Spaarder is de pineut: waarom de ECB de oplopende inflatie niet wil blussen

Spaarders hoeven in de eerstkomende maanden niet te rekenen op een hogere spaarrente die de oplopende inflatie enigszins compenseert. De Europese Centrale Bank vindt het nog te vroeg voor renteverhogingen en houdt haar richtinggevende basisrente dus op het huidige bodemniveau.

Waarom neemt Jens Weidmann ontslag als topman van de Duitse Bundesbank? Het is ook voor zijn collega-gouverneurs in de eurozone gissen naar zijn motivering, zo liet Pierre Wunsch, de gouverneur van de Belgische Nationale Bank, donderdag uitschijnen in een meeting met journalisten.

Volgens sommige analisten zou het antwoord wel eens kunnen liggen in de passage van zijn afscheidsbrief, waarin hij zegt dat de ECB “niet eenzijdig naar deflationaire risico’s moet kijken, maar ook mogelijke inflatoire gevaren niet uit het oog mag verliezen”. Mogelijk vindt Weidmann, wiens vertrek volgens het Duitse blad Bild “een catastrofe” is, dat de ECB sneller met renteverhogingen moet komen om de inflatie in te dammen.

Maar Wunsch verdedigde de huidige afwachtende positie van ECB-voorzitster Christine Lagarde, waarbij er vooralsnog geen sprake is van een hogere rente. Volgens hem gaat de vergelijking met de stagflatie – de gevaarlijke cocktail van economische stagnatie en oplopende prijzen – uit de jaren zeventig niet op. “De inflatie is een tijdelijk effect als gevolg van de wereldwijde logistieke problemen.” Een econoom noemde dat bijzondere fenomeen M.E.S.S.I.

De Europese economie zit in een herstelfase, benadrukte Wunsch, en laat ondanks de inflatiezorgen groei zien. Een te snelle renteverhoging zou dat herstel kunnen beschadigen, zo gaat de dominante redenering bij de ECB.

Pierre Wunsch, gouverneur van de Nationale Bank van België – Isopix

Koopkrachtverlies

Wunsch schetste het scenario waarbij de inflatie tot 4 procent zou kunnen stijgen, vooraleer weer af te koelen. Dat betekent dat wie niet belegt op de beurs en voor zijn vermogensopbouw alleen rekent op spaarproducten, de komende maanden de koopkracht van zijn spaargeld zal zien afnemen.

Bij een spaarrente van 0,11 procent en een inflatie van 4 procent duikt de reële rente (rente min inflatie) diep in het rood, tot -3,89 procent. Dat is een bittere pil voor de spaarders die al jarenlang met ultralage rentes tevreden moesten zijn. Hun enige troost was dat het koopkrachtverlies de voorbije jaren beperkt bleef, omdat de inflatie laag was. Maar de komende maanden lijkt het slechtste scenario onafwendbaar: vrijwel nulrente en hoge inflatie.

Loon-prijsspiraal

Volgens Wunsch kan de Europese inflatie in twee richtingen gaan, waarbij het op dit moment onmogelijk is te zeggen welke realiteit zal worden: ofwel loopt de inflatie op naar onhoudbare niveaus door een loon-prijsspiraal, ofwel kalmeert de inflatie richting het niveau dat voor de ECB wenselijk is, rond 2 procent.

“Beide richtingen zijn mogelijk”, verklaarde hij. “We moeten geduldig zijn en afwachten. Als er een acceleratie van de inflatie komt, dan hebben we een probleem. Maar zover zijn we niet.”

De ECB houdt vooral twee elementen nauwlettend in de gaten: de prijsstijgingen van maand op maand (de inflatie tegenover een jaar eerder kan soms een vertekend beeld geven) en de evolutie van de lonen. Als er sprake is van veralgemeende loonsverhogingen, bijvoorbeeld baremaverhogingen afgedwongen door de vakbonden, dan kan er sprake zijn van een loon-prijsspiraal. Maar voorlopig wijzen de statistieken van de centrale bank erop dat bedrijven alleen hun toptalenten hogere lonen geven, en niet het hele personeel.

Naar de beurs?

Voor de brave spaarder zit er dus weinig anders op dan de komende maanden het koopkrachtverlies te incasseren. Tenzij hij naar risicovollere beleggingen, zoals aandelen of crypto, uitwijkt. Of hoe de ultralage rente van de ECB de aandelenbeurzen een duwtje in de rug blijft geven.

(lb)

Meer