ging woensdag bij zijn beursdebuut 86 procent hoger. En dat terwijl sommige analisten de introductieprijs al aan de hoge kant vonden.
  • In Hongkong zoefde de Chinese speelgoedmaker Pop Mart International 112 procent hoger bij zijn beursdebuut vrijdag.
  • Nog in Hongkong sprong JD Health, de gezondheidstak van e-commerceconglomeraat JD, dinsdag 56 procent hoger bij zijn introductie.

Eerder dit najaar waren er nog beursnieuwkomers die als een raket omhoog schoten, zoals de databedrijven Snowflake en Palantir.

Tina-effect

De forse stijgingen doen bij veel analisten de wenkbrauwen fronsen, zeker in het geval van Airbnb en DoorDash. Het gaat bij die twee bedrijven immers niet over een IT- of farmabelofte met een moeilijk te begrijpen technologie. Hun activiteiten zijn al enkele jaren goed bekend en ook heel zichtbaar. Hoe kan het dan dat de banken die de bedrijven naar de beurs brachten er zo’n verkeerde startprijs op geplakt hebben?

Of zijn beleggers zo gek geworden dat alle waarderingsmodellen de prullenmand in mogen? Het is niet zo dat Airbnb en DoorDash al winst maken. Airbnb is goed voor een opgeteld verlies van 2,8 miljard dollar sinds 2008. Een analist noemt de beursgang en bijhorende waardering van DoorDash de meest onzinnige van het jaar, en dat was nog voor de koerssprong op dag één.

Sommige beurswatchers wijzen op het Tina-effect (’there is no alternative’). Door de lage rente valt er weinig te verdienen met vastrentende effecten, en dus richten zowel de kleine als grote beleggers hun blik vooral naar de aandelenmarkten, waarbij nieuwskomers met een grote naam, zoals Airbnb, en ‘sterbedrijven’, zoals Tesla, de meeste aandacht opzuigen.

‘Party like it’s 1999′

De beursgekte doet onvermijdelijk denken aan de periode 1999-2000, toen beleggers zich verdrongen om aandelen te kopen van jonge internetbedrijfjes die nog hun winstgevendheid moest bewijzen. Daarna spatte de dotcombubbel uiteeen en volgde de klap: de techindex Nasdaq donderde tussen maart 2000 en oktober 2002 ongeveer 78 procent lager.

De grote vraag is of de parallel opgaat. Hoewel veel beurskenners vinden dat er gelijkenissen zijn, zoals het kuddegedrag van de beleggers, is er minder consensus over de houdbaarheid van de huidige waarderingen op de beurs. Volgens sommige zijn we al in ‘crash territorium’, volgens andere swingen de waarderingen nog niet zo wild de pan uit als toen en is het feest met koersstijgingen en opwindende beursintroducties – de webwinkel Wish is de volgende in de rij – nog niet voorbij. Place your bets.

Meer