Artificiële intelligentie kan worden ingezet om oprukkende invasieve plantensoorten langs het wegennet te identificeren en te bestrijden. Dat zegt onder meer de Autobahnen- und Schnellstraßen-Finanzierungs-Aktiengesellschaft (Asfinag), de beheerder van de Oostenrijkse autosnelwegen en expreswegen.

De Oostenrijkse autowegenbeheerder doet in zijn onderhoudsprojecten sinds enkele tijd beroep op software die gebruik maakt van een videocamera om invasieve soorten te identificeren.

Lokale overheden

De software werd ontwikkeld door het bedrijf Micromacro uit Wenen. Het programma zou in staat zijn om planten vanaf een grootte van 20 centimeter te identificeren. “De software wint bij de Oostenrijkse gemeentebesturen en overheidsbedrijven gestaag aan populariteit”, merken de ontwikkelaars op. “Een van de grootste klanten van het programma is Asfinag, de beheerder van het Oostenrijkse autostrade-netwerk.”

Ook Groß-Enzersdorf, een kleine forenzenstad in de buurt van Wenen, noemt zich een early adopter van de technologie. Daar betoogt Gottfried Rother, schepen voor Wegenbouw, dat de innovatieve software voor kleine gemeenten bijzonder nuttig kan zijn.

“Kleine plattelandsgemeenschappen zoals Groß-Enzersdorf beheren een wegennet van ongeveer 100 kilometer”, verduidelijkt Rother. “De lokale overheid heeft echter lang niet voldoende geld om dat netwerk optimaal te onderhouden.”

“De gemeente kan hierdoor pas elke veertig jaar zijn volledige wegeninfrastructuur grondig te vernieuwen”, zegt de schepen nog. “Met behulp van de software van Micromacro wordt het echter mogelijk om invasieve boomsoorten op te sporen en te identificeren.”

“Deze soorten kunnen aan het beton en asfalt van de wegen zware schade toebrengen. Deze beschadigingen kunnen bovendien een zware impact hebben op de lokale overheidsbudgetten. Een vroegtijdig ingrijpen wordt dan ook een bijzonder nuttige strategie.”

Inspectietocht

Rother verwijst daarbij onder meer naar de Ailanthus altissima (Götterbaum), een Chinese invasieve boomsoort die op vijfentwintig jaar tijd een hoogte van vijftien meter kan bereiken en bijzonder moeilijk kan worden bestreden.

“Bovendien scheidt de boom in de bodem een gif af, waardoor andere plantensoorten en dus ook insecten worden verdreven”, verduidelijkt de schepen. De Ailanthus vormt dan ook een zwaar probleem voor de lokale biodiversiteit en infrastructuur. Bovendien kan de boom bij mensen allergieën veroorzaken.”

“Met behulp van de kunstmatige intelligentie wordt de strijd tegen de invasieve soorten echter veel gemakkelijker”, stipt Rother aan. “Het is immers voldoende dat medewerkers van de gemeente geregeld met de auto een inspectietocht organiseren.”

“De software zal daarbij met behulp van zijn camera elke aanwijzing van mogelijke invasieve soorten melden. Na de identificatie van de bedreiging, kan vervolgens met de verwijdering van de plant worden gestart.”

“Bij de strijd tegen de Ailanthus is vooral de inzet van een genetisch gemanipuleerde schimmel bijzonder efficiënt. Die zorgt ervoor dat de boom verdort. Dat proces neemt ongeveer twee jaar in beslag. Daarnaast kan er ook voor worden gekozen om een groot gedeelte van de schors te verwijderen, waardoor de stengel zichtbaar wordt. Hierdoor zullen de wortels binnen een periode van een jaar verdorren.”