Sinds 1970 zijn honderden miljarden dollars onder de vorm van bilaterale en multilaterale hulp vanuit de ontwikkelde wereld naar het continent Afrika gestuurd. Ook in maart beslisten de G-20 leiders om nog eens 50 miljard dollar naar Afrika te zenden, om dat continent te helpen de economische crisis te doorstaan.
Maar volgens de Zambiaanse economiste Dambisa Moyo is het allemaal een maat voor niets geweest. In haar boek ‘Dead Aid’ schrijft ze dat deze enorme berg geld niet heeft geholpen om de Afrikanen uit de armoede te tillen – het gemiddele inkomen over het ganse continent is in de afgelopen 40 jaar hetzelfde gebleven of zelfs gedaald- en erger nog: de geldstroom is het belangrijkste obstakel tot de zelfontwikkeling van Afrika geworden. Hulp maakt mensen afhankelijk, remt het ondernemerschap en bevordert kleptomanie en corruptie. Het verhaal dat financiële hulp systematische armoede kan verlichten is volgens Moyo dan ook niet meer dan een mythe, want miljoenen Afrikanen zijn vandaag armer dan 40 jaar geleden; het einde van hun miserie en armoede is nog lang niet in zicht; erger nog ze zijn toegenomen.
En de gevolgen van deze ononderbroken geldstromen zijn nog groter dan kan worden vermoed. Terwijl jaarlijks zo’n 100.000 ontwikkelingswerkers naar Afrika trekken om het systeem van hulp in stand te houden en te beheren, verlaten elk jaar opnieuw 60.000 van Afrika’s best geschoolde mensen het continent om hun geluk te beproeven in rijke landen. Het systeem is dus niet enkel dom en slecht, het is gewoonweg gevaarlijk. (foto)