Waarom heten alle Zuid-Koreanen Kim?

In Zuid-Korea dragen bijna vijfentwintig miljoen mensen de achternaam Kim, Lee of Park. Daarmee heeft nagenoeg de helft van de totale bevolking van het land één van deze drie namen. Daardoor kent Zuid-Korea een opmerkelijk bescheiden diversiteit in de naamgeving. Het fenomeen moet volgens het magazine The Economist worden toegeschreven aan de erfenis van de feodale traditie die het land lange tijd heeft gedomineerd.

“In Zuid-Korea draagt één op de vijf onderdanen de achternaam Kim, terwijl één op tien inwoners onder de naam Park staat geregistreerd,” aldus The Economist. “Samen met de naam Lee vertegenwoordigen Kim en Park nagenoeg de helft van de totale Zuid-Koreaanse bevolking. Dat staat in schril contrast met Japan, waar ongeveer 280.000 achternamen worden gehanteerd.”

“Maar ook in China kunnen een honderdtal frequente achternamen worden opgemerkt. De wortels van het fenomeen moeten worden gezocht in de feodale structuur die eeuwenlang het Zuid-Koreaanse politieke bestuur heeft gedomineerd.”

“Net zoals in vele andere wereldregio’s was het gebruik van achternamen ook in Zuid-Korea lange tijd een zeldzaamheid. Achternamen bleven daarbij het privelege van koninklijke dynastieën en de hogere adellijke kaste.”

“Naarmate de lokale adel echter aan belang won, probeerden de koningen van de Goryeo-dynastie, die over het land regeerden van de tiende tot het einde van de veertiende eeuw, ook die artistocratische kaste aan zich te binden door trouwe medestaanders en ambtenaren het recht op het dragen van een achternaam toe te kennen.”

“Om in aanmerking te komen voor een sociale en politieke vooruitgang werd een geregistreerde achternaam zelfs noodzakelijk.”

“De betere klasse streefde dan ook naar het adopteren van een achternaam. Het werd voor succesvolle handelaars steeds meer een gewoonte om minstens één achternaam aan te nemen. Daarbij werden zelfs stambomen, onder meer van bankroete aristocraten, gekocht. Tegen het einde van de achttiende eeuw waren die genealogische manipulaties in Korea gemeengoed geworden.”

“Daarbij werd vaak gestreefd om zich in de stambomen van elitaire families zoals Lee en Kim, oorspronkelijk afkomstig uit China, in te kopen. Om binnen die stambomen een onderscheid te kunnen maken, werd aan de naam meestal een geografische aanduiding gekoppeld. Op die manier ontstonden clans zoals Gyeongju Kim and Gimhae Kim.”

“Het Zuid-Koreaanse kastesysteem werd op het einde van de negentiende eeuw afgeschaft, waardoor ook de gewone bevolking de mogelijkheid kreeg om een achternaam te registreren. De meesten kozen daarbij echter voor de naam van hun vroegere meester of landeigenaar.”

“Net voor de eerste wereldoorlog werd in Zuid-Korea een wet geïntroduceerd die de registratie van een achternaam verplicht maakte. De clan-traditie heeft op dit ogenblik geen belangrijke impact meer op de status van het individu, maar toch blijkt aan de aantrekkingskracht van de namen Park, Kim en Lee geen einde te komen. Dat is onder meer te danken aan immigranten uit China, Vietnam en de Filipijnen.”

“Steeds meer inwijkelingen laten zich immers naturaliseren tot Zuid-Koreaans staatsburger. Daarbij wordt ook een lokale achternaam geadopteerd, waarbij een grote voorliefde blijkt voor de namen Kim, Lee, Park en Choi. Op die manier zijn nieuwe stambomen zoals Mongol Kim of Taeguk Park gegroeid.” (mah)

Meer