De F-35: dan toch geen geflopt project?

In het verleden werd de Lockheed Martin F-35, het nieuwste gevechtsvliegtuig van het Amerikaans leger, al regelmatig ‘een gefaald project genoemd: het vliegtuig is te duur, te zwaar en te ingewikkeld om snel en op grote schaal te fabriceren. Nu komen de fabrikant en het Pentagon echter met tegenargumenten.

Lockheed Martin en het Pentagon, het Amerikaans ministerie van Defensie, kwamen met cijfers naar buiten over de onderhoudskosten van het vliegtuig. Volgens een rapport van de US Government Accountability Office (GAO), het agentschap dat onderzoeksdaden verricht voor het Congres, zijn de kosten om een F-35 de lucht in te houden de afgelopen jaren gedaald.

Veel te duur

In 2020 raakte bekend dat het 7,8 miljoen dollar kostte om één F-35A, de standaardversie, in de lucht te houden. Dit oversteeg het doel, van 4,1 miljoen per jet; het was zelfs bijna het dubbele. Ook de andere versies van het vliegtuig kostten meer dan de bedoeling was:

  • De F-35B, gebruikt door de marine en geschikt om op een korte baan op te stijgen en verticaal te landen (STOVL, short-takeoff-and-vertical-landing) kostte 9,1 miljoen dollar, tegen een target van 6,8.
  • De C-variant, die gebruikt wordt voor vliegdekoperaties en voorzien is van een steviger landingsgestel, deels opklapbare vleugels en een haak om de remkabels vast te grijpen, kostte 9,9 miljoen. Het doelwit was vastgelegd op 7,5 miljoen dollar.

Mede door de hoge vliegkosten werd het vliegtuig meermaals bekritiseerd. Ook in onder meer Zwitserland, waar wordt gewerkt aan de modernisering van het leger, ligt de aankoop van F-35’s gevoelig: enkele tegenstanders, waaronder de Groene partij en de Sociaal-Democraten, zorgden ervoor dat de bevolking nu, door middel van een referendum, kiest of de F-35 het nieuwe vliegtuig wordt, of toch gekozen wordt voor de Boeing F-18 Super Hornet, Dassault Rafale of de Eurofighter Typhoon van Airbus.

In juli 2021 deelde de GAO een nieuw rapport, waarin duidelijk stond dat de vliegkosten van de F-35’s naar omlaag moesten: anders zou het Amerikaans leger tegen 2036 jaarlijks zes miljard dollar te veel aan kosten maken.

Goed nieuws

Maar Lockheed Martin zelf kwam woensdag met goed nieuws: op een persconferentie op het hoofdkwartier in Arlington, net buiten de Amerikaanse hoofdstad Washington D.C., wezen enkele topmannen van het bedrijf erop dat het de vliegkost probeerde te drukken. Met succes, klonk het. De exacte kostprijs werd echter niet publiek gemaakt.

Lockheed toonde wel enkele grafieken: tussen 2015 en 2021 daalde de jaarlijkse kost van Lockheed Martin-onderdelen op de F-35 (ook Northrop Grumman en BAE Systems leveren onderdelen) met 37 procent. De prijs per vlieguur zakte zelfs met 50 procent over diezelfde periode. Hiermee zou het de prijs om een exemplaar operationeel te houden al serieus hebben weten drukken, maar het doel wordt nog niet gehaald.

Audrey Brady, vicevoorzitter van het departement Onderhoud bij Lockheed Martin, stipte een van de redenen voor de kostenverlaging aan: “meer dan 90 procent van de onderdelen van het vliegtuig blijven langer op het vliegtuig dan voorspeld was. Dit vermindert de kost per vlucht.” Het bedrijf moet dus minder reserveonderdelen inzetten om versleten stukken te vervangen.

(as)

Meer