De grote eenzaamheid van Filip Dewinter

Filip Dewinter hoopt op een wederopstanding van het ‘harde’ Vlaams Blok van de bokshandschoen, dankzij de vluchtelingencrisis. Tegelijk is hij benauwd zelf het lot te ondergaan van Jean-Marie Le Pen.

Hij begaf zich in het hol van de leeuw, in een interview met Mark Schaevers in Humo (02/02/16). Hij kwam daar sterk uit naar voren omdat hij veel intelligenter is dan hij steeds werd afgeschilderd door een pers die slechts uit was op zijn veroordeling, niet op verduidelijking. Het pleit daarom voor Mark Schaevers en Humo dat zij hem deze kans boden (hij kwam overigens al eerder in dat blad aan het woord, steeds in een scherp interview). Door hem aan het woord te laten krijg je een dubbel voordeel: hij krijgt een faire kans om zich te verdedigen. Maar je kan ook aantonen dat hij ondanks zijn retorische kracht en soms vlijmscherpe analyses, eigenlijk nergens een antwoord op heeft, en ook dat is een verdienste. Want zelf blijft hij zich zien als de ‘ijsbreker’ die het debat op gang heeft getrokken. Zijn tragiek is echter dat hij er nooit toe in staat was het ijs rond zijn persoon te breken, zodat hij eerder het debat verstoorde dan ontwikkelde. Hij blijft er nochtans van overtuigd dat vandaag het gelijk bewezen wordt van het ‘harde’ Vlaams Blok, zodat hij nogmaals bevestigt dat het ‘zachtere’ Vlaams Belang niet bang mag zijn van zijn eigen schaduw. Hij hoort nu namelijk Nahima Lanjri van CD&V standpunten innemen tegen ‘120 kilometer per uur‘, die zijn partij op rechts voorbijsteken en die een vroegere ‘hardliner’ van N-VA als Theo Francken als een watje wegzetten. Hij vindt daarom dat hij naar 150, 160 km dient te schakelen. Schaevers wilde daarop van hem weten of hij zichzelf zo niet zal overschreeuwen en terug helemaal alleen zal komen te staan. Dat is Dewinters zorg niet, zo verzekerde hij nogmaals: ‘De traditionele partijen zeggen dan: sluit de zwembaden voor vluchtelingen. Ik zeg gewoon: sluit de grenzen. Die vluchtelingen horen hier niet thuis‘. Het is inderdaad de taal die je vandaag aan de cafétogen hoort, met alle bijhorende veralgemeningen en vooroordelen, maar als je iets dieper peilt, dan merk je dat er wel degelijk een bereidheid tot opvang bestaat. Alléén wil de man in de straat geen opvang ten koste van onze zuur verworven vrijheden en welvaart. Zodat gebeurtenissen als de gevechten in de opvangkampen zwaar choqueren. Wie dit probleem wil aanpakken moet daarom in eerste instantie inzetten op het versterken van onze rechtsregels, en dat kan slechts vanuit het beleid, niet vanaf de zijkant, waar het goedkoop schreeuwen is. Ondertussen is de invloed van het Vlaams Belang op de huidige controverses, net als in het verleden, verwaarloosbaar.

Het Zeventigpuntenplan herbekeken

Dewinter heeft zich tijdelijk in de luwte gehouden na de verkiezingsnederlaag, zegt hij, omdat hij zijn tijd wilde afwachten voor een wederopstanding, reculer pour mieux sauter. Schaevers wijst hem fijntjes erop dat hij volgens zijn inlichtingen nog maar weinig steun heeft bij de partijtop. Dewinter ontkent dat niet en legt dan zijn grootste angst bloot:

Zelf zal ik Vlaams Belang nooit verlaten, en ik kan alleen maar hopen dat Vlaams Belang mij nooit verlaat‘. Het Jean-Marie Le Pen-syndroom, zou je kunnen zeggen.

