Boeren hebben het moeilijk. Ze staan economisch onder druk, en tegelijk moeten landbouwers steeds meer verduurzamen. Gelukkig snelt agtech hen te hulp. ‘In de toekomst zal het heel gewoon zijn om robots en drones op het veld te zien.’ Of hoe de toekomst van de landbouw hightech is.
In het zuiden van Oost-Vlaanderen, gekneld tussen Zottegem en Aalst, vind je Herzele. Hier was Mathieu Hendrickx dertien jaar lang melkveehouder. Lang verzorgde hij er zijn koeien en verkocht hij zijn melk. Maar enkele jaren terug kwam daar een einde aan. ‘Er is zeker een economisch probleem’, stelt Hendrickx vandaag. ‘De prijzen zijn gewoonweg te laag. De meeste jaren verdien je net genoeg om alles terug te betalen, en als je een tegenslag te verwerken krijgt of er een prijsdaling komt, dan zit je in de problemen.’
Van vee naar hennep
Daarnaast staan boeren steeds vaker onder druk om allerhande regels en normen te volgen. ‘Die regels staan vaak ver van de realiteit en jagen de kosten verder op’, stelt hij. ‘Na de oogst van de tarwe moet je bijvoorbeeld opnieuw iets inzaaien om de meststoffen uit de grond te halen, en erosie tegen te gaan. Maar in de praktijk is dat allemaal erg moeilijk te halen, zeker als je een kleiner perceel bezit. Soms moet je lachen om hoe belachelijk de regels zijn.’
Daarom staan er vandaag geen koeien meer, maar hennepplanten op de akkers van Hendrickx. Enkele jaren terug richtte hij zo Hemp in a Box op, een bedrijf dat organische isolatiematerialen op basis van hennep verkoopt. Planten die hij deels op zijn akker in Herzele kweekt. Hij ging dus van landbouw naar de bouw. ‘We produceren niet alleen de ruwe grondstoffen, maar ook het isolatiemateriaal’, stelt hij enthousiast. ‘Nu groeien we opnieuw als bedrijf.’
De boer van de toekomst lijkt dus meer op een techneut-ingenieur dan op een tuinbouwer. Een laptop zal haast belangrijker worden dan een hark
Het verhaal van Hendrickx is niet uniek. Onze landbouwers staan zo sterk onder druk, want ze moeten veel produceren tegen lage prijzen, en ondertussen komen er alsmaar meer regels en duurzaamheidseisen op hen af. Tegelijk blijven noodweer, ziektes en globale prijsschommelingen hen elke dag parten spelen. Niettemin hebben we vandaag landbouw meer dan ooit nodig. Elk jaar neemt onze wereldbevolking met maar liefst 80 miljoen mensen toe en al die monden moeten we weten te voeden zonder de klimaatcrisis erger te maken. Onze voedselproductie moet dus hyperproductief worden, maar mag tegelijk de aarde niet uitputten. Daarbovenop neemt de roep naar biologische en diervriendelijke voeding nog eens toe. Uitdagingen zat dus.
Laptop en hark
Daarom zoeken boeren steeds vaker hun heil in technologie, en dat onder de noemer van agricultural technology of agtech. Drones, sensoren, robots, verticale landbouw en zelfs gen-editing duiken zo steeds vaker op in de landbouw. De boer van de toekomst lijkt dus meer op een techneut-ingenieur dan op een tuinbouwer. Een laptop zal haast belangrijker worden dan een hark.
‘De landbouw zit in een overgangsfase’, bevestigt Melanie Peters, directeur van het Rathenau Instituut, een organisatie die de Nederlandse politiek adviseert over technologie en wetenschap, onder andere op het gebied van landbouw. ‘Onze huidige manier van landbouw heeft een reeks negatieve effecten, maar we hebben natuurlijk nog steeds eten nodig. Daarom moeten we landbouw duurzamer maken op het gebied van milieu, maar ook op economisch gebied. En daar kan technologie bij helpen.’
Die technologie is heel divers en omvat alles van technieken die het pesticideverbruik doen verminderen tot de toenemende dataficering van onze landbouw en zelfs koeien zonder hoorns. Daarom nemen we je hier mee op een rondleiding doorheen agtech, en kijken we welke technologieën op de akker van de toekomst zullen opduiken.
