Spanje is het vierde land in de EU wat betreft voedselinflatie, met een prijsstijging van 3 procent in juli ten opzichte van het voorgaande jaar. Volgens Eurostat staat Spanje achter Malta (4,5 procent), Portugal (3,9 procent) en Cyprus (3,5 procent). Het Europese gemiddelde is 1,4 procent, met Duitsland (1,7 procent), Griekenland (1,2 procent) en Italië (0,8 procent) als voorbeelden.
De voedselinflatie in Spanje ligt aanzienlijk boven het Europese gemiddelde. Als ook niet-alcoholische dranken worden meegerekend, staat Spanje op de vijfde plaats met een stijging van 3,1 procent.
De gevolgen voor huishoudens
Het directe gevolg van deze hoge inflatie is het verlies van koopkracht in huishoudens. Stijgende prijzen in de supermarkt treffen huishoudens met een laag inkomen het hardst, omdat zij een groter deel van hun budget aan boodschappen besteden.
Volgens het Nationaal Instituut voor de Statistiek zijn de voedselprijzen sinds december 2019, vóór de pandemie, met 33,1 procent gestegen. De producten die het afgelopen jaar het meest zijn gestegen zijn olijfolie (38,3 procent), fruit- en groentesappen (17,4 procent), chocolade (13,7 procent) en schapen- en geitenvlees (10 procent).
Algemene inflatie
Hoewel Spanje een van de landen is waar de voedselprijzen het meest stijgen, is de algemene inflatie meer onder controle (2,9 procent in geharmoniseerde termen). Het Europese gemiddelde ligt op 2,6 procent, een tiende procentpunt lager dan in de vorige maand.
Diensten vertegenwoordigen ongeveer 44,9% van de uiteindelijke consumentenbestedingen in de eurozone – de grootste component – waardoor hun weerstand tegen prijsverlagingen de daling van de inflatie vertraagt.
Belangrijkste punten
• Spanje staat op de vierde plaats in de EU wat betreft voedselinflatie.
• De voedselinflatie in Spanje ligt ver achter op het Europese gemiddelde.
• Stijgende supermarktprijzen treffen huishoudens met een laag inkomen het hardst.
Wil je toegang tot alle artikelen, geniet tijdelijk van onze promo en abonneer je hier!