Ben jij mee met verandering?
Denk jij vooruit, aan de toekomst van morgen.
Business AM is jouw leidraad doorheen verandering.
Hol niet achter de feiten aan en kies voor één van onze abonnementsformules.
De Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) trekt aan de alarmbel: als Vlaanderen naar een werkzaamheidsgraad van 80 procent wil, dan moeten er voor 2030 nog 90.200 werkenden bijkomen. Opmerkelijk daarbij: VDAB pleit ook voor een hervorming van de pensioen- en ziekteuitkeringsstelsels. Woordvoerder Joke Van Bommel legde dit uit.
Beluister hier het volledige gesprek met Joke Van Bommel:
Waarom is dit belangrijk?
De federale regering beoogt een werkzaamheidsgraad van 80 procent in 2030. Vorig jaar bedroeg die graad in Vlaanderen nog 76,7 procent. Steunpunt Werk becijferde dat er bij een ongewijzigd beleid nog 90.200 werkenden extra bij moeten komen om aan het doel van 80 procent te komen.
Van Bommel: “90.200 werkenden bovenop de huidige evolutie is niet iets wat de VDAB alleen kan doen. Daarom signaleren we dat ook. De VDAB kan zich richten op de activering van mensen met een werkloosheidsuitkering en mensen die momenteel niet beroepsactief zijn. Maar voor de overige ambities moeten we ook kijken naar mensen die minder vroeg op pensioen gaan. Minder mensen die richting werkloosheid, een ziekte of een andere uitkering gaan.”
“De belangrijkste partners die we moeten aanspreken, zijn vooral de sociale partners. Maar het is ook een ambitie voor beleidsmakers, voor politici om te kijken welke hervormingen dan nodig zijn. (…) Als de vakbonden achter deze ambitie staan, dan moeten zij ook overleggen om te bekijken hoe ze dat kunnen realiseren.”
Het is opmerkelijk dat de VDAB voorstellen doet over pensioenen en ziekteuitkeringen, maar volgens Van Bommel laat de organisatie zich niet in met politiek: “Het is onze taak om te signaleren wat er nodig is om de ambitie van een werkzaamheidsgraad van 80 procent waar te maken. Het is aan de politici om te bekijken wat er haalbaar is. De termijn wordt gesteld tegen 2030. Dat is ook het perspectief dat wij beogen.”
