In West-Europa en Noord-Amerika hebben werknemers relatief weinig officiële verlofdagen. Dat is de conclusie van een onderzoek van consulent Von Essen. Opgemerkt wordt dat werknemers wereldwijd gemiddeld op dertien officiële verlofdagen per jaar kunnen terugvallen. In de Europese landen daalt dat gemiddelde tot elf verlofdagen. In de Verenigde Staten kan slechts op tien officiële vakantiedagen beroep worden gedaan. Argentinië voert volgens Von Essen de wereldwijde lijst aan met achttien officiële verlofdagen. In de ontwikkelde landen wordt een gemiddelde van twaalf dagen opgetekend, terwijl in de opkomende markten inmiddels een gemiddelde van veertien dagen kan worden geregistreerd.
Argentinië wordt in de rangschikking van Von Essen gevolgd door India en Hongkong met zeventien officiële verlofdagen en door Brazilië, Zuid-Korea, Japan, Saudi-Arabië en Rusland met vijftien vakantiedagen. “De landen met een groot aanbod aan officiële feestdagen, vertonen echter een heel uiteenlopende cultuur,” merkt Lydia Marref, partner bij Von Essen, op. “Er kan dan ook geen rechtstreeks verband worden gelegd met parameters zoals religie, cultuur of werkethiek. Wel kan worden gesteld dat in een aantal groeimarkten over de voorbije twee decennia een trend kon worden gemeld om extra vakantiedagen aan de kalender toe te voegen, zodat de consumentenbestedingen zouden kunnen worden gestimuleerd.”“Aan de officiële vakantiedagen mogen ook geen strikte consequenties worden verbonden,” zegt Lydia Marref nog. “Groot-Brittannië biedt zijn werknemers relatief weinig vakantiedagen in vergelijking met de rest van de wereld, maar in werkelijkheid genieten de Britse werknemers evenveel vrije dagen als hun collega’s in andere landen. In plaats van officiële feestdagen, worden in landen zoals Groot-Brittannië immers vaak flexibele vakantiedagen aangeboden die door de werknemers vrij kunnen worden opgenomen.” De onderzoekers berekenden nog dat elke vrije dag aan de Britse economie een bedrag van 2,3 miljard pond aan verloren productiviteit kost.
