Amerikaanse spitstechnologie moet tien jaar lang uit China wegblijven

In de Verenigde Staten mogen technologiebedrijven die overheidsfinanciering ontvangen, gedurende een periode van tien jaar in China geen fabrieken voor geavanceerde technologieën bouwen. Dat heeft Gina Raimondo, de Amerikaanse minister van handel, gezegd in een commentaar op de plannen van haar departement om de binnenlandse productie van halfgeleiders op te voeren.

De Verenigde Staten hebben een budget van 53 miljard dollar gereserveerd om de productie van semiconductoren, die vooral in Azië worden geproduceerd, op te schalen. De Amerikaanse Chips and Science Act, die in augustus door het Congres werd goedgekeurd, moet de positie van de Verenigde Staten in de technologische wedloop met China versterken.

Zekerheden

Amerikaanse technologiebedrijven rekenen op een sterkere overheidssteun om hun afhankelijkheid van componenten uit Chinese fabrieken af te bouwen. Vanaf februari volgend jaar kunnen technologiebedrijven aanvragen indienen voor een totaal van 39 miljard dollar aan overheidssubsidies voor de bouw van nieuwe fabrieken voor halfgeleiders in de Verenigde Staten.

“We gaan daarbij echter ook de nodige zekerheden inbouwen om te beletten dat de bestemmelingen van de subsidies de nationale veiligheid in gevaar zouden kunnen brengen”, benadrukte Gina Raimondo. “De ontvangen gelden mogen zeker niet worden gebruikt om in China te investeren.”

De bedrijven mogen in China geen geavanceerde technologieën ontwikkelen. De nieuwe technologieën mogen niet naar het buitenland worden gestuurd.” De ontvangers van de subsidies zouden in China alleen mogen investeren in bestaande fabrieken die uitsluitend gevestigde technologieën, die al algemeen beschikbaar zijn, produceren.

De Verenigde Staten produceren momenteel slechts ongeveer 10 procent van het wereldwijde aanbod van halfgeleiders. De meeste chips worden daarentegen vervaardigd in fabrieken in landen zoals Taiwan of Zuid-Korea.

Volgens het Amerikaanse ministerie van handel verbruiken de Verenigde Staten 25 procent van de meest geavanceerde computerchips in de wereld. Nergens in de Verenigde Staten bestaat echter een productie van deze technologieën. Bij minder geavanceerde halfgeleiders vertegenwoordigen de Verenigde Staten 30 procent van de consumptie, maar slechts 13 procent van de productie.

Tekorten

Omdat geavanceerde chips niet alleen worden gebruikt in consumptiegoederen, maar ook in wapensystemen en andere toepassingen die belangrijk zijn voor de nationale veiligheid, maakt de Amerikaanse regering zich zorgen dat tegenstanders in mogelijke conflictsituaties de bevoorrading zouden kunnen stopzetten.

Daarbij wordt erop gewezen dat een groot deel van de chips voor de Amerikaanse markt worden geproduceerd in Taiwan, dat echter steeds zwaarder door China wordt bedreigd. Dit heeft de Verenigde Staten, maar ook Japan en de Europese Unie, aangezet om de eigen productie van halfgeleiders op te voeren.

De wereldwijde tekorten aan computerchips, veroorzaakt door aanvoerproblemen tijdens de coronacrisis, hebben bovendien in vele industriële sectoren tot productievertragingen geleid. “We hebben de impact van het chiptekort op de Amerikaanse gezinnen kunnen ervaren”, betoogde Raimondo.

“Het gebrek aan chips vormde een pijler van de stijgende prijzen op de automarkt, die op zijn beurt de inflatie verder opdreef. Fabrieksarbeiders werden ontslagen en huishoudelijke apparaten waren vaak niet beschikbaar.”

“Met deze nieuwe initiatieven wil de Amerikaanse regering ervoor zorgen dat de Verenigde Staten nooit meer in een positie terecht kunnen komen waarin de nationale veiligheidsbelangen in het gedrang komen of belangrijke industrieën worden geïmmobiliseerd vanwege een onvermogen om essentiële halfgeleiders in eigen land te produceren.”

James A. Lewis, directeur van het Strategic Technologies Program in het Center for Strategic and International Studies (CSIS), benadrukte dat een embargo van tien jaar voor de Verenigde Staten een ongebruikelijk beleid is.

“Er is hier wellicht sprake van een poging om een middenweg te vinden tussen de belangen van de technologiebedrijven en de toenemende afkeer die binnen de Amerikaanse regering tegenover China moet worden opgemerkt”, merkt hij op.

“De technologiebedrijven vrezen om door het verbod volledig afgesneden te worden van een van de grootste markten ter wereld. Anderzijds wil de Amerikaanse politieke wereld vooral beletten dat China de productie van de meest geavanceerde halfgeleiders in handen zou krijgen.”

Meer