Aanvullend pensioen kost de overheid veel meer dan verwacht

Deze federale regering wil de Belgen aanmoedigen om via de tweede pensioenpijler te sparen voor hun oude dag. Alleen blijkt nu uit een onderzoek van de KU Leuven, waarover het maandblad SamPol bericht, dat het aanvullend pensioen de overheid veel meer geld kost dan verwacht.


Key takeaways

  • Omdat het wettelijke pensioen onder druk staat, wil de regering-De Wever dat meer Belgen een aanvullend pensioen opbouwen.
  • Alleen blijkt nu een onderzoek van de KU Leuven dat de tweede pensioenpijler de overheid zo’n 2 miljard euro meer kost dan verwacht.
  • Voorts blijkt dat de overgrote meerderheid van de overheidssteun terechtkomt bij de werknemers met de hoogste lonen.

Duiding: Wat is de tweede pensioenpijler?

  • De tweede pensioenpijler is het aanvullende pensioen dat je opbouwt via je werkgever of beroepsgroep. Dit komt bovenop het wettelijke pensioen en wordt vaak geregeld door groepsverzekeringen of pensioenfondsen. Een gelijkaardig systeem bestaat voor zelfstandigen of bedrijfsleiders
  • Aanvullende pensioenen zijn interessant omdat er allerhande belastingvoordelen gelden, zowel tijdens de opbouw van het spaarpotje als bij de uitbetaling wanneer iemand met pensioen gaat.
  • Werkgevers of bedrijfssectoren zijn weliswaar niet verplicht om een aanvullend pensioenplan aan te bieden. De plannen verschillen ook sterk tussen werkgevers.
    • Als je geen of een laag aanvullend pensioen opbouwt bij je werkgever of sector, kan je zelf voor een aanvullend pensioen sparen. Dit wordt het Vrij Aanvullend Pensioen voor Werknemers (VAPW) genoemd.

Regering-De Wever wil meer mensen laten sparen via het aanvullend pensioen

Context: Het wettelijke pensioen staat onder druk. Door de vergrijzing van de bevolking neemt de eerste pensioenpijler een almaar grotere hap uit de begroting. Daarom heeft de regering-De Wever enkele besparingsmaatregelen uitgewerkt. Tegelijk wil die ervoor zorgen dat meer mensen een aanvullend pensioen opbouwen.

  • Het is de ambitie van de Arizona-coalite om alle werknemers te voorzien van een sterk aanvullend pensioen met een werkgeversstorting van minimaal 3 procent.
  • Voorts willen de beleidsmakers het aanvullend pensioen van zelfstandigen versterken door hen meer te laten storten voor het Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen, en door dit pensioen open te stellen voor zelfstandigen in bijberoep.
  • Premier De Wever en zijn team willen op termijn ook de ambtenaren toegang geven tot een aanvullend pensioen wanneer hun wettelijk pensioen op gelijke hoogte komt met het totale (eerste- en tweede pijler) pensioen van contractuelen.
  • Hoe dan ook is de tweede pensioenpijler al goed ingeburgerd. Bijna acht op de tien werknemers sparen al via die weg voor later. In 1999 was dat slechts voor drie op de tien werknemers het geval.

Hoger dan verwacht prijskaartje tweede pensioenpijler

In het nieuws: Het aanvullende pensioen kost de overheid minder geld dan het wettelijke pensioen. Alleen blijkt nu dat de regering de kosten alsnog zwaar onderschat. Dat zeggen onderzoekers Joy Schols en Wim Van Lancker (beiden KU Leuven) in een bijdrage in SamPol.

  • In de federale begroting van 2019 staan de totale uitgaven voor de subsidies van die tweede pijler becijferd op 121 miljoen euro. Uit het onderzoek blijkt nu dat het totaal veeleer 2,14 miljard euro bedraagt, oftewel 0,45 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Dat is dus zo’n 2 miljard euro meer dan verwacht.
  • “Omdat de totale massa aan pensioenbijdragen voor werknemers is toegenomen van grofweg 4 miljard euro in 2019 naar 4,8 miljard euro in 2023 (Sigedis, 2021, 2025), én omdat de regering-De Wever een werkgeversstorting van minstens 3 procent voor alle werknemers ambieert, kunnen we bovendien verwachten dat de kostprijs van het (para)fiscaal gunstregime voor aanvullende pensioenen van werknemers in de toekomst nog zal stijgen”, voegen de onderzoekers eraan toe.

Ook dit: Volgens Schols en Van Lancker komt de overgrote meerderheid van de overheidssteun terecht bij de werknemers met de hoogste lonen.

  • “Meer dan de helft van de (para)fiscale subsidies vloeit naar de 10 procent werknemers met de hoogste lonen”, klinkt het. “Er is dus sprake van een Mattheüseffect omdat de subsidies voor aanvullende pensioenen van werknemers vooral terechtkomen bij diegenen die al een hoog loon hebben.”

Wil je op de hoogte blijven van alles wat er zich afspeelt in de financiële wereld? Niels Saelens, een journalist met een passie voor financiën, volgt alles op de voet op. Via deze link kan je je inschrijven op zijn dagelijkse nieuwsbrief.


Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.