(Br)exit Erasmus, enter Alan Turing: Krijgt het Britse equivalent een goed rapport?

Door Nina Dillen 

Erasmus is niet meer – al bijna 500 jaar ondertussen. Maar ook het gelijknamige uitwisselingsprogramma sterft een stille dood in het Verenigd Koninkrijk. Britse studenten gaan voortaan op ‘Alan Turing’ naar het buitenland. Het zal beide geleerden worst wezen vanuit hun graf, maar hedendaagse critici uiten wel hun bezorgdheid: ‘Turing kan Erasmus nooit vervangen.’

Beginnen doen we bij het begin. Wie was deze Desiderius Erasmus eigenlijk, die bijna 500 jaar na zijn dood in Europa synoniem is geworden voor een buitenlandse studie-ervaring? Stel de vraag aan willekeurige uitwisselingsstudenten op een Erasmusfeestje, en de kans is reëel dat ze het antwoord schuldig moeten blijven. Vergeef het hen. Ze kunnen er ook niet aan doen dat ze zonet een derde shotje tequila in de handen kregen geduwd.

Maar ook humanist, theoloog, priester en schrijver Desiderius Erasmus Roterodamus himself zou hen waarschijnlijk vergeven. Tolerantie en verzoening waren zijn stokpaardjes, en ook hij hield van een goed glas in dito gezelschap. Al droeg de humanist beschaafde tafelmanieren hoger in het vaandel dan de gemiddelde Erasmusstudent. ‘Een maaltijd beginnen met het heffen van de beker, is iets voor dronkenlappen’, zo schrijft Erasmus in zijn etiquetteboek ‘Goede Manierlijcke Seden’, een werk uit 1530 om jongeren goede manieren bij te brengen.

Vrienden maken in Europa

De gedeelde liefde voor een gevuld glas is niet de reden waarom het in 1987 opgerichte uitwisselingsprogramma naar Erasmus werd vernoemd. Om te begrijpen wie hij was, moeten we terug naar zijn vermoedelijke geboortejaar, tussen 1466 en 1469 in Rotterdam. Desiderius Erasmus werd geboren als een bastaardkind van de ongehuwde priester Gerard en zijn huishoudster Margaretha – een netelige situatie voor die tijd. Hij studeert aan de Latijnse school in Deventer en als zijn beide ouders overlijden aan de pest, brengt hij zeven jaar door in een klooster nabij Gouda. Daar scherpt de jonge intellectueel zijn interesse aan voor klassieke auteurs uit de oudheid en Italiaanse humanisten. Na zijn priesterwijding in 1492, slaat Erasmus zijn vleugels uit om in Parijs theologie te gaan studeren. Later reist hij verder door Europa en komt in aanraking met andere humanisten. In Londen zal hij gelijkgezinde Thomas More ontmoeten, waarmee hij een hechte vriendschap voor het leven opbouwt.

Het is aan deze renaissance-humanist dat Erasmus in 1509 zijn bekendste boek ‘Lof der Zotheid’ opdraagt. Tijdens zijn reizen ergert de theoloog zich mateloos aan de dogmatische katholieke kerk, corrupte machthebbers en de duffe academische wereld. Een frustratie die hij in het satirische boek tot uiting brengt, veilig verscholen achter een fictief personage. Hij schopt tegen de schenen van vrijwel iedereen: dokters (‘kwakzalvers en vleiers!’), monniken (‘ezels die psalmen balken, uit het hoofd geleerd omdat ze niet kunnen lezen!’) en hovelingen (kruiperige, laffe, verachtelijke wezens!). Met dank aan de recent uitgevonden boekdrukkunst, wordt Lof der Zotheid een bestseller avant la lettre, met meer dan dertig Latijnse edities die tijdens zijn leven verschijnen. Het levert Erasmus een grote schare fans op, onder meer in koninklijke kringen. Al zal daar later verandering in komen. 

De Gulden Middenweg

Erasmus is kritisch voor de kerk, maar wél gelovig. Als eeuwige verzoener probeert hij religie en het humanisme met elkaar te verbinden. In zijn humanisme staan de mens en zijn vrije wil centraal. Die mens denkt bewust na over zichzelf. Hij gelooft in het woord van God, maar verzet zich tegen de dogma’s van de Rooms-Katholieke Kerk, zoals het systeem van aflaten of ascese bij monniken. Zo vindt hij de officiële kerkelijke Bijbelvertaling uit de 4e eeuw, ‘de Vulgaat’, niet helder genoeg voor alle gelovigen. Erasmus maakt een nieuwe vertaling van het Nieuwe Testament, in het Grieks en het Latijn, op basis van Griekse geschriften. In 1517 richt hij in Leuven een ‘Collegium Trilingue’ op waar studenten les krijgen in het Latijn, Grieks en Hebreeuws. Zo raakt zijn humanistische visie verspreid.

Maar het is ook rond die periode dat zijn populariteit begint af te brokkelen. Als Maarten Luther, de grondlegger van het protestantisme, in 1517 zijn 95 stellingen met kritiek op het katholicisme aan de kerk van Wittenberg spijkert, loopt het voor Erasmus mis. Hij wordt door de buitenwereld gezien als de man die het pad effende voor de Reformatie. Dat Maarten Luther zich baseerde op Erasmus’ Bijbelversie om een Duitse vertaling te maken, zet die perceptie kracht bij. 

Nochtans is Erasmus het niet eens met Luthers gedachtegoed. In tegenstelling tot de protestant vindt hij dat de mens een vrije wil heeft en de problemen met de kerk van binnenuit kunnen opgelost worden. Erasmus is de voorvechter van de Gulden Middenweg, de gematigdheid, de verzoening. Terwijl Luther en de Katholieke Kerk twee extremen belichamen. Het komt tot een conflict tussen Luther en Erasmus, en deze laatste verhuist in 1520 naar het Zwitserse Basel, waar hij ook zal sterven in 1536.

Kuikens verstikken

‘Mijn populariteit is zo fel bekoeld dat ze nauwelijks nog bestaat of verdampt is. Misschien is ze zelfs veranderd in haat’, schrijft Erasmus in 1523. Aan de ene kant hekelt Luther hem als een ‘instrument van Satan’, anderzijds beschouwt de Katholieke Kerk hem als een pseudo-Luther. Of zoals een monnik uit Keulen het verwoordde: ‘Erasmus legde de eieren. Luther is eruit gekomen. God sta toe dat we de eieren breken en de kuikens verstikken.’ Na Erasmus’ dood komt zijn gehele oeuvre op de pauselijke Index met Verboden Boeken terecht, een lijst die nog tot 1966 bleef bestaan. Amusant detail: de universiteit van Leuven verbood ‘Lof der Zotheid’ nog vóór de kerk het op de Index zette, en ook de universiteiten van Oxford en Cambridge plaatsten het op een zwarte lijst. Enkele eeuwen later zouden deze universiteiten grote pleitbezorgers van het Erasmusprogramma worden, en het betreuren dat het Verenigd Koninkrijk zich eruit terugtrekt. Hieronder meer daarover. 

Bij zijn dood kreeg Erasmus niet de erkenning die hij vandaag geniet. Aanvankelijk werden zijn ideeën enkel stiekem besproken, onder intellectuelen in de privésfeer. Later begonnen jezuïeten mondjesmaat elementen van zijn gedachtegoed in hun filosofie te introduceren, en ook gematigde vormen van het protestantisme, zoals die in Groot-Brittannië ontstonden na de puriteinse revolutie, bliezen opnieuw het stof van zijn verguisde ideeën. 

Tequila en soft skills

Vandaag wordt Erasmus wél overal vereerd. Er is de Erasmusuniversiteit en de Erasmusbrug in Rotterdam, ziekenhuizen die naar de intellectueel werden vernoemd, maar ook standbeelden en musea rond de humanistische theoloog. En last but not least: het Erasmusprogramma, waarmee jongeren net als Erasmus een tikje wereldburger worden (‘Ik wil een burger zijn van de hele wereld, niet van één stad’, schrijft hij in 1523) en ideeën met andere Europeanen uitwisselen. Naast dat occasionele shotje tequila.

Het Erasmusprogramma (sinds 2014 ‘Erasmus+’) bestaat sinds 1987 en zorgt ervoor dat deelnemende landen via een wederkerige overeenkomst studenten kunnen uitwisselen. Concreet volgt een student daarbij een deel van zijn hogeschool- of universitaire opleiding in een van de Erasmuslanden, voor minimum drie en maximaal twaalf maanden. Naast de 27 EU-landen zijn ook een paar partnerlanden aangesloten, waaronder IJsland, Liechtenstein en Turkije. Verworven studiepunten tellen mee voor de opleiding in eigen land. Erasmusstudenten hoeven daarbij geen extra inschrijvingsgeld te betalen en blijven gewoon ingeschreven aan de eigen hogeschool of universiteit. Daarnaast worden ook nog extra beurzen toegekend, om een deel van de huisvesting en kosten tijdens het verblijf in het buitenland te dekken. 

De idee achter zo’n internationale ervaring is dat studenten naast talenkennis ook hun ‘soft skills’ aanscherpen. Een Erasmusprogramma staat netjes op een cv, omdat het indirect getuigt van zelfstandigheid, flexibiliteit, sociale vaardigheden en een open geest. Uit de Erasmus Impact Study van de Europese Commissie uit 2018, blijkt dat studenten met zo’n buitenlandse ervaring minder vaak langdurig werkloos zijn en een grotere kans maken om een job te vinden. Los van het professionele zijn ook de internationale vriendschappen die voor het leven gesmeed worden een plus – in de voetsporen van boezemvrienden Desiderius Erasmus en Thomas More. En er is zelfs plaats voor romantiek: bijna een derde van de Erasmusstudenten leerde een liefdespartner kennen op uitwisseling. Sinds de oprichting in 1987 werden al een miljoen ‘Erasmusbaby’s’ geboren, rapporteert de Erasmus Impact Study. 

Geen Britse Erasmusbaby’s meer

En mogelijk volgen er nog meer zulke baby’s. Voor de nieuwe zevenjarige cyclus van Eramus+ van 2021 tot 2027, besliste de Europese Commissie om de meerjarenbegroting fors te verhogen. Het budget werd opgetrokken tot 26,2 miljard euro, met als doel het aantal deelnemers te verdrievoudigen tot 12 miljoen en inclusiever te werken.

Alleen zullen er in de toekomst geen Erasmusbaby’s meer gemaakt worden met half Brits bloed: het Verenigd Koninkrijk besliste eind vorig jaar om zich terug te trekken uit het Erasmusprogramma. Hoewel Boris Johnson in januari 2020 nog beloofde dat de brexit geen uitstap uit Erasmus+ zou betekenen, kwam hij hier enkele maanden later op terug. ‘Het Erasmusprogramma is te duur’, oordeelde Johnson.

In plaats daarvan fabriceerde de Britse premier een alternatief voor het Verenigd Koninkrijk, het zogenaamde Alan Turing-programma, genoemd naar de Britse computeringenieur uit de 20e eeuw. Het land maakt alvast 100 miljoen pond (115 miljoen euro) vrij voor het academiejaar 2021-2022. Vanaf september zouden daarmee zo’n 35.000 Britse studenten de kans krijgen om in het buitenland te studeren. ‘Niet uitsluitend aan Europese universiteiten, maar aan de allerbeste universiteiten ter wereld’, argumenteert Johnson. Het academiejaar 2021-2022 geldt nog als overgangsjaar. Wie al een Erasmusovereenkomst had afgesloten vóór eind 2020 vanuit of naar het Verenigd Koninkrijk, kan die nog onder de ‘oude’ voorwaarden afronden. Al gelden voor die studenten wel andere brexitregels, zoals het zelf bekostigen van een visum en zorgverzekering.

‘Cultureel vandalisme’

De beslissing van Johnson kon op veel teleurstelling en kritiek rekenen, zowel uit politieke als academische hoek. Studeren in het Verenigd Koninkrijk wordt voor Europeanen zonder zo’n Erasmusovereenkomst namelijk een stuk duurder. Terwijl het jeugdig enthousiasme er bij beide partijen de voorbije jaren wel steeds was: in 2018 gingen bijna 32.000 Europese studenten op uitwisseling naar Groot-Brittannië, en kwamen er ruim 17.000 Britten naar Europa.

De universiteit van Cambridge, die zowel Desiderius Erasmus als Alan Turing tot haar alumni mag rekenen, betreurt de beslissing bij monde van enkele professoren en studenten. Ook vicekanselier Adam Tickell van de universiteit van Sussex reageerde teleurgesteld in The Guardian: ‘Erasmus verlaten is een droeve gebeurtenis. De voorbije jaren heeft het programma het leven van duizenden jonge mensen veranderd.’ De eerste minister van Schotland, Nicola Sturgeon, noemde de beslissing ‘cultureel vandalisme’, en brexitonderhandelaar Michel Barnier benadrukte na het brexitakkoord dat hij ‘slechts spijt had van twee beslissingen’, waaronder de uitstap uit het Erasmusprogramma. 

Volgens Vlaams secretaris-generaal van Buitenlandse Zaken Koen Verlaeckt zijn de consequenties van deze uitstap groot voor de academische wereld – ook bij ons. ‘Gemiddeld gaan er jaarlijks 500 à 600 Vlaamse studenten naar Groot-Brittannië met Erasmus+ en komen er 250 à 500 Britten naar Vlaanderen’, zei hij aan persagentschap Belga. Hij wijst op de hoge kwaliteit van de Britse universiteiten en vreest dat het onderzoekslandschap en de groeikansen van onze regio zullen verschralen.

‘Grote kans op falen’

Te duur dus, vindt Johnson. Al maken criticasters een andere rekensom. Een analyse van University World News vergelijkt het budget van 115 miljoen euro voor 35.000 studenten bij het eerste jaar Alan Turing, met de kosten die het Verenigd Koninkrijk in 2018 maakte met Erasmus. Volgens de officiële cijfers gaven ze toen zo’n 121 miljoen euro uit om een buitenlandse studie te financieren voor 17.000 Britten, 32.000 Europeanen en bijna 7.500 personeelsleden. Het argument dat de grootste hap naar Europeanen gaat, ziet volgens critici over het hoofd dat inkomende studenten als consumenten bijdragen aan de lokale economie. Vivienne Stern, directeur van Universities UK International, maakt de som: ‘Inkomende uitwisselingsstudenten droegen in 2018 ongeveer 440 miljoen pond (zo’n 506 miljoen euro) bij aan de Britse economie. De bezorgdheid is groot dat het aantal inkomende buitenlandse studenten zal afnemen, met het verdwijnen van het Erasmusprogramma’, zei ze aan The Guardian. Ze is teleurgesteld, maar onderstreepte daarnaast dat ze het Turing-programma een ‘fantastische ontwikkeling’ vindt.

Daar denkt professor recht Jim Murdoch van de universiteit van Glasgow anders over. ‘Turing zal Erasmus niet vervangen, en heeft een grote kans op falen’, schrijft hij in een opiniestuk voor het Schotse The National. ‘Het heeft de aard en dynamiek van een uitwisselingsprogramma niet begrepen. De fatale fout zit hem in het gebrek aan financiering voor inkomende studenten. (…) Samen met het afnemen van het aantal inkomende studenten, zal ook de diversiteit van meningen opdrogen, die nochtans dagelijks lessen en seminaries kunnen verrijken.’ 

Lichtpuntje: Jo Johnson

Volgens professor Murdoch onderschat het Verenigd Koninkrijk hoe moeilijk en duur het is om een succesvol uitwisselingsprogramma op te bouwen op lange termijn. Een valkuil waar het European Union Committee in een rapport uit februari 2019 overigens ook al voor waarschuwde. ‘Landen zoals de Verenigde Staten geven zelf toe dat ze achterlopen (met uitwisselingsprogramma’s, red.), in vergelijking met Europa’, schrijft Murdoch. ‘Geen enkel programma heeft het succes van Erasmus al geëvenaard. Turing lijkt ten onrechte te denken dat je zomaar toegang krijgt tot alle campussen ter wereld, simpelweg door het te vragen.’ Murdoch besluit fijntjes: ‘Voorlopig is er misschien nog te weinig bewijs om de kritiek te rechtvaardigen wat het échte doel van deze uitstap is: de waarden en ideeën van het Europese project neutraliseren.’

Voor die laatste hypothese geeft dr. Anne Corbett van London School of Economics nog een extra argument. Ze doet onderzoek naar onder meer onderwijs, Europa en brexit. ‘Brexiteers hebben altijd een hekel gehad aan bepaalde onderdelen van Erasmus+, waarvan ze sommige aspecten als ‘Europa-propaganda’ beschouwen’, laat Corbett in een reactie aan Newsweek weten. Wel ziet de professor een lichtpuntje bij Jo Johnson, ‘broer van’ en voormalig minister van Universiteiten, die betrokken werd bij het Turing-programma. ‘Johnson was – behalve een gerespecteerd minister – een ‘Remainer’. Hij steunt Turing vanuit andere gronden dan de brexiteers. Hij is daarnaast een grote voorstander van de rol van hoger onderwijs binnen wereldhandel. Recent nog werd hij voorzitter van de adviesraad van ApplyBoard, een platform dat internationale studenten in contact brengt met rekruteerders en educatieve instellingen wereldwijd.’

Hoe Turing in de praktijk zal evolueren en of ook ‘Turingbaby’s’ een fenomeen worden, zal de komende jaren moeten blijken. Of om tot slot nog even Alan Turing zelf te citeren: ‘We can only see a short distance ahead, but we can see plenty there that needs to be done.’

Meer premium artikelen
Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.