We thought we’d have flying cars by 2020. But no, here we are, teaching people how to wash their hands. Het is een coronagrapje dat blijft hangen. Tijdens deze crisis worden eenvoudige dingen, zoals handen wassen, opeens ons grootste wapen. En dat terwijl artsen nog geen tweehonderd jaar geleden hun handen zelfs niet wasten voor een operatie … met opzet.
‘Handen wassen moet zowat het meest efficiënte ooit geweest zijn voor de volksgezondheid,’ zegt dr. Niels Horst, dermatoloog in het UZ Antwerpen, ‘maar het is toch gek hoe het nog in zijn kinderschoenen staat en we nu mensen moeten leren om hun handen te wassen.’
300 jaar smerigheid

Vreemd genoeg werd er in de loop van de geschiedenis overal ter wereld duchtig geschrobd en gewassen, van de thermen in Rome tot de onsen in Japan, van de hamams in de oosterse en Arabische wereld tot de gemeenschappelijke badhuizen bij ons. Die laatste werden op het einde van de 16de eeuw gesloten omdat het er iets te losbandig aan toeging. Bovendien bedacht men dat water schadelijk was voor de gezondheid en de oorzaak van veel ziekten. Het lijkt alsof er de driehonderd jaar die erop volgden nog amper iemand zich waste in Europa.
We kennen allemaal de verhalen van de 18de-eeuwse gepoederde en gepruikte adel die onder de luizen, huidziekten en stank zat. Louis XIV zou niet meer dan twee keer in zijn leven een bad genomen hebben. Schrijver Charles Dickens bleek een uitzondering. Nadat hij in 1849 een privédouche had laten bouwen, schreef hij: ‘Wij nemen elke ochtend een bad, tot verbijstering van de lokale bevolking.’
Hoe vuiler de handen van de arts, hoe professioneler hij leek.
Het hoogtepunt van drie eeuwen smerigheid moet The Great Stink in 1858 in Londen geweest zijn, waarbij de Thames zodanig vervuild was en de stad zò stonk dat het parlement niet meer kon vergaderen en mensen bij bosjes stierven aan cholera … Stromend water en rioleringen brachten gelukkig verandering en mensen werden properder, maar handen wassen, dat deed je alleen om religieuze redenen, zoals de moslims en joden.
Dokters, was je handen vooral niet!
Het is rond die tijd dat de Hongaarse arts Ignaz Semmelweis in de grootste, voor die tijd ‘modernste’ kraamkliniek ter wereld in Wenen werkte. Hij merkte op dat kraamkoorts (een dodelijke, bacteriële streptokokkeninfectie die een derde van alle pas bevallen moeders velde) veel vaker voorkwam in de ‘eerste zaal’ in vergelijking met de ‘tweede zaal’. In die eerste lagen de gegoede dames, die voor, tijdens en na de bevalling behandeld werden door artsen. In de tweede zaal vond je de armere patiëntes, die verzorgd werden door vroedvrouwen en nooit een arts zagen.
Na lang onderzoek en veel speculatie (kwam het door het verschil in atmosferische druk, de hoeveelheid wierook die de priesters kwamen branden of het lawaai?) wist Semmelweis het: de artsen deden voor de consultaties bij de barende vrouwen vaak lijkschouwingen, waarna ze amper of niet van schort of hemd wisselden of de handen wasten, laat staan met water en zeep. Meer nog: vieze handen waren een soort statussymbool: hoe vuiler en meer bebloed zijn handen en kleren, hoe professioneler de arts overkwam.

Omdat de vroedvrouwen nooit lijken aanraakten, raakten de arme dames minder besmet. Conclusie: het was de ‘lijkstof’ die de grote boosdoener was. Nog steeds niet helemaal correct (men wist nog niet wat bacteriën waren, daarvoor was het nog even wachten op Pasteur), maar sinds elke arts op Semmelweis’ advies steeds zijn handen met water en bleekwater waste voor hij de kraamafdeling binnenkwam, daalde het aantal infecties zienderogen: tijdens de volgende zeven maanden stierven ‘maar’ 56 van de 1841 bevallen vrouwen aan kraamkoorts. Goed voor een spectaculaire daling van de sterftegraad van 20 naar 3 procent, wat vergelijkbaar was met de aantallen op de tweede afdeling. In 1848 daalden de cijfers voor beide zalen zelfs naar 1,2 procent, nadat Semmelweis geëist had dat ook de gebruikte instrumenten gewassen werden – om echt te spreken van ‘ontsmetten’ was het nog te vroeg, daarvoor moesten we nog tien jaar wachten, tot Joseph Lister de hygiënische chirurgie ontwikkelde.
Pittig detail: Semmelweis, de ‘vader van de handhygiëne’ eindigde zijn leven verbitterd in de psychiatrie en stierf ironisch genoeg aan … een ontstoken wonde. De man die duizenden vrouwen het leven gered had, stierf niet als een held, integendeel. Het idee dat artsen zélf de aanleiding waren voor de sterftegevallen, schoot namelijk bij veel collega’s in het verkeerde keelgat.
Florence Nightingale, de ware heldin

Wie wel een heldin werd, was zijn tijdgenote Florence Nightingale. Het woord verpleegster moest nog uitgevonden worden, maar zij was al meteen de allerbeste in haar vak. De ‘lady with the lamp’ verpleegde de Britse soldaten tijdens de Krimoorlog en zorgde daar, dankzij een strikte en ongeziene hygiëne (elke dag propere lakens, zalen poetsen en frequent handen wassen), voor een drastische vermindering van (wond)infecties: van 42 naar 2 procent.
Zelfs al kende ook zij de term bacteriën nog niet (ze noemden toen de ziekteverwekkers miasma, ongezonde dampen), ze wist dat het gebruik van water en zeep duizenden, misschien wel miljoenen levens kon redden. Het is niet overdreven om haar dankzij haar verstandige aanpak en holistische visie de grondlegger van de moderne verzorgingsstaat te noemen.
Handen wassen moet zowat het meest efficiënte wapen ooit geweest zijn voor de volksgezondheid.
En toch …
Toch duurde het nog bijna honderd jaar eer het promoten van handen wassen een staatszaak werd. Het was pas in de jaren tachtig van de twintigste eeuw dat na een reeks grote voedselvergiftigingen in de Verenigde Staten de Centers for Disease Control and Prevention tot het besef kwamen dat schone handen weleens tot een gezonde bevolking konden leiden. Mensen die met voeding in aanraking komen, werden bij wet verplicht om hun handen te wassen. In België gebeurde dat met een koninklijk besluit van 1985.
De envelop rond het coronavirus
Nu zijn we er allemaal van overtuigd dat handhygiëne onmisbaar is voor een goede gezondheid. ‘Handen wassen is zowat het meest efficiënte wat er bestaat voor de volksgezondheid’, zegt Niels Horst. ‘80 procent van de besmettingen tussen mensen ontstaat door de handen en 47 procent van de ziektes zijn gemakkelijk te voorkomen als de handen goed gewassen worden.’ Dat geldt zowel voor bacteriën als voor virussen, al zijn virussen veel hardnekkiger dan bacteriën.
Wat weinigen weten, is dat ook ontsmettingsalcohol twintig seconden nodig heeft om het virus op.
‘Bovendien’, vervolgt Horst, ‘is SARS-CoV-2 (het nieuwe coronavirus) een zogenaamd envelopvirus, wat wil zeggen dat er een omhulsel van vetten en eiwitten rond zit. Dat stelt het virus in staat om het immuunsysteem van de gastheer gemakkelijker te omzeilen of om zich beter aan een nieuwe gastheer aan te passen. Alle virussen die een mogelijke pandemie vertegenwoordigen, zijn omhulde virussen, zoals het hiv-virus, het SARS-coronavirus, het influenzavirus en het ebolavirus. Als je dus alleen water gebruikt om je handen te wassen, dan stoot het water af op die vette envelop. Handen grondig wassen is de boodschap, met water en zeep, om de viruspartikels allemaal te verwijderen.’
Hoe moeilijk kan het zijn?
Handen wassen is moeilijker dan je denkt. Veel mensen wassen hun handen te weinig en bovendien doen ze het verkeerd. Amper een magere
30 procent van de toiletbezoekers wast de handen met zeep na het bezoek aan een toilet.
‘Voor je mensen iets verplicht om te doen, moet je het hen uitleggen. Als mensen niet weten waarom iets gedaan moet worden, doen ze het niet’, aldus Niels Horst. ‘Je moet je handen minstens twintig seconden onder stromend water wassen met water en zeep, zo lang heeft de zeep nodig om de vet- en eiwitmantel af te breken. Het water hoeft niet warm te zijn, het is aangenamer, maar het is niet bewezen dat het beter is. Bovendien kun je met heet water de beschermende vetlaag van de huid aantasten, waardoor je nog vatbaarder wordt voor virussen en ziektekiemen. Maar wat weinigen weten, is dat ook ontsmettingsalcohol tijd nodig heeft om het virus op je huid te doden. Dus zomaar even wat van het goedje op je handen verdelen, is nutteloos: je moet je handen er minstens twintig seconden mee over elkaar wrijven.’

‘Let ook op welke zeep je gebruikt: je huidoppervlak is zuur en je bloed alkalisch, als extra bescherming tegen het binnendringen van bacteriën, mocht je een wondje hebben. Huidneutrale zeep is net zo zuur als de huid en dus milder, maar maakt het virus minder makkelijk stuk. Gebruik beter een meer alkalische zeep. Hoe vaker je je handen wast, hoe meer die zuurtegraad aangetast wordt, wat tot een gevoeligere huid kan leiden, maar dit is makkelijk op te lossen met een likje handcrème.’
Wat kunnen we nog verkeerd doen, dokter? ‘Mensen gaan in een kramp dingen doen die totaal overbodig zijn en meer schade veroorzaken dan goeds. We hebben bijvoorbeeld een beschermende laag op onze huid: ons microbioom, onze eigen collectie aan nuttige micro-organismen die een natuurlijke barrière vormen tegen ziekmakende bacteriën. Die kun je niet zomaar verwijderen of aantasten, maar wel als je de verkeerde producten gebruikt. Dettol bijvoorbeeld doodt ten eerste alleen bacteriën, en geen virussen. Op het coronavirus heeft het dus amper effect. Meer nog, zo’n agressief middel, dat volgens mij alleen thuishoort in de zorgsector en niet in de supermarkt, tast je microbioom aan, waardoor je huid juist gevoeliger wordt voor infecties.’
‘Ook je handen drogen is niet zonder gevaar: een heteluchtdroger zorgt voor een toename van bacteriën in plaats van een afname. En die nieuwe zogenaamde jet air dryers? Die werken beter, maar daarvan is gebleken dat ze de ziekteverwekkers soms tot twee meter verder de lucht kunnen insturen! Bovendien is je handen droogwrijven beter: de laatste viruspartikels of eventuele eitjes van parasieten kunnen zeep overleven, maar niet het wrijven van de handdoek. Maar omdat stoffen handdoeken niet altijd brandschoon zijn, kun je beter een papieren wegwerpdoekje gebruiken.’
Maken we door overdreven hygiëne ons lichaam niet vatbaarder voor ziektes en zou het hele handenwasverhaal het omgekeerde effect kunnen hebben, waardoor we weer aan het begin van dit artikel staan? Niels Horst: ‘Dat is een slangenkuil waarin ik me niet wil wagen (zucht). Wetenschappers zijn het hier vaak over oneens; daar kun je dagenlange congressen over organiseren. Maar met regelmatig en grondig je handen te wassen met water en zeep doe je niet alleen jezelf maar ook je omgeving en bij uitbreiding de hele wereldgezondheid een groot plezier. En geef toe: hoe moeilijk kan het zijn?’