Precisiebombardement

De aandacht voor biologische landbouw mag dan toenemen, het sproeien met pesticiden blijft een bittere noodzaak voor heel wat landbouwers. Want als een ziekte vrij spel krijgt, dan kan dat het hele jaarlijkse inkomen van een boer om zeep helpen. Tegelijk blijven die pesticiden in onze natuur en omgeving aanwezig, wat negatieve effecten heeft op alles van insectenpopulaties tot bodemkwaliteit. ‘Er is heel veel potentieel om dat te verbeteren’, stelt professor Pieter Spanoghe van de Universiteit van Gent, waar hij zich specialiseert in pesticidegebruik. ‘Pesticiden blijven aanwezig in het milieu, zelfs na de oogst, en verspreiden zich naar kwetsbare gebieden. Organismen in bodem en water ondervinden hier schade door. Daarom moet die milieudruk naar beneden, en technieken zoals precisielandbouw kunnen daarbij helpen.’
Precisielandbouw gebruikt zo allerhande meettechnieken om heel precies pesticiden in te zetten. Via dronebeelden, satellietfoto’s en sensoren kijken nieuwe analyseplatformen waar precies op het veld pesticiden nodig zijn. Die plekken besproeien boeren vervolgens selectief, bijvoorbeeld via intelligente sproeiers op een tractor. Een soort precisiebombardement in plaats van een tapijtbombardement dus. Een voorbeeld daarvan is de Belgische app WatchITgrow, die ontstond uit een samenwerking tussen onder andere de Boerenbond, de Universiteit van Luik en het KMI. Het platform gebruikt zo satellietbeelden, weergegevens, bodemdata en zelfs data uit sensoren om een efficiënter gebruik van chemicaliën toe te laten, wat het gebruik van chemische middelen met vijftig procent kan doen verminderen.
Robotti op het veld
Naast drones duiken ook steeds meer robots op onze velden op. Een gebied waar Bram Veldhuisen zich in specialiseert. Hij is onderzoeker bij het toonaangevende Wageningen University & Research, dat zich focust op de toekomst van de landbouw.
Robotti lijkt een beetje op een maanrover, die op vier wielen op de akker rondrijdt en het veld ontdoet van ongewenste planten.
‘Neem bijvoorbeeld de bietenteelt’, steekt hij van wal. ‘Vaak wisselen boeren het groeien van bieten en aardappelen met elkaar af. Maar wanneer een boer de aardappelen oogst, dan vallen de kleine planten meestal terug op het veld. Die beginnen te kiemen, en nemen voedingsstoffen weg van de bieten die ze het jaar erna planten. Vandaag gebeurt de verwijdering van die aardappelen handmatig, maar dat kost erg veel tijd en geld. Daarom hebben we nu een robot gebouwd die het verschil ziet tussen aardappelen en suikerbieten, en die de aardappelen automatisch weghaalt.’
Die robot werd al in de praktijk getest, en heet Robotti. De machine lijkt een beetje op een maanrover, die op vier wielen op de akker rondrijdt, waar het met geavanceerde beeldherkenning en grijpmechanismen het veld ontdoet van ongewenste planten. Dat bespaart boeren heel wat werk, en vangt het nijpende arbeidstekort in de sector op.
‘Er is een probleem om genoeg arbeid te vinden’, legt Veldhuisen uit. ‘Vandaag gebeuren heel wat taken, zoals het wieden van onkruid, nog met de hand, maar het is steeds moeilijker om hier mensen voor te vinden. En de boeren vragen zich dus steeds meer af hoe ze hun werk gedaan zullen krijgen. Robots kunnen dat soort arbeidsintensieve taken automatiseren.’

Voorlopig gaat dit wel nog over experimenten en rijden er nog geen robots rond op onze akkers. Maar de robotrevolutie is dichterbij dan we denken. ‘Er moet echt een machine komen die praktijkrijp is’, stelt Veldhuisen. ‘En ik verwacht dat we in het voorjaar van 2020 demonstraties geven bij boeren. Zodra we bewezen hebben dat het werkt, bouwen we een echte praktijkmachine. In 2021 gaan we dan de eerste boeren van zo’n robot voorzien. We zitten in een fase waarbij we ons realiseren dat heel veel mogelijk is, maar waarbij we op zoek zijn naar concrete taken voor die robots. We slagen erin om steeds meer taken te robotiseren.’
Diervriendelijke data
Ondertussen dringt ook data steeds meer door in het werk van een boer. Zo vergaren landbouwers steeds meer informatie, via allerhande sensoren en externe databronnen, die ze vervolgens inzetten om beter te produceren.
‘Ik werk bijvoorbeeld met tuinbouwers die weerdata vanuit Frankrijk en Duitsland erbij nemen’, vertelt trendwatcher Jesse van Doren, die regelmatig voor landbouwbedrijven werkt. ‘Als ze zien dat het hard gaat regenen, dan loodsen ze automatisch water uit hun reservoirs, zodat ze niet met een overstroming te maken krijgen. Data wordt op die manier steeds belangrijker voor de gemiddelde boer.’
‘In de toekomst kun je dankzij data weten of het dier waarvan je het vlees eet in goede omstandigheden opgroeide’
En dat gaat soms heel ver. De app IDA (Intelligent Dairyfarm Assistant), ontwikkeld door de start-up Connecterra, voorspelt zelfs wanneer een koe bevrucht moet worden. Zo bevestigen ze een halsband aan koeien, en via bewegingssensoren analyseert de app het gedrag van het vee. Door bijvoorbeeld te analyseren hoeveel ze bewegen of gaan zitten kan het systeem voorspellen wanneer een koe zwanger is of een uierinfectie heeft.
En dat heeft zelfs voordelen voor de diervriendelijkheid. ‘Sensoren meten allerhande elementen op een boerderij’, vertelt Van Doren. ‘Je kunt bijvoorbeeld een sensor bevestigen aan varkens, en zo analyseren of het dier een goed leven geleid heeft. Dat heeft op zijn beurt niet alleen belang voor de boer, maar ook voor de consument. In de toekomst kun je misschien kijken of het dier waarvan je het vlees eet in goede omstandigheden opgroeide, of net niet.’
Verticale landbouw
Daarbij kom dat technologieniet alleen de manier waarop we aan bestaande landbouw doen verbetert, maar ze zorgt ook voor nieuwe groeimethoden. ‘We bouwen modulaire systemen’, stelt Maarten Vandecruys, oprichter van Urban Crop Solutions, een start-up die installaties voor verticale landbouw maakt. ‘Die systemen bouwen we in een afgesloten ruimte, zoals een container of loods. Planten groeien daar in een bak, waar ze zich bevinden in een substraat van kokos. Dat geeft ons de vrijheid om te telen zonder het gebruik van pesticiden. Op die planten richten we dan ledlampen met verschillende kleuren. Die weerspiegelen de delen van het zonlichtspectrum die planten nodig hebben om aan fotosynthese te doen.’
Dat is verticale landbouw. In plaats dus van planten op een akker te laten groeien, simuleren systemen zoals die gebouwd door Urban Crop Solutions, de natuur in een afgesloten ruimte. En dat heeft een reeks voordelen: je hebt geen pesticiden nodig, je kunt bepaalde planten overal ter wereld kweken, ongeacht het klimaat, en je hebt veel meer controle over het productieproces. Je kunt zelfs het groeiproces automatiseren via robotarmen en optimaliseren via algoritmes.

Verticale landbouw lost ook het probleem op van extreem lange voedingsketens. ‘Dertig procent van de voedselproductie wereldwijd gaat verloren tijdens het transport’, stelt Vandecruys. ‘Sommige planten worden in China opgekweekt, om ze dan te laten doorgroeien in Afrika en later in België verwerkt te worden. Dat is eigenlijk te zot voor woorden.’
Omdat je het overal ter wereld kunt doen, biedt verticale landbouw daar een antwoord op. En internationaal kwam er al veel aandacht voor. Kimbal Musk, de broer van Elon Musk, richtte bijvoorbeeld al een accelerator op voor bedrijven die met verticale landbouw werken. En eind 2018 haalde de Franse start-up Agricool, die gespecialiseerd is in verticale landbouw, nog 25 miljoen euro in durfkapitaal op.
Is iedereen mee?
Opvallend aan dit alles is dat nieuwe technologie vooral bijdraagt aan het duurzamer maken van landbouw. Bram Veldhuisen: ‘Je werkt namelijk nauwkeuriger. Technologie en agro-ecologie zijn nauw met elkaar verbonden. De laatste decennia was technologie een drijvende kracht achter grootschalige landbouw. Maar dankzij nieuwe technologie kunnen we nu opnieuw het landbouwsysteem ecologisch optimaliseren en agro-ecologie een leidende rol laten spelen.’
Momenteel zijn heel wat nieuwe technologieën niet direct binnen het bereik van de modale familiale landbouwer.
Een goed voorbeeld is het Great Barrier Reef in Australië. Dat koraalrif is een van de grootste ter wereld, en een onvervangbaar natuurlijk ecosysteem. Toch sterft dat rif al enkele decennia steeds meer af, deels door de meststoffen die Australische boeren gebruiken. Maar vandaag zet Australië hevig in op precisielandbouw om het pesticidegebruik terug te dringen, en zo het rif te redden.
‘Er zit veel potentie in nieuwe technologie zoals data’, vertelt Stijn Bossin, coördinator van het Innovatiesteunpunt van de Boerenbond, waar hij Vlaamse landbouwers ondersteunt met technologievraagstukken. ‘En ik geloof daarin, technologie kan onze landbouw veranderen, maar iedereen moet wel meekunnen. Momenteel zijn heel wat nieuwe technologieën niet direct binnen het bereik van de modale familiale landbouwer.’ Professor Spanoghe bevestigt dat verhaal. ‘We doen vandaag een onderzoek naar de mate waarin precisielandbouw al ingezet wordt in België’, vertelt hij. ‘Uiteindelijk blijkt dat nog vrij beperkt.’

Ook is er de dreiging van nieuwe actoren die zich in de keten wurmen, en die landbouwers benadelen. Denk maar aan grote bedrijven die via softwareplatformen landbouwdata monopoliseren en wegnemen van de landbouwers zelf. ‘Hier moeten we altijd in het oog houden wie de data in handen krijgt’, stelt Peters. Dat is ook iets waar de Boerenbond aan meewerkt, bijvoorbeeld binnen het project DataHub. Daar willen ze een platform bouwen waarin boeren hun landbouwdata uploaden, zonder er controle over te verliezen. ‘Data moet in handen van de boeren blijven’, besluit Bossin.
Koe zonder hoorns
Ten slotte zijn er natuurlijk ook nieuwe technologieën met ethische gevaren. Denk maar aan gen-editing. Genetisch gemanipuleerde organismen zorgen natuurlijk al langer voor controverse, maar de technologie evolueert ondertussen met rasse schreden. In 2016 slaagden wetenschappers er bijvoorbeeld in om koeien zonder hoorns te kweken via genetische aanpassingen.
Dat is nuttig omdat boeren hun dieren doorgaans heel dicht op elkaar stallen, waardoor die elkaar vaak via hun hoorns verwonden. Maar dat roept natuurlijk een hoop ethische vragen op. Petra Verhoef, onderzoeker bij het Rathenau instituut: ‘De veiligheid is nog onvoldoende aangetoond. Want die genen komen heel vaak gewoon in het normale ecosysteem terecht. Daarnaast kun je je afvragen of we niet gewoon naar een landbouwmodel moeten waar dieren meer ruimte krijgen, in plaats van gewoon hun hoorns te verwijderen.’ En net die laatste vraag is cruciaal wanneer we nadenken over technologie in de landbouw.
‘Technologie is geen doel op zich’, stelt Peters. ‘We moeten ze dus laten afhangen van wat voor soort landbouw we willen.’ Maar wat voor soort landbouwmodel we ook nastreven, technologie zal daar ongetwijfeld deel van uitmaken. ‘De speeltijd is voorbij’, bevestigt Veldhuisen. ‘Innovaties moeten nu in de praktijk gebracht worden. Er komen interessante toepassingen aan die in de komende jaren steeds populairder zullen blijken. Over een paar jaar zal het heel gewoon zijn om op elk veld een robot of drone te zien.’