De kosten van grondstoffen stijgen wereldwijd. Dat komt omdat de wereld zich langzaamaan uit de coronacrisis probeert te werken. Die prijsstijgingen van onder andere energie, metalen en gewassen leggen bij de ene sterke punten bloot, maar bij de andere de zwakke.
Landen vaccineren hun bevolking en grote economieën beginnen weer open te gaan nadat een pandemie fabrieken lange tijd stillegde en vliegtuigen aan de grond hield. Doordat alles terug op gang komt is de prijs van de olie sinds begin november met 75 procent gestegen. Ook koper, wat gebruikt wordt in auto’s tot wasmachines en windturbines, wordt terug verhandeld op niveaus die de mensheid tien jaar geleden voor het laatst zag. Voedselprijzen stijgen sinds mei elke maand.
Al dat is een zegen voor exporteurs. Het geld stroomt binnen en dat is een ware opluchting voor energiebedrijven in landen als Saoedi-Arabië en Rusland. Daar moeten de leiders het hoofd bieden aan binnenlandse problemen.
Importeurs ondervinden nadelen
Al heeft handel voeren altijd twee kanten. Sommige landen zijn echt afhankelijk van import en voelen een druk op de obligatie- en valutamarkten. Daarnaast hebben stijgende brandstofprijzen het hoofd van het Braziliaanse staatsoliebedrijf zijn baan gekost. Diezelfde prijzen hebben India, ’s werelds op twee na grootste importeur van ruwe olie, ertoe aangezet het OPEC-kartel op te roepen de olieproductie te verhogen. En alsof dat alles nog niet genoeg was, hebben die prijzen de inflatie in Turkije opgedreven tot meer dan 15 procent.
Het Verenigd Koninkrijk is afgestapt van het idee om de benzinebelasting te verhogen. Zo jagen ze de automobilist niet op stang. In de Verenigde Staten smeekte Elon Musk bij mijnbouwers om meer nikkel op te graven. Dat is een metaal dat hij nodig heeft om accu’s te maken voor zijn elektrische auto’s van Tesla.
Wie zijn de winnaars?
1. Australië
De sluiting van de mijnen en de daling van grondstofprijzen vorig jaar trof Australië zeer zwaar. Het beleefde zijn eerste recessie in drie jaar tijd. Maar nu kan de regering dit jaar een meevaller verwachten. De verkoop van ijzererts, het belangrijkste exportproduct van het land, bereikte in december een record. Ook de verkoop van tarwe schiet de lucht in en veehouders hebben moeite om de vraag naar rundsvlees te kunnen bijhouden.
De Australische dollar heeft het sinds eind november dan ook beter gedaan dan alle andere belangrijke valuta’s en is 5 procent sterker geworden ten opzichte van de Amerikaanse dollar. Al is het niet allemaal rozengeur en maneschijn. Of het nu gaat over steenkool, koper, wijn of kreeften; diplomatiek gekibbel zorgde ervoor dat China hoge importtarieven vroeg op Australische goederen of zelfs verbood.
Toch is ijzererts gespaard gebleven. De Chinese hoofdstad Peking kan namelijk het staalingrediënt niet genoeg van ergens anders importeren. Daardoor kostte de handelsstrijd Australië vorig jaar slechts 3 miljard dollar. Dat is een klein bedrag voor een land dat zijn zendingen naar China alleen maar heeft zien oplopen. Aan het begin van deze eeuw bedroeg dat ongeveer vijf miljard dollar per jaar tot 120 miljard dollar per jaar vandaag.
2. Chili
Ook Chili, ’s werelds grootste koperproducent, zijn positie op de financiële markten is duidelijk gebleken. De peso is de enige belangrijke Latijns-Amerikaanse munt die de voorbije drie maanden in waarde is gestegen ten opzichte van de dollar. De Chileense aandelenmarkt is ook een van de meest dynamische ter wereld.
Toen de pandemie in het land toesloeg, had het net maanden van gewelddadige demonstraties over sociale onrechtvaardigheid achter de rug. Het virus verstoorde de wereldhandel en vormde de grootste economische uitdaging voor Chili sinds het land drie decennia geleden terugkeerde naar de democratie. Koper kelderde.
Die inzinking duurde echter niet lang. Sinds de Chinese fabrieken na nieuwjaar terug begonnen te draaien, begon Chili terug meer te exporteren. De prijzen van de koper stegen voor het eerst in tien jaar boven de 8 dollar per kilo. De koperexport bedroeg in februari zo’n 3,9 miljard dollar, wat 42 procent meer is dan de maand ervoor.
3. Zambia
Hetzelfde kan gezegd worden van Zambia. Het Afrikaanse land is voor bijna 80 procent van zijn exportinkomsten ook afhankelijk van koper. Zambia betaalde als eerste land in Afrika zijn euro-obligaties niet terug nadat de pandemie uitbrak. Het heeft dus dringend geld nodig. President Edgar Lungu staat voor een herverkiezingsstrijd in augustus en probeert een financiële injectie van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) te krijgen.
