Het Belgische Turbulent ontwikkelde een revolutionaire microwaterkrachtcentrale die stroom opwekt uit rivieren en waterlopen met een hoogteverschil van amper 1,5 tot 5 meter. Dankzij deze technologie kunnen afgelegen gebieden die nauwelijks toegang hadden tot betrouwbare energiebevoorrading nu ook dromen van een constante én groene stroomaanvoer.
Turbulent grossierde de voorbije jaren in awards en onderscheidingen. Het bedrijf werd uitgeroepen tot beste start-up ter wereld en mocht ook de award van MIT-innovator jonger dan 35 jaar op de schouw zetten. Het ontving ook een beurs voor Horizon 2020, een belangrijk Europees project voor de financiering van technologie en innovatie. Hun nieuwste realisatie? Een project in de Balinese jungle, waardoor een volledige school – goed voor 700 leerlingen en leerkrachten – nu 24 uur per dag van groene energie kan genieten.

Wanneer hebben jullie dit bedrijf opgericht, en vanwaar kwam het idee om microwaterkrachtcentrales te gaan ontwikkelen?
Geert Slachmuylders: ‘Turbulent bestaat vijf jaar. De technologie is voortgevloeid uit een onderzoeksproject dat ik enkele jaren eerder deed aan de KU Leuven. Medeoprichter Jasper Verreydt had net als ik een ingenieursdiploma op zak en woonde toevallig in de buurt van een watermolen. We vroegen ons af of we daarmee energie konden opwekken, maar overal kregen we te horen dat het nooit meer dan een hobbyproject zou kunnen worden, wegens een extreem lange terugverdientijd. Daarop zijn we zelf aan de slag gegaan.’
Wat is jullie pitch?
‘In een klassieke waterkrachtcentrale wordt er elektrische stroom opgewekt dankzij de opbouw van de waterdruk. Daarvoor heb je heel grote hoogteverschillen nodig, van twintig tot soms honderden meters. Zulke centrales hebben, alleen al door hun omvang, vaak ook een zeer ingrijpende impact op de hele omgeving van die centrale. Voor de ontwikkeling van onze technologie zijn we gaan kijken naar de principes van een draaikolkturbine. Zodra je de klassieke technologieën wilt gebruiken voor kleine hoogteverschillen, worden de turbines exponentieel groter en dus ook duurder. Doordat we die draaikolk gebruiken om het water te versnellen, kunnen wij daarentegen werken met kleinere en lichtere turbines.’

Wat zijn de belangrijkste voordelen van jullie turbines tegenover de klassieke turbines?
‘In eerste instantie dus de compacte vorm: de doorsnede van onze turbines is niet meer dan 1,12 meter, voor een gewicht van 500 kilo. Bij andere technologieën voor de opwekking van stroom via waterkracht spreken we al snel over een doorsnede van 2 tot 3 meter of over schroeven van 4 meter lang en 5 ton zwaar. Voor eenzelfde vermogen dus. Precies die compacte vorm laat ons toe om off-grid energie te leveren: we werken vaak op sites waar je eerst twee dagen met een 4×4 de jungle moet doorkruisen om dan in dorpen te komen die onmogelijk op het vaste elektriciteitsnet aangesloten kunnen worden.’
‘Met een turbine van 100 kilowatt, zoals wij die nu al kunnen leveren, kun je in dergelijke afgelegen gebieden al snel 800 tot 1.000 gezinnen van een continue stroomaanvoer voorzien. De prijs van die opgewekte stroom ligt dan bovendien ook nog eens ver onder de normale marktprijs. Een dergelijke turbine hebben we onlangs bijvoorbeeld al naar Taiwan gestuurd.’
Hoe brengen jullie dit verhaal nu aan de man in die veelal verafgelegen en geïsoleerde gebieden, die voor jullie toch de prioritaire markt zijn?
‘We investeren behoorlijk sterk in marketing: zo zijn we vorig jaar viraal gegaan met een korte video waarin we ons hele concept uitleggen. Daarna werden we letterlijk overstelpt met aanvragen van over de hele wereld, we kregen toen 15.000 mails per maand binnen. We hebben natuurlijk te weinig mankracht om die allemaal op te volgen, maar die enorme belangstelling toont wel het potentieel van onze technologie aan.’
Is zonne-energie dan geen eenvoudig en goedkoper alternatief in die vaak zeer geïsoleerde dorpen rond de evenaar?
‘Zonnepanelen leveren een bepaalde hoeveelheid stroom, maar kunnen die belofte doorgaans enkel waarmaken op piekmomenten. Enkele uren per dag, zeg maar, en dan alleen nog op voorwaarde dat de zon op dat moment dan ook echt schijnt. Vergeet niet dat het rond de evenaar ook heel vaak regent. Wij leveren die beloofde hoeveelheid energie ononderbroken, wat in de praktijk neerkomt op achtmaal zoveel elektriciteit als met een installatie op basis van zonnepanelen. Bovendien ligt de gemiddelde stroomprijs per kilowattuur bij ons ook veel lager dan bij een installatie
met zonnepanelen en batterijen.’

Wat zijn jullie belangrijkste projecten tot nog toe?
‘Er draait in Bali sinds vorig jaar een testinstallatie waarbij we energie opwekken voor een volledige school. Eerder hadden we in Chili al een kleine prototypecentrale geleverd op maat van een bedrijf. Nu werken we zowel aan een grote turbine die 100 kilowatt kan aanleveren
in Taiwan als aan de productie van een aantal kleinere 15 kilowattturbines, bestemd voor een aantal afgelegen dorpen in Suriname.’
Hoeveel werknemers tellen jullie vandaag al?
‘We zijn met dertien, een heel divers en internationaal team ook: van ingenieurs tot economen.’
Hoe zit jullie businessmodel precies in elkaar, hoe verdienen jullie geld?
‘Nu zitten we nog in een overgangsfase. Onze technologie is op zich niet zo ingewikkeld, maar wel nog heel nieuw, en dus kunnen we niet zomaar vertrouwen op lokale technici. We moeten voorlopig nog altijd een eigen ingenieur ter plaatse hebben bij de bouw van een nieuwe installatie. Op termijn hopen we meer naar een model te evolueren waarbij lokale agenten voor ons geschikte sites opzoeken en opmeten, waarna wij de turbines in België bouwen en dan aanleveren. Tegelijk is die rurale markt ook een markt met een reusachtig potentieel om op termijn ook zelf stroom te verkopen, voor veel lagere prijzen dan daar vandaag het geval is. Maar dat is voorlopig nog toekomstmuziek.’
Maakt die relatieve eenvoud van de technologie jullie dan niet heel kwetsbaar voor copycats wereldwijd?
‘Elke site is anders, qua flow, hoogte en rotorvorm en vraagt dus om maatwerk. Net in de berekening daarvan zit onze grootste toegevoegde waarde. Wij hebben namelijk een ontwerpalgoritme ontwikkeld dat de perfecte en meest efficiënte rotorvorm berekent.’
‘Nu mikken we nog op kleinere, rurale projecten, maar op termijn hopen we met onze technologie ook een duurzaam alternatief te bieden voor middelgrote projecten’
Op welke termijn verwachten jullie winstgevend te kunnen zijn?
‘We draaien nog niet break-even, maar tegen eind 2020 zou dat wel het geval moeten zijn.’
Wat is het grootste probleem dat jullie met dit bedrijf hopen aan te pakken?
‘Wij willen af van de plaatsing van grote stuwdammen die vaak een gigantische impact hebben op het milieu en op de leefomgeving van afgelegen dorpen. Ik heb het dan nog niet over de reusachtige projecten die, bijvoorbeeld in China, echt op landelijk niveau gecoördineerd worden. Nu mikken we nog op kleinere, rurale projecten, maar op termijn hopen we met onze technologie ook een duurzaam alternatief te bieden voor middelgrote projecten. Reken op installaties van zowat 1 megawatt. Daarbij wordt nu het water bijvoorbeeld nog uit een rivier afgeleid, waarna er een tunnel van twee kilometer lang door een bergwand geboord moet worden om het water af te leiden naar een nieuwe energiecentrale. Het gevolg daarvan is dat je vier kilometer van een rivier drooglegt, waardoor je meteen ook een heel ecosysteem vernietigt. Wij zouden dat soort projecten kunnen vervangen door een serie van kleine installaties, die dan eenzelfde vermogen kunnen aanleveren zonder de negatieve ecologische impact.’
Waar zit anno 2020 dan de grootste maatschappelijke meerwaarde?
‘Rurale elektrificatie zoals wij nu in de markt proberen te zetten met deze nieuwe technologie is niet alleen een goede zaak vanuit ecologisch oogpunt: het zijn haast altijd ook projecten op plaatsen waar de nood echt hoog is. Omdat ze het tot vandaag met hooguit twee uur elektriciteit per dag moeten stellen bijvoorbeeld, aangeleverd door een diesel. Terwijl ze heel vaak net naast een rivier wonen. Dankzij onze technologie kunnen we de levenskwaliteit in dergelijke afgelegen dorpen en gemeenschappen sterk verhogen, met een relatief beperkt prijskaartje.’
Welke lessen heb je zelf geleerd sinds de opstart van je bedrijf?
‘De belangrijkste les voor mij is dat je bij de opstart van een bedrijf vooral niet moet afgaan op allerlei aannames en hypotheses over je potentiële markt. Neem nu duurzaamheid: hier in Europa is dat anno 2020 al een extreem belangrijk aspect, maar voor mensen die tot vandaag hooguit op enkele uurtjes stroom per dag kunnen rekenen, is het vooral een ver-van-mijn-bedshow.’
Wat zijn de toekomstplannen? Waar hopen jullie binnen twee jaar te staan?
‘We willen in die periode uitgroeien tot een referentie voor energievoorziening op plaatsen waar dat vooralsnog geen evidentie is. Tegelijk hopen we in ontwikkelde landen de bestaande infrastructuur te kunnen gebruiken om huizen en kleine ondernemingen van groene stroom te voorzien. We zijn er namelijk van overtuigd dat onze technologie alle bestaande technologieën moeiteloos kan verslaan op het vlak van onderhoudskost en betrouwbaarheid.’