Zittend premier Janez Janša staat nek aan nek met de oppositiepartij Freedom Movement. Slovenen zien de verkiezing als een referendum over het lot van hun democratie.
De meeste Europeanen zijn er zich wellicht niet van bewust dat er zondag nog een andere belangrijke verkiezing doorgaat in de EU. Zondag zullen de Slovenen beslissen of premier Janez Janša voor de vierde keer die ambt mag bekleden.
Volgens peilingen van Politico zal de verkiezing een echte een nagelbijter worden. De Sloveense Democratische Partij (SDS), de partij van Janša, staat met 24 procent nek aan nek met de groene oppositiepartij Freedom Movement (23 procent). Die laatste partij wordt geleid door Robert Golob, de voormalige topman van een Sloveens energiebedrijf.
De oppositiebeweging van Golob zou in het landje met 2,1 miljoen inwoners de bezorgdheid hebben aangewakkerd dat de rechtsstaat van Slovenië in gevaar zou zijn door het langdurige bewind van de premier.
Sinds Janša, een voormalig minister van Defensie tijdens de Sloveense onafhankelijkheidsoorlog van 1991, opnieuw aan de macht kwam in 2020 (zijn derde termijn) zouden tienduizenden mensen regelmatig antiregeringsbetogingen organiseren. Demonstranten die het Trg republike-plein in hoofdstad Ljubljana om de haverklap bezetten, beschuldigen Janša van autoritarisme.
Fan van Trump, maatje van Orbán
Janša zou volgens de oppositie de COVID-19-pandemie misbruikt hebben om de democratische instellingen van het land stevig te beteugelen. Bovendien zou hij de persvrijheid van het land continu schenden en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht ook trachten in te perken.
Die klachten zijn niet enkel te horen vanuit het kamp van de Sloveense oppositie. Janša werd in 2021 scherp veroordeeld door de EU nadat hij de financiering van het Sloveense persbureau STA poogde te schrappen. Later dat jaar werd de Sloveense premier opnieuw het mikpunt van verontwaardiging binnen de EU. Janša zou in een tweet verklaard hebben dat zeker 226 leden van het Europese Parlement “poppen” van de Hongaarse miljardair George Soros zouden zijn.
In 2020 haalde Janša ook al de internationale krantenkoppen toen hij weigerde te erkennen dat Joe Biden de Amerikaanse verkiezingen had gewonnen. De Sloveense leider feliciteerde in plaats daarvan Donald Trump.
Door het gedrag van Janša op sociale media, zijn buitensporige uitspraken en bewondering voor Trump en de Hongaarse premier Viktor Orbán wordt de Sloveen regelmatig afgeschilderd als een “rechtse populist”. Door de meeste nieuwsmedia wordt hij gewoonweg benoemd als ‘mini-Trump’. Door de constante druk die Janša zet op de vrijheid van media en de culturele sector in zijn land werd zijn binnenlands beleid ook al geregeld aangeduid als de “Orbánisering van Slovenië”.
Dit jaar deed Janša het echter een pak beter in de kranten. De Sloveense leider was er als een van de eerste bij om de Russische invasie van Oekraïne te veroordelen. Vervolgens werden er in het land enkele pro-Oekraïne-bijeenkomsten georganiseerd. Slovenië was ook een van de landen die effectief wapens naar Oekraïne stuurde. Op 15 maart zakte Janša nog hoogstpersoonlijk af naar Kiev met de premiers van Tsjechië en Polen om Volodymyr Zelensky een bezoekje te brengen.
“De burgermaatschappij is ontwaakt”
Toch heeft Janša in eigen land duidelijk permanente reputatieschade geleden. Een groeiende groep binnen de Sloveense bevolking, bijna even talrijk als zijn voorstanders, wil dat Janša vertrekt. “24 april zal in feite een referendum zijn over de democratie in Slovenië”, meent oppositieleider Golob. Hij belooft dat het land zal terugkeren naar de “normale stand van zaken”, wat zoveel betekent als het respecteren van de vrijheid van de pers, de burgermaatschappij en de rechtsstaat, verklaart Golob.
Analisten verwachten dat er zeker 60 procent van de Sloveense bevolking zal stemmen zondag. Dat is 10 procent meer dan tijdens de vorige verkiezingen in 2018. Verschillende mensen zouden naar de stembus trekken om te voorkomen dat Janša opnieuw zegeviert. “Voor het eerst sinds de jaren 80 ontwaakt de burgermaatschappij hier”, zei de Sloveense professor Vlado Miheljak tegen AFP.
“Dit zijn de belangrijkste verkiezingen sinds 1991 (het jaar dat het land koos voor zijn onafhankelijkheid, red.) voor de toekomst van Slovenië”, besluit Jasa Jenull, een organisator van anti-overheidsdemonstraties.
(kg)