De klimaatverandering is bij aanzienlijke delen van de wereldbevolking een minder grote prioriteit geworden dan in het verleden. Dat blijkt uit een rapport van consulent Gallup, gebaseerd op een enquête bij meer dan 125.000 personen in 121 landen.
De onderzoekers stelden vast dat minder dan de helft van de ondervraagden de klimaatverandering de volgende twintig jaar als een bijzonder ernstige bedreiging voor hun landen bestempelen.
Andere problemen
“Wereldwijd erkende vorig jaar 48,7 procent van de ondervraagden dat de klimaatverandering een bijzonder ernstige bedreiging vormde”, stippen de onderzoekers aan. “Dat betekende een inkrimping met 1,5 procentpunt tegenover drie jaar geleden.”
Opgemerkt wordt dat deze daling mogelijk zou kunnen worden verklaard door groeiende bekommernissen over andere uitdagingen, zoals de uitbraak van de coronapandemie, diverse gezondheidsproblemen en de kosten van het levensonderhoud.
De onderzoekers wijzen er daarbij ook op dat in China, de grootste vervuiler van de wereld, slechts 20 procent van de ondervraagden de klimaatverandering als een bijzonder ernstige bedreiging bestempelt. Dat vertegenwoordigde een daling met 3 procentpunt tegenover drie jaar jaar geleden.
“Regio’s die met de grootste ecologische bedreigingen worden bedreigd, tonen zich over klimaatverandering gemiddeld het minst bezorgd”, werpt Gallup op. “In Zuid-Azië drukken slechts 39,1 procent van de ondervraagden hun bezorgdheid over de mogelijke gevolgen van de klimaatverandering uit. In het Midden-Oosten en Noord-Afrika valt dat aandeel verder terug tot 27,4 procent.”
Overstromingen
Er moest immers worden vastgesteld dat wereldwijd 27 procent van de ondervraagden erkende de voorbije vijf jaar een of andere ramp te hebben meegemaakt. Met een score van 10 procent bleken overstromingen en zware regenval daarbij het grootste probleem, gevolgd door orkanen of cyclonen (7 procent) en aardbevingen (5 procent).
Geen enkele andere natuurramp blijkt meer dan 1 procent van de wereldbevolking te hebben getroffen. Droogte stond met een score van 0,8 procent op de vierde plaats, gevolgd door bosbranden (0,7 procent) en onweders (0,7 procent).
Regionaal bleken het Midden-Oosten en Zuidoost-Azië de grootste impact te ervaren. In die gebieden gaven telkens 36 procent van de respondenten aan de voorbije vijf jaar met een natuurramp te zijn geconfronteerd.
In het Midden-Oosten werd er vooral gewag gemaakt van aardbevingen (19 procent). “Maar dat cijfer werd vooral beïnvloed door Iran (36 procent) en Turkije (23 procent), twee landen met een grote populatie die beide op een actieve breuklijn liggen”, merken de onderzoekers op.
In Zuidoost-Azië was er in eerste instantie sprake van overstromingen en zware regenval (15 procent), gevolgd door cyclonen (8 procent) en aardbevingen (7 procent).
(fjc)