Hij heeft alleszins nergens spijt van: ‘Wij hebben de voorbije dertig jaar een duidelijke boodschap gebracht; je kunt discussiëren over punten en komma’s, over de stijl, maar de uitgezette lijn was juist‘. Dan wordt hij concreter: ‘Het 70 puntenplan ging ervan uit dat we nog in staat waren het overgrote deel van de niet-Europese vreemdelingen van de eerste en tweede generatie in groep naar de landen van herkomst terug te sturen (“¦) De Turkse en Marokkaanse gastarbeiders waren in onze visie betaald voor een tijdelijke betrekking en konden weer naar huis‘. Ik herinner me nog dat ik in die periode (1994) de kans kreeg op een persreis naar één van de oliestaten aan de Perzisch/Arabische Golf. Toen ik terugkeerde, schreef ik dat wie het 70-puntenplan in werking wilde zien, daar eens moest gaan kijken, ik had er regelrechte slavernij waargenomen. Ik herhaalde dat in 2013 in Reductio ad Hitlerum in Qatar (07/10/13) Daar werd in onze pers evenwel vroom over gezwegen, onder andere omdat vele journalisten zich dankbaar betoonden voor de luxueuze snoepreisjes waar ze van mochten genieten. Ik ging daar iets later nog op in, in ‘Slavernij is een klein probleem‘ (18/11/13), waar ik aanklaagde dat de VRT ‘luchtige’ programmamakers laat aantreden om zeer ernstige maatschappelijke problemen onder de mat te vegen. Wat Dewinter dus voorstelde, kon alleszins perfect in de Arabische wereld, zonder enig protest. Maar niet bij ons, want bij ons gelden christelijk-humane waarden. De islamofielen in onze contreien waren er echter als de kippen bij als er ook maar de minste verdenking bestond van discriminatie tegen Arabieren; maar voor de onverbloemde discriminatie in Arabische landen, bleven zij veelal stekeblind. Dan moest men het ‘andere’ in die andere culturen respecteren. Als Saudi-Arabië al eens werd aangevallen, dan vooral omdat wij er olie van kopen en wapens aan leveren (alleszins: FN doet dat). Wat er fout is aan handeldrijven werd daarbij nooit gezegd, met China mocht dat wel. Maar het was maar weer eens een manier om alle schuld op de eigen nek te laden. Dewinter werd in zijn Humo-interview ook concreter rond wat hij nu echt had voorgesteld: ‘Hou ze apart vóór ze hun kinderen hier naar school sturen, vóór ze Nederlands leren en proberen zich aan te passen aan onze manier van leven, want dan stopt het nooit meer. Maar dat uitgangspunt is anno 2016 niet meer realistisch, omdat we ondertussen over een derde en vierde generatie praten‘. Je kan dat moeilijk anders dan op zijn minst etnocentrisch noemen, even benepen als de migratiepolitiek in de Golfstaten die de Aziatische gastarbeiders behandelen als rechteloze wegwerpmensen. Van zijn etnocentrisme heeft Dewinter nooit een geheim gemaakt, al zal hij wel bestrijden dat dit racistisch is. Waarom was het in zijn ogen dan zo uit de hand gelopen? ‘Links heeft van de massa-immigratie een ideologisch project gemaakt, het multiculturalisme (“¦) ter vervanging van het failliete communisme. (“¦) Maar die droom is een nachtmerrie geworden: multicultureel is multiconflict geworden‘. Schaevers antwoordde hem daar niet op, al mogen we aannemen dat hij zich heel goed had voorbereid (zijn handelsmerk). Hij gaf dus impliciet toe dat Dewinter gelijk had, en dat er inderdaad zoiets bestaan heeft als een ideologische droom om het oude ideaal van Jean-Jacques Rousseau te verwezenlijken, de import van de ‘noble sauvage’ om de corrupte Westerse beschaving te zuiveren. Dewinter had dus een punt gescoord.

Hoe scheiden wij het kaf van het koren?

