Comeback van steenkool als energiebron in Europa: toename van emissies zou “te verwaarlozen” zijn

In het licht van de energiecrisis en het vooruitzicht van een moeilijke winter, overwegen verschillende Europese landen hun kolencentrales weer op te starten – ondanks hun inzet voor de energietransitie. Sommigen zien hierin het “toppunt van absurditeit”. Maar volgens één rapport zou de toename van de CO2-uitstoot eigenlijk te verwaarlozen zijn.

Rusland heeft zijn aardgasexport naar Europa al verminderd, maar volgens bepaalde Europese politici is het heel goed mogelijk dat Poetin nog verder gaat en in de komende weken de gaskraan gewoon volledig dichtdraait. Deze ingewikkelde situatie heeft Oostenrijk, Nederland en Frankrijk ertoe aangezet de heropening van hun kolencentrales te overwegen. Voor sommigen, met name Duitsland, is de vraag niet meer aan de orde, omdat het de machinerie hiervoor allang op gang heeft gebracht.

In plaats van Russisch aardgas te gebruiken om elektriciteit op te wekken, wordt het voor de winter opgeslagen en vervangen door kolengestookte stroomopwekking. Deze energiebron is uiteraard vervuilender dan gas en het gebruik van steenkool leidt onvermijdelijk tot meer CO2-uitstoot. In tijden van klimaatdrang geldt dit als een smet op het groene blazoen van de lidstaat in kwestie.

Maar dit betekent niet dat steenkool echt een comeback maakt in Europa. “Dit zijn tijdelijke maatregelen die de klimaatverbintenissen van Europa op langere termijn niet in gevaar zullen brengen”, aldus een rapport van de energiedenktank Ember.

Te verwaarlozen emissies

Frankrijk zal een eenheid van 595 megawatt (MW) van een kolencentrale heropenen om de winter door te komen, terwijl Oostenrijk kolen zal gebruiken om een centrale van 246 MW te laten draaien, meldt Euractiv. In Nederland heeft de regering haar wetgeving gewijzigd om het verbod op te heffen op kolengestookte centrales die op meer dan 35 procent van hun capaciteit werken. Tot eind 2023 zullen zij op volle capaciteit mogen draaien in geval van een ernstige onderbreking van de gastoevoer uit Rusland. Tenslotte heeft Duitsland een wet goedgekeurd waardoor het zijn kolengestookte centrales weer kan opstarten om tot 8 gigawatt (GW) te produceren.

Als alle vier de landen gedwongen zouden worden hun toevlucht te nemen tot deze oplossingen, zou er iets minder dan 14 GW aan kolengestookte centrales bijkomen, waardoor de bestaande kolenvloot van de EU (109 GW) met 12 procent zou toenemen.

In het slechtste geval, als de centrales in heel 2023 op 65 procent van hun capaciteit zouden draaien, zouden zij slechts 60 terawattuur aan elektriciteit produceren, genoeg om Europa ongeveer een week van stroom te voorzien, aldus het rapport. In termen van vervuiling zou dit neerkomen op 1,3 procent van de totale uitstoot van de EU in 2021.

“Moeten wij ongerust zijn? Ja. Vanuit klimaatoogpunt willen wij geen kolen verbranden. Wij zouden het liefst zien dat het gebruik van alle fossiele brandstoffen omlaaggaat, maar als wij dat in het perspectief plaatsen van de huidige situatie, dan moeten wij ons niet al te veel zorgen maken”, laat Sarah Brun, auteur van de studie, optekenen door Euractiv.

Energietransitie nog steeds op de agenda

De energiecrisis waarmee de wereld, maar vooral Europa, te kampen heeft na de inval van Rusland in Oekraïne, doet niets af aan de bereidheid van de EU-lidstaten om zich los te maken van fossiele brandstoffen. De pandemie, de energiecrisis en de oorlog in Oekraïne hebben voor verschillende Europese regeringen juist in het voordeel van de energietransitie gewerkt, zo blijkt uit recent onderzoek van Ember. “De huidige crisis heeft gewerkt als een katalysator voor een versnelde Europese energietransitie”, aldus het rapport.

En hoewel andere landen overwegen op steenkool te vertrouwen om de crisis het hoofd te bieden, waaronder de Tsjechië en Polen, staat een groene transitie nog steeds op de agenda.

“Zelfs in de Oost-Europese lidstaten zien we ofwel een grotere inzet voor hernieuwbare energiebronnen, ofwel geen verzaking aan de gedane toezeggingen om steenkool geleidelijk uit te bannen”, schrijft Sarah Brun, co-auteur van de studie.

(lb,kg)

Meer