Zullen de VS een exportstop op brandstof invoeren? Steun binnen de Amerikaanse regering neemt toe

Volgens berichtgeving van Bloomberg zou de Amerikaanse regering aan het ministerie van Energie hebben gevraagd om een analyse te maken, om te zien of een exportstop van brandstof zou kunnen leiden tot lagere prijzen aan de pomp.

Dat de overheid kijkt naar een exportstop, heeft alles te maken met de stijgende brandstofprijzen in de VS. Die lopen zo hard uit de hand, dat de Amerikaanse president Joe Biden tankstations en oliemaatschappijen vorige week nog expliciteit opriep om de prijzen te verlagen. “Doe het nu”, klonk het toen volgens Business Insider.

De maatregel zou betrekking hebben op diesel, benzine en andere geraffineerde olieproducten. Volgens Bloomberg zou het feit dat de regering naar een analyse vraagt, een sterke indicator zijn dat het idee aan populariteit wint binnen de regering-Biden.

Een exportstop zou er in theorie voor moeten zorgen dat de Amerikaanse consumenten beschikken over een grotere voorraad, waardoor de prijs zou moeten zakken. 

Toch stijgende prijzen?

Olieproducenten en analisten zouden echter geen voorstanders zijn van het idee. Zij beargumenteren juist dat een exportstop zou kunnen leiden tot stijgende prijzen voor consumenten. Ook voor Europese klanten zou een exportstop slecht nieuws zijn: het continent probeert immers al af te kicken van Russische olie

“Het verbieden of beperken van de export van geraffineerde producten zou waarschijnlijk de voorraadniveaus verlagen, de binnenlandse raffinagecapaciteit verminderen, de brandstofprijzen voor de consument opdrijven en de bondgenoten van de VS in oorlogstijd van zich vervreemden”, schreef de American Petroleum Institute (API), de Amerikaanse organisatie die technische standaarden ontwikkelt voor de olie- en gasindustrie en de petrochemische industrie.

De regering wil er verder ook alles aan doen om OPEC+, het kartel van olie-exporterende landen, te overtuigen om geen grote productieverlaging door te voeren. Door de lagere vraag op de internationale markt wil het kartel immers een miljoen vaten per dag minder produceren. Dat zou kunnen zorgen voor verdere prijsstijgingen voor Amerikaanse consumenten, iets dat de regering-Biden koste wat het kost wil vermijden.

Tussentijdse verkiezingen

Dat de regering juist nu zo sterk wil inzetten op een verlaging van de olieprijzen, heeft te maken met de aankomende tussentijdse verkiezingen. Daarin zal worden bepaald of de Democratische Partij haar controle zal behouden over de Senaat en het Huis van Afgevaardigden, de twee kamers van het Amerikaanse Congres. 

De verkiezingen zullen op 8 november worden gehouden en zullen een belangrijke test zijn voor de regering-Biden. Het worden ook de eerste verkiezingen sinds de bestorming van het Capitool op 6 januari 2021. Daarom is het voor de regering nu belangrijker dan ooit om de brandstofprijzen omlaag te krijgen.

(bg)

Meer