Key takeaways
- Slechts 8,3 procent van de oceanen is momenteel beschermd; ver onder de doelstelling van 30 procent voor 2030.
- Veel mariene beschermde gebieden zijn slecht beheerd of bestaan vooral op papier.
- Zonder versnelling, financiering en ratificatie van het VN-verdrag voor de volle zee blijft de zogenaamde 30×30-doelstelling onhaalbaar.
In 2022 spraken 196 landen, inclusief de Europese Unie, af om tegen 2030 minstens 30 procent van het wereldwijde land- en zeegebied te beschermen. Deze zogenoemde “30×30-doelstelling”, onderdeel van het Kunming-Montreal Biodiversiteitsakkoord, werd gepresenteerd als een keerpunt in de strijd tegen biodiversiteitsverlies. Maar nieuw onderzoek toont aan dat de wereld die ambitie nog lang niet waarmaakt – zeker niet op zee.
Oceanen blijven achter bij bescherming van land
Momenteel is slechts 8,3 procent van de oceanen op de een of andere manier beschermd. Dat is nauwelijks meer dan de 7,8 procent van twee jaar geleden. Op dit tempo zou de wereld pas tegen 2030 uitkomen op 9,7 procent, ruim onder het doel van 30 procent. Ter vergelijking: het landoppervlak dat onder bescherming valt, ligt al boven de 17 procent.
De bescherming op zee loopt dus flink achter, en dat is geen detail: de oceanen beslaan ruim 70 procent van het aardoppervlak en huisvesten een gigantische biodiversiteit. Beschermde mariene gebieden (MPA’s) spelen daarin een sleutelrol. Ze beperken menselijke activiteiten om kwetsbare ecosystemen zoals koraalriffen, zeegrasvelden en broedplaatsen te behouden. Toch blijkt dat de meeste MPA’s onvoldoende worden beheerd om daadwerkelijk positieve impact te hebben.
Kwaliteit laat te wensen over, en juridische gaten blijven
Volgens het recente rapport, ondersteund door o.a. het Bloomberg Ocean Fund en het Marine Conservation Institute, voldoet slechts 2,8 procent van de oceaan aan de internationaal erkende kwaliteitscriteria voor effectieve bescherming. Veel gebieden bestaan alleen op papier of krijgen onvoldoende financiering en toezicht. Bovendien zijn beschermde zones vaak ongelijk verdeeld: landen zoals Frankrijk, het VK en de VS halen hoge cijfers door grote gebieden in overzeese gebieden aan te wijzen, terwijl hun eigen kustwateren vaak open blijven voor schadelijke industriële activiteiten.
Ook de definitie van wat telt als “beschermd gebied” verschilt sterk per land. Dit maakt het moeilijk om de wereldwijde vooruitgang betrouwbaar te meten.
Hoogdringendheid op Cop16 in Colombia
Deze maand komen landen bijeen in Colombia voor Cop16, de VN-biodiversiteitsconferentie. Daar zal de voortgang van het 30×30-doel centraal staan. De oceanen zijn daarbij een urgent aandachtspunt. Wetenschappers benadrukken dat het oorspronkelijke doel van 10 procent oceaanbescherming tegen 2020 al niet werd gehaald. Daarom vraagt 30×30 meer dan ooit om politieke daadkracht.
Om het tij te keren, bevelen experts een versnelde en massale uitbreiding van het netwerk van MPA’s aan: naar schatting 85 nieuwe beschermde zones per dag tot aan 2030. Dat zou neerkomen op bijna 190.000 extra gebieden, waarvan het merendeel in kustregio’s – die bijzonder belangrijk zijn vanwege de hoge biodiversiteit én de grote druk door menselijke activiteit.
De grootste nood zit in regio’s zoals Oost-Azië, de Koraaldriehoek, de Stille Oceaan, maar ook delen van Europa. En zelfs als die aantallen gehaald worden, blijft er een juridische blinde vlek. Momenteel is slechts 1,4 procent van de internationale wateren (buiten nationale jurisdictie) beschermd. Pas als het VN-verdrag over de volle zee – dat al in 2022 werd goedgekeurd – effectief wordt geratificeerd, ontstaat er een wettelijk kader. Hierdoor kan ook daar MPA’s worden opgericht.
Van papieren plannen naar echte bescherming
Hoewel enkele landen wel degelijk vooruitgang boeken – zo beschermde Colombia recent twee koraalriffen, en richtte Frans-Polynesië het grootste MPA ter wereld op – blijven dat voorlopig uitzonderingen. Zonder meer financiering, duidelijke wetgeving en effectieve controle blijven veel gebieden papieren tijgers.
Het 30×30-doel was bedoeld als motor voor herstel van de natuur en het stoppen van biodiversiteitsverlies. Maar zonder een fundamentele versnelling en concrete uitvoering blijft het vooralsnog een ambitieus ideaal.