Het land kocht in januari de lokale activiteiten van Glencore Plc, een internationaal handelshuis dat handelt in metalen, mineralen, energie en agrarische producten. Dat deed het aan een prijs die steeds gunstiger lijkt te zijn. Wereldwijde investeerders zijn dan ook optimistischer geworden.
4. Irak
Alle oliestaten hebben vorig jaar geleden, maar Irak stak er met kop en schouders bovenuit. Volgens het IMF zakte de Iraakse economie in met zo’n 11 procent. Dat is meer dan die van alle andere grote olie-exporteurs. De regering kon haar leraren en ambtenaren niet op tijd betalen en Irakezen gingen de straat op om te protesteren tegen stroomonderbrekingen, vervallen ziekenhuizen en slechte weginfrastructuur.
De situatie veroorzaakte problemen voor de OPEC, waarvan Irak de op een na grootste olieproducent is. Andere leden, waaronder Saoedi-Arabië, bekritiseerden Bagdad. De Iraakse hoofdstad had de productie niet voldoende teruggeschroefd toen het kartel de prijzen probeerde te ondersteunen. Naarmate de ruwe oliemarkt herstelde, stegen de maandelijkse fiscale inkomsten van Irak van ongeveer drie tot vijf miljard dollar in het tweede kwartaal van 2020. Dat is nog ver onder wat nodig is om de begroting in evenwicht te brengen, maar het is een begin.
Wie zijn de verliezers?
1. China
China mag dan een gigantische producent van zowat alles zijn, van olie en zink tot voedsel, het is ook de belangrijkste aankoper van grondstoffen. Het land was bijna in zijn eentje verantwoordelijk voor de laatste ‘supercyclus’ die ongeveer tien jaar geleden eindigde. Dit snelle herstel van de op één na grootste economie ter wereld na het coronavirus is een van de belangrijkste redenen waarom energie, metalen en landbouwproducten dit keer stijgen.
Het is afwachten tot wanneer president Xi Jinping en de Communistische Partij ingrijpen. Voedselzekerheid en varkensvleesprijzen waren deze maand prominent aanwezig als onderwerp tijdens het Nationale Volkscongres, China zijn jaarlijkse parlementaire bijeenkomst. De regering kondigde een vijfjarig stappenplan aan om de eigen productie van gewassen en vee te stimuleren.
2. Egypte
Egypte is wereldwijd de grootste afnemer van tarwe en netto-importeur van olie. Het heeft dan ook zwaar te lijden onder de stijgende grondstofprijzen. Ook politiek ligt het gevoelig omdat miljoenen mensen afhankelijk zijn van gesubsidieerd brood. De opstanden van de Arabische Lente tien jaar geleden werden deels uitgelokt door de stijgende voedselprijzen. Tot nu toe is de regering van de Egyptische president Abdel-Fattah el-Sisi erin geslaagd om de inflatie onder controle te houden.
3. Pakistan
Hogere voedsel- en brandstofprijzen leidden tot sociale onrust in Pakistan, waarbij oppositiepartijen vorig jaar demonstraties hielden om de premier, Imran Khan, te doen aftreden. Zijn regering reageerde daarop door salarissen voor het overheidspersoneel vorige maand met 25 procent te verhogen.
Toch is de druk eigenlijk nauwelijks afgenomen. Khan won deze maand maar heel nipt een motie van vertrouwen in het parlement. De economische gevolgen die bedrijfssluitingen door het virus met zich meebrengen, zullen alleen maar erger worden als de prijzen van de grondstoffen blijven stijgen. De invoerrekening van Pakistan wordt dan nog verder opgedreven.
4. Dominicaanse Republiek
Als grote landen als Egypte en Pakistan worstelen met die grondstoffencyclus, vergeet dan zeker niet de kleinere landen op de kaart. De Dominicaanse Republiek mag dan de grootste economie van het Caribisch gebied zijn, het bbp is nauwelijks groter dan dat van Guatemala. De stijgende brandstofprijzen slaan toe nog voor de belangrijkste toeristische sector de kans heeft gehad zich te herstellen.
Het land met 11 miljoen inwoners is sterk afhankelijk van invoer. Naast diesel en benzine voor voertuigen moet het land aardgas, steenkool en stookolie invoeren voor het grootste deel van zijn energieopwekking.
Lees ook:
- Groot-Brittannië bant de diesel- en benzinewagen volledig tegen 2035
- Laatste gouverneur Hongkong: ‘Xi Jinping heeft China gevaarlijker gemaakt, voor het Westen én voor zijn eigen volk’
- Pakistan is het gevaarlijkste land ter wereld
(jvdh)