Schaevers verweet hem wel dat hij een amalgaam maakte van arbeidsmigratie en asielzoekers, waar hij dan weer gelijk in had, en vroeg hem naar zijn concreet programma voor vandaag. Plots werd Dewinter ontzettend gematigd. ‘Wat nog wel haalbaar is, is het kaf van het koren scheiden door duidelijke regels op te stellen: alles wat onaangepast is, alles wat niet geïntegreerd, geassimileerd wil of kan worden, alles wat crimineel of illegaal is, moet eruit!’ Eigenlijk betwist niemand dat nog, maar het probleem is hoe je dat kaf van het koren scheidt, zonder in tegenspraak te komen met de eigen fundamentele rechtsregels. De regering werkt daaraan, maar vindt allerlei filantropische initiatieven op haar weg. Zoals de soms roerende hulp aan vluchtelingen die zich nu rond Zeebrugge groeperen. Daar eisen sommige hulpverleners dat de regering een kamp opzet voor mensen die de nadrukkelijke bedoeling hebben om de wet te overtreden, en zo de handel te verstoren, de vrachtchauffeurs in problemen te brengen en de toeristen weg te jagen. Vermits Schaevers tegen het kaf/koren-argument van Dewinter weer niet op kon, lokte hij als goede interviewer hem verder uit zijn tent: hoe wilde hij dat regelen? Dewinter verwees naar het beleid van Viktor Orban in Hongarije en weer scoorde hij: dat is erop gebaseerd dat een asielzoeker zich dient in te schrijven in het eerste EU-land waar hij aankomt, en dat kan per definitie Hongarije niet zijn. Die filosofie begint overal door te dringen, Duitsland en Oostenrijk worden heel selectief aan de grenzen en burgemeesters en de gouverneur aan onze kust (géén Vlaams Blok’ers) willen vermijden dat er een centrum van illegaliteit ontstaat als in Duinkerken en Calais. ‘Voortschrijdend inzicht’, heet dat. Daar hebben we Dewinter dus niet voor nodig. Weer had Schaevers geen weerwerk. Dus gooide hij het over een andere boeg. ‘Volgt u Geert Wilders dat elke asielzoeker hier in een gesloten centrum thuishoort?’ Uiteraard volgde Dewinter hem daarin. Weer had Schaevers geen repliek want artikel 31.2 van de Conventie van Genève staat impliciet tijdelijke beperkingen van het vrije verkeer van vluchtelingen toe, als dit nodig blijkt te zijn. Daarom moet je ze natuurlijk niet allemaal in een gesloten centrum steken, en met die eis gaan zowel Dewinter als Wilders uit de bocht, maar dat geldt wel voor mensen die er van verdacht worden problemen te veroorzaken inzake de openbare orde. Verdenking daarbij volstaat, daar staat een eenvoudig EHBO-principe garant voor: een hulpverlener mag nooit op zodanige manier hulp verlenen, dat hij daardoor zelf hulp behoeft. Wat de VLD-burgemeester van Koksijde wilde doen met het zwembad, was daarom geen collectieve discriminatie zoals de professionele antidiscrimineerders beweerden, maar, los van het incident zelf, een maatregel om het onveiligheidsgevoelen weg te nemen bij de zwembadgebruikertjes (en hun ouders en de redders) in de eigen gemeente. Als men het gevoelen kwijt is dat men zijn kinderen veilig kan laten gaan zwemmen, en zelfs als dit maar om een gevoelen gaat, dan moet een burgemeester ingrijpen. Want het kan nooit de bedoeling zijn dat de eigen gemeenschap moet inleveren op haar vrijheden om die van anderen te verzekeren. Dat gold ook voor de tijdelijke afzondering door Theo Francken van de omstreden vluchteling. Dit was, los van wat stoere taal op een emotioneel moment, geen sanctie