Europese Investeringsbank: “Minder prioriteit voor wegeninfrastructuur”

De Europese Investeringsbank (EIB) zal de financiering van werken aan de wegeninfrastructuur verminderen, in overeenstemming met de klimaatdoelstellingen die de kredietverstrekker voor zichzelf naar voor heeft geschoven. Tegelijkertijd zullen inspanningen worden gedaan om de budgetten voor transportprojecten in het algemeen op te voeren.

Dat heeft Kris Peeters, vice-voorzitter van de Europese Investeringsbank, in een gesprek met de Britse zakenkrant Financial Times gezegd.

Kritiek

“Kris Peeters zei ervan overtuigd te zijn dat de Europese Investeringsbank minder zou investeren in het traditionele wegennet en meer budgetten zou beschikbaar stellen voor andere elementen van de transportinfrastructuur”, merkt de Britse zakenkrant op.

“De Europese Investeringsbank is de grootste multilaterale kredietverstrekker van de wereld en verstrekt langetermijnfinanciering voor projecten die het beleid van de Europese Unie ondersteunen. De instelling  is echter onder vuur komen te liggen van klimaatactivisten en andere organisaties die verwijzen naar een aanhoudende betrokkenheid bij projecten die het gebruik van fossiele brandstoffen stimuleren.”

Daarbij wijzen de critici onder meer naar de financiering van wegenaanleg en de ondersteuning van projecten rond alternatieve bronnen die worden opgezet door grote energiebedrijven die nog steeds profiteren van de verbranding van olie en gas en de bredere milieudoelstellingen ondermijnen.

Vorig jaar investeerde de Europese Investeringsbank in totaal een bedrag van 11 miljard euro in transportprojecten. Daarbij ging echter 38 procent van dat budget naar het wegvervoer. Nochtans had de instelling drie jaar geleden aangekondigd om aan zijn beleid een duurzamer karakter te geven.

Daarbij was beloofd dat tegen eind vorig jaar zou worden gestopt met investeringen in projecten met fossiele brandstoffen. Tevens had de kredietverstrekker zich geëngageerd om tot het eind van dit decennium een budget van 1.000 miljard euro voor klimaatprojecten te reserveren.

De bank heeft echter onlangs nog een bedrag van 30 miljoen euro goedgekeurd voor een uitbreiding van het Franse autostrade-netwerk. Tevens wordt overwegen om 400 miljoen euro uit te trekken voor snelwegen in Polen, zodat onderdelen van de Trans-Europese Transportnetwerken (TEN-T) met elkaar kunnen worden verbonden.

Combinatie

“We kunnen het ons niet veroorloven dat instellingen zoals de Europese Investeringsbank miljarden in snelwegprojecten, ondanks hun effect op de uitstoot en vervuiling, blijven investeren”, zei Kuba Gogolewski, die de campagne Money for Change van Greenpeace Europe leidt.

“Overheidsgeld behoort prioriteit te geven aan klimaatveranderende maatregelen, dient wandelen en fietsen aan te moedigen, moet de fietsinfrastructuur, de intermodaliteit en het openbaar vervoer stimuleren en zal anderzijds bezuinigingen op snelwegprojecten beogen.”

“Als de Europese Investeringsbank investeringen in wegeninfrastructuur wil terugdringen, moeten concrete doelstellingen in het beleid worden opgenomen en dient te worden aangetoond dat deze initiatieven de uitstoot zullen verminderen”, beklemtoonde ook Frank Vanaerschot, directeur van de duurzaamheidsorganisatie Counter Balance.

Peeters verdedigde echter het beleid van de bank op het gebied van wegenbouw. “We proberen het gebruik van elektrische auto’s te stimuleren en willen ook geen nieuwe wegen voor voertuigen op fossiele brandstoffen aanleggen”, zei hij.

“Er is hier echter sprake van een combinatie van factoren. Europa beschikt immers over een bijzonder belangrijk netwerk voor wegvervoer. We kunnen onmogelijk beslissen hierin niet meer te zullen investeren.”

De instelling steunt onder meer de realisatie van de Trans-Europese Transportnetwerken. Dat is een web van transportroutes langs het spoor, het wegennet en de waterwegen. Het initiatief werd ontworpen om de eenheid van de Europese Unie te versterken. Deze netwerken zouden tegen het einde van dit decennium moeten kunnen worden voltooid.

Peeters voegde eraan toe dat de bank meer nadruk legt op stadsvervoer, zoals metro’s en trams. Als onderdeel van haar nieuwe beleid voor transportkredieten zal de bank volgens hem ook strengere normen instellen voor de steun aan belangrijke projecten rond wegeninfrastructuur.

“Daarbij zal ook rekening zal worden gehouden met de geschatte kosten van de emissies van koolstofdioxide en mogelijke verkeerscongestie,” stelde hij. Projecten die op korte termijn gelinkt zijn aan een sterke verkeerstoename, zouden daarbij worden geweigerd.

Meer