Pierre-Yves Dermagne: “België kan tegen 2030 een werkzaamheidsgraad van 80 procent bereiken”

Pierre-Yves Dermagne (PS), minister van Werk en Economie, meldt op basis van cijfers van het Belgische statistiekbureau Statbel dat de werkzaamheidsgraad in het vierde kwartaal is gestegen tot 72,3 procent. Volgens hem kan die tegen 2030 uitkomen op 80 procent, de doelstelling van de federale regering.

Waarom is dit belangrijk?

Zowel de federale als de Vlaamse regering streven naar een werkzaamheidsgraad van 80 procent. 

In het nieuws: De werkzaamheidsgraad in ons land is in het vierde kwartaal van 2022 met 0,2 procentpunt gestegen tegenover het voorgaande kwartaal. Daarmee komt dat cijfer uit op 72,3 procent. Op jaarbasis is er sprake van een toename met 0,7 procentpunt.

  • In twee jaar tijd is de werkzaamheidsgraad gestegen van 69,9 procent tot 72,3 procent.
  • Dermagne maakt zich sterk dat als dat cijfer aan dat tempo blijft stijgen, ons land tegen 2030 een werkzaamheidsgraad van 80 procent kan halen.
  • Hij voegt eraan dat het resultaat “uitzonderlijk sterk” is gezien de coronapandemie, de overstromingen in juli 2021, de oorlog in Oekraïne en de energiecrisis. “Daarnaast moeten de arbeidsmarktmaatregelen van de federale regering nog op volle kruissnelheid komen”, klinkt het.

Terugblik: Premier Alexander De Croo (Open VLD) gaf in het najaar van 2022 in een gesprek met VTM Nieuws ook al aan dat hij ervan overtuigd is dat de Belgische werkzaamheidsgraad kan stijgen tot 80 procent.

  • “Deze regering werkt twee jaar en de werkgelegenheidsgraad is fors naar boven gegaan”, klonk het toen. “We hebben de werkgelegenheidsgraad maand per maand opgekrikt, in een periode van Covidcrisis en nu de energiecrisis.”

Slechter dan het Europese gemiddelde

De vergelijking: Ons land doet het wel slechter dan het gemiddelde van de Europese Unie. Dat bedraagt 74,9 procent, leren de cijfers van het Europese statistiekbureau Eurostat.

  • Slechts in een handjevol landen ligt de werkzaamheidsgraad lager. Griekenland, Spanje en Italië zijn op dat vlak de kneusjes van de Europese klas. In die landen komt de werkzaamheidsgraad uit op respectievelijk 66,2, 69,5 en 65,5 procent.
  • Ook in Kroatië (70,5 procent) en Roemenië (68,5 procent) ligt de werkzaamheidsgraad lager.
  • IJsland (85,3 procent), Nederland (83,4 procent) en Estland (82,2 procent) zijn dan weer de sterkhouders van de EU.

Meer