Het aantal bedienden met een bedrijfswagen zat vorig jaar in de lift, vooral bij vrouwen.
Na een stagnering in 2018 waren er vorig jaar weer meer bedienden met een bedrijfswagen. Hun aandeel steeg van 19,6 procent tot 20,6 procent van alle bedienden. Dat blijkt donderdag uit de resultaten van de jaarlijkse mobiliteitsbarometer van hr-dienstverlener Acerta. Opvallend is volgens Acerta dat vooral meer vrouwen een bedrijfswagen kregen (+8,5 procent tegenover 2018).
De auto blijft veruit het populairste vervoermiddel voor het woon-werkverkeer van Belgische werknemers uit de private sector. In 77,5 procent van de woon-werkverplaatsingen is de auto betrokken en 61,6 procent rijdt zelfs altijd met de auto naar het werk. Dat is nog altijd een ruime meerderheid, maar minder dan de 65 procent in 2018.
Fiets in opmars
De fiets is het vervoermiddel dat het meest wordt afgewisseld met de auto. In 2019 koos 30,5 procent van de werknemers geregeld voor de fiets, of een stijging met 15,7 procent tegenover 2018. Die nieuwe stijging bevestigt volgens Acerta de opmars van de fiets in het traject van en naar het werk, een opmars die al in 2011 begon.
Het gebruik van het openbaar vervoer door werknemers in de private sector kende vorig jaar slechts een bescheiden stijging in vergelijking met 2018 (+3,4 procent). Het aantal werknemers dat voor trein-tram-bus koos bedroeg slechts 8,3 procent.
19 kilometer
De woon-werkafstand blijft doorheen de jaren quasi gelijk, op ongeveer 19 kilometer. Glenn Van Oevelen van Acerta Consult: “Steeds meer werknemers krijgen de kans om regelmatig van thuis te werken, of hun werkuren ietwat zelf te kiezen. Hierdoor kunnen ze ook de files vermijden. Dat maakt dat de afstand woon-werk een enigszins andere, relatievere invulling heeft gekregen.’