maar een terechte maatregel die een sereen onderzoek mogelijk maakte. Wat ook gebeurd is, en bewijst hoe sterk en humaan onze rechtsregels zijn. Om nog maar eens de metafoor te gebruiken van de Arabische oliestaten: de Aziaat die daar aankomt moet zijn paspoort inleveren aan zijn ‘sponsor’, die ook verplicht is een som op een rekening te bevriezen die overeenstemt met de repatriëringskost. Bij het minste incident, en zonder de minste rechtspraak of tegenspraak, beslist de overheid dan die som te gebruiken voor een vliegtuigticket en wordt de persoon terug gestuurd naar zijn land van herkomst. Zo bruin heeft bij mijn weten zelfs Dewinter met zijn Zeventigpuntenplan het hier nooit gebakken. Daarna kwam het gesprek op de kern van de zaak: hoe maakt men uit wie hier onaangepast is en wie niet? Dewinter kwam op zijn stokpaardje: ‘Dan komen we bij de islam terecht. Dat is een vorm van georganiseerde barbarij die iedere integratie remt‘. Schaevers: ‘In een Europese islam gelooft u niet?’ Hij had kunnen weten dat Dewinter daar niet in gelooft, maar misschien wilde hij hem zo ‘ontmaskeren’ als onverdraagzaam? De eenvoudige waarheid is evenwel dat die hersenschim van een Europese islam nergens te vinden is. Dewinter omzeilde mooi de valstrik en deed zowaar weer een humane uitspraak: ‘Er zijn wel veel gematigde moslims, maar er is geen gematigde islam‘. Schaevers werd daarop schamper, een teken van gebrek aan argumenten: ‘Een inzicht gebaseerd op theologische studie?’ Dewinter: ‘De Koran leest als een lang scenario ter verovering van het land van de oorlog, waar de ongelovigen leven‘. Tot spijt van wie het benijdt: dat staat er inderdaad in. ‘En bestrijdt hen tot er geen beproeving meer is, en de godsdienst aan Allĝh behoort. En indien zij dan ophouden, dan zij er geen vijandschap dan tegen de onrechtdoeners‘ (sÅ«rah 2:193). Een variant: ‘En bestrijdt hen, totdat er geen verzoeking meer is en de godsdienst geheel aan Allĝh behoort. Indien zij dan ophouden, dan is Allĝh scherp ziende op wat zij bedrijven’ (sÅ«rah 18:39). Moeiteloos zijn er nog wel wat dergelijke citaten eruit te halen: ‘Wanneer jullie dus een ontmoeting hebt met hen, die ongelovig zijn, houwt dan in op de nekken en wanneer gij onder hen een bloedbad hebt aangericht, bindt hen dan in boeien. Dan daarna of begenadiging of loskoping, totdat de strijd zijn geweld heeft neergelegd‘ (sÅ«rah 47:4a). Je kan er niet naast lezen. Op voorwaarde dat je de Koran leest, natuurlijk. Wat Mark Schaevers misschien toch wel eens zou mogen doen, los van wat Filip Dewinter vertelt. Schaevers gaf echter zijn fundamentele zwakheid bloot, hij baseert zich op tweederangsbronnen: ‘Ik lees bij mensen die ervoor doorgestudeerd hebben, heel andere interpretaties ““ uw lezing is een fundamentalistische‘. Het had Schaevers gesierd als hij hier gezegd had wie die ‘mensen die ervoor doorgestudeerd hebben‘ wel zijn. Ik durf er ook mijn zondagse pet op verwedden, wie Schaevers bedoelde: Karen Armstrong, ik noemde haar enkele weken geleden nog De ongekroonde koningin van de islamofilie (14/01). Zij vergiftigt het debat al een kwarteeuw door alle geweld uit de jihadische geschiedenis te minimaliseren en alle schuld voor de gespannen verhoudingen op de nek van de tegenaanval te schuiven, de kruistochten. Misschien heeft Schaevers andere ‘doorgestudeerden’ gelezen? Dan zou het hem sieren die te vermelden.

Het probleem beheren, niet het beheersen

Dewinter citeerde daarop Etienne Vermeersch, het geweten van links Vlaanderen, als medestander. Nu bestaat er natuurlijk nog een stevig nuanceverschil tussen hem en Vermeersch, maar in wezen is diens achterdocht tegen de gewelddadige tendens in de Koran inderdaad erg groot. Schaevers gleed daar zedig overheen, en toonde weer dat hij zijn huiswerk toch niet goed genoeg had gemaakt. Hij haalde opnieuw Wilders erbij, die vindt dat de Koran moet verboden worden. Zo gaf hij Dewinter opnieuw een kans om te scoren:

Ik verbied niks, ik ben zelf al zo dikwijls verboden (“¦). Men moet de Koran juist lézen. Wou je weten wat Hitler met de joden ging doen, dan had je maar Mein Kampf moeten lezen‘.

Daar had Schaevers niet van terug, want het was duidelijk dat in zijn scenario een reductio ad Hitlerum verborgen zat, een wegzetten van Dewinter als adept van de Führer. Dat was hem nu preventief door de neus geboord. De volgende vraag was dan ook slap, zijn strijdvaardigheid smolt als sneeuw voor de zon: ‘Als ik het goed begrepen hebt, stelt u een moslimregister voor.’ Niet alleen was de vraag onbegrijpelijk, mogelijk omdat hier de reductio ad Hitlerum voorzien was, met retoriek over de Jodenster enzovoort. Nu gaf hij Dewinter een open doekje om zijn boutade te ontwikkelen: ‘Niet iedere moslim is een terrorist maar helaas is tegenwoordig iedere terrorist wel een moslim’. Om te besluiten met: ‘De radicale islam zit als een kuiken in het ei van de islam’. Schaevers gaf het ideologische dispuut, waar hij duidelijk een maat te klein voor was, dan maar op en begon weer over concrete maatregelen. Daarop liet Dewinter zich gaan. Hij wees erop dat de mainstream-politici de pedalen kwijt zijn, omdat ze jarenlang ‘de culturele en journalistieke elite‘ achterna gelopen hebben om maar aan bod te komen in de massamedia. Daar had hij natuurlijk weer gelijk in, daar wees ik ook op in Marion van San krijgt steeds meer gelijk (12/02/13). Maar daarop verloor Dewinter zelf de pedalen, toen hij zijn woede losliet tegen N-VA: ‘Francken is de conciërge van het asielhotel België geworden. N-VA beheert dit probleem, maar beheerst het niet‘.

De kwestie is dat niemand ter wereld dit probleem van het losgeslagen testosteron niet slechts in de Arabische of mohammedaanse wereld, maar ook in geheel Afrika beheerst en waar al een kwarteeuw geleden voor gewaarschuwd werd door Robert Kaplan. En dat ook niemand het kan beheersen, ook Dewinter niet, zelfs niet als wij hem plenipotentiële bevoegdheden zouden geven.

Hij zelf verwijst naar de metafoor van de Val van het Romeinse Rijk, en als we eerlijk willen zijn: dat beleven wij inderdaad. En zoals Rome daar geen verhaal tegen had bij de doorbraak van de Rijn in 406, zo hadden wij geen verhaal bij de voetmarsen doorheen de Balkan in 2015, die zich ongetwijfeld in de lente zullen herhalen, waarschijnlijk nog massaler. En daarna jaar na jaar opnieuw. Het enige wat wij kunnen, is proberen die stroom enigszins te kanaliseren. Onder andere door met de daden een overtuigende tegenboodschap te geven: niet-Europeanen op assertieve wijze duidelijk maken dat het hier geen land van melk en honing is. En dat hier streng wordt toegekeken op respect voor de wet. Precies wat de overheden vanuit een verkeerd begrepen multiculturalisme ook al meer dan een kwarteeuw nagelaten hebben. Misschien ook dat wie wegvlucht voor oorlogen enkel toegang krijgt tot de meest nabije veilige streek, zoals met de Belgen die in 1914 massaal op de loop gingen naar Nederland en Frankrijk (maar niet naar een ander continent). Tegelijk moeten we de onvermijdelijke toestroom véél beter kanaliseren en opvangen, en hulp bieden aan ‘frontlijnnaties’ (als Jordanië of Libanon; of Turkije, als het zich leert te gedragen). Dat moeten we dan bolwerken zonder onze eigen waarden op te geven, solidariteit met mensen in nood. Omdat noch Schaevers, noch Dewinter iets zinnig konden zeggen over de korte termijn ““ Dewinter wil in feite onze humane waarden opgeven met zijn voorstel van gesloten grenzen, Schaevers wil ons laten overspoelen met zijn suggestie van open grenzen ““ verschoof hun gesprek opnieuw naar de lange termijn. Dewinter pleitte voor een radicale geboortepolitiek, compleet met het uitdelen van condooms en sterilisatie. Schaevers wees erop dat welvaart automatisch een geboortebeperking met zich meebrengt, zodat we moeten inzetten op ontwikkelingssamenwerking. Dat zijn grijsgedraaide grammofoonplaten: condooms worden in Afrika al decennia lang door NGO’s uitgedeeld, ondanks verzet van de katholieke kerk, maar de mannen gebruiken ze niet. En ontwikkelingssamenwerking is een halve eeuw aan de gang en heeft op de meeste plaatsen niets opgeleverd, de veelgeroemde plattelandsontwikkeling is op sterven na dood. Alléén daar waar eigen (endogene) initiatieven loskomen, is verbetering merkbaar. Vaak zijn die echter asociaal (kinderarbeid bijvoorbeeld) en dus zijn ontwikkelingshelpers daar (terecht) vies van.

Knelpunten maar geen oplossingen

Tenslotte concentreerde Schaevers zich op de mensen die Dewinter momenteel toejuicht: Assad en Poetin. Dewinters positie was duidelijk: de vijanden van zijn vijanden zijn z’n vrienden. Poetin en Assad bekampen IS, dus moeten we hen steunen, stelt hij. Men kan daarover discussiëren, kwestie was dat Schaevers ook daar geen argument tegen had. Het alternatief voor Assad is, volgens Dewinter, een reeks neutronenbommen op het Nabije Oosten want elke leider daar is er een andere waard. Als men de ene dictator uit de weg ruimt, treedt er een andere aan. Het was zinvolle praat, maar geen oplossing.

En dat is precies de zwakke plek van Filip Dewinter: al dertig jaar lang wijst hij knelpunten aan, maar al dertig jaar krijgt hij niet de minste greep op het beleid om daar wat aan te doen, en weet hij ook geen oplossingen aan te reiken die conform zijn aan de fundamentele waarden die hij beweert te verdedigen. Terwijl hij mensen die er wel wat proberen aan te doen, verrot scheldt.

Waardoor hij het proces eerder vertraagt dan versnelt, want wie op een ernstige manier in het debat wil tussenkomen, krijgt meteen het etiket ‘Vlaams Blokker’ opgeplakt. De Winter leeft ook in de illusie dat een goed deel van zijn kiezers tijdelijk bij N-VA zit en zal terugkeren, omdat die partij ‘voor de macht alle principes overboord gooit‘. Dewinter vergeet evenwel dat misschien maar een kwart tot mogelijk de helft van de N-VA-kiezers van het Belang komt, de anderen zijn weggezogen uit de klassieke partijen die effectief de boel hebben laten verrotten en nu in een kramp schieten. De krachtdadige maar correcte manier waarop een Theo Francken (die ik aanvankelijk voor geen haar vertrouwde) de crisis aanpakt, wekt alom bewondering op. Natuurlijk zullen er altijd mensen zijn die uitsluitend voor radicale oplossingen gaan, maar die zitten al bij het Belang. De populariteit van Maggie De Block, die dit departement vóór Francken ‘streng maar rechtvaardig’ beheerde, wijst er duidelijk op dat er veel meer mensen (ook mensen die twijfelden over het Vlaams Belang) zijn die wensen dat deze kwestie serieus beheerd wordt; dan dat ideologen een weg ter ‘beheersing’ aanduiden, waarin wij als samenleving onze humane ziel opofferen en dus worden wat zij beweren te bestrijden. Of een opnieuw ‘verblokt’ Vlaams Belang dus meer dan marginaal van de huidige onzekerheid zal profiteren, durf ik te betwijfelen.

Het grote risico voor Dewinter is dat zijn partij, om eindelijk te kunnen wegen op het beleid, haar oude provocateur zal opofferen, zoals Marine Le Pen dat met haar vader heeft gedaan. Dat moet voor hem het horrorscenario worden: eindelijk gelijk krijgen (in eigen ogen toch), en er dan niet meer bij zijn om dat te verzilveren.

 